Aan de noordzijde van de Communicatieweg vlak aan de Dorpsstraat stond tot 1907 een rijzige meelmolen niet ver van de St. Odulphuskerk.

Een zeer vroege molen want heer Barthout gaf Assendelft al in 1441 het recht om de wind te mogen gebruiken voor de eerste meelmolen.

Heer Barthout bezat het feodale recht om belasting te heffen op het gebruik van de wind.

Deze molen was dan ook een zogenaamde dwang- of banmolen, waar boeren verplicht waren om hun graan te laten malen tegen een vastgesteld tarief: vaak 1/10 van de waarde van het maalgoed. Tussen de molenaar van deze molen en de boeren ontstond vaak onenigheid over de kwaliteit van het geleverde maalgoed of over de overgebleven hoeveelheid.


Er bleef nog wel eens iets aan de strijkstok hangen, dat wil zeggen dat de molenaar de te vermalen granen afmat in een “schepel” een ronde ijzeren bak die met een ronde stok aan de bovenkant afgestreken werd. Als hij die stok dan optilde tijdens het strijken bleef er iets extra’s voor hem over.
Op 12 september 1646 stond bij condities & voorwaarden:

”De molenaar zal ook gehouden wezen goed meel te malen door hem zelve of zijn dienaars, daar de gemeente niet over heeft te klagen, noch ook van ongetrouwigheid sijns dienst”.

Dat malen geschiedde tussen twee ronde maalstenen van lava afkomstig uit Andernach in de Eiffel (Duitsland) die behakt waren met cirkelvormige kerven (billen).


Deze stenen lagen ter hoogte van de molenstelling opgesloten in een houten ronde omkleding waarbij de platliggende ondersteen (ligger) op zijn plek bleef terwijl de bovensteen (loper)met flinke snelheid eroverheen maalde.
Via een ingenieus systeem van een houten kaar (bak), die boven op de houten constructie stond, werd het graan in het middengat van de loper tussen de stenen gedoseerd.

Tussen de elkaar net niet rakende kerven werd het graan gemalen en daarna op een lagere zolder via een zeef (de Buul) bewerkt om bloem en zemelen van elkaar te scheiden.
Het graan en het eindproduct werd in zakken getransporteerd door de molenzolders met een hijswerk (het luiwerk) dat met twee dichtvallende luiken elke verdieping afsloot.

Zaandijk Smidslaan halve molensteen van De Blijdschap

De eerste “Blijdschap” was een standaardmolen die in de 80-jarige oorlog ten onder ging toen Assendelft getroffen werd door schermutselingen, een tijdsverslag geeft aan dat :

“Door moedwil der soldaten syn toen vele hooyhuijsen en woonhuijsen verbrandt”.

Herbouw volgde als wipmolen in 1578 welke vermoedelijk al in 1664 vervangen werd door een achtkante bovenkruier die als laatste van de drie de naam “De Blijdschap” kreeg.

Doorsnede maalstoel met loper en legger

Nadat Napoleon het recht van de wind en daarmee ook de dwangmolens afschafte werd Willem Terra in 1815 voor 6500,00 gulden eigenaar van de molen.
De voorouders van Terra kwamen van oorsprong uit de plaats Vreden (Munsterland) Duitsland en streken rond 1738 als Terrahe in Monnikendam neer.
Zij vormden tezamen met 140.000 anderen een grote groep gastarbeiders en immigranten die uit het verarmde noorden van Duitsland naar Nederland trokken als “Hannekemaaiers of Lappenpoep”.
Hun motto was:

“War in der Heimat bittere Not, in Holland gabs Verdienst und Brot”.

De maaiers trokken rond met een zeis op hun rug en verhuurden zich aan boeren om hun brood te verdienen tijdens het hooiseizoen, overnachtend in velden en onder zeiltjes.
Omdat de mannen niet altijd even fris roken kregen ze als scheldnaam “Muf” later veranderd in “Mof”.

Assendelft de Communicatieweg met de Blijdschap en pastoor op de fiets

De lappenpoep en marskramer ventte hun waren langs de deuren bij boeren en vestigde zich later  (na 1815) vooral in Leeuwarden en Sneek. Zij zetten een trend  met de eerste warenhuizen van ons land en deden daar zeer goede zaken met o.a. confectiekleding. Menig naam zal u bekend in de oren klinken zoals: Brenninkmeyer (C&A), Sinkel, Vroom & Dreesman, Lampe, Voss enz.

De Terra’s vinden we vooral in Assendelft, Akersloot, Krommenie en Uitgeest als bakkers en molenaars.

In Assendelft werd het bij de molen nog drukker toen de Communicatieweg in 1849 geopend werd.
Aangelegd via een oude dijk “de dwarsdijk”ontstond er een verbinding van Westzaan via Assendelft naar Heemskerk en verder via Beverwijk, Velsen (Breesaap), Halfweg en dan door naar Amsterdam.

De weg was een particulier initiatief van de broers Cornelis en Jacob Avis, blauwselfabrikanten te Westzaan ondersteund door de kamer van koophandel.

Twee derde van het bedrag kwam bijeen via obligatieleningen door Zaanse kooplieden en fabrikanten, de kosten bedroegen 125.000,00 gulden.

Voor dat bedrag bestond de verharding alleen nog maar uit een laag schelpen!

Assendelft Communicatieweg in 2017 met links boven de bomen de spits van de kerk.

Deze weg werd speciaal aangelegd om de zakenlieden bij slecht weer of strenge vorst toch uit de Zaanstreek naar de Amsterdamse beurs te kunnen laten reizen om grondstoffen en eindproducten voor hun bedrijf te verhandelen.
Bij moeilijke weersomstandigheden was het vaak niet mogelijk om per zeilschip de reis over het IJ en Wijkermeer te maken.
Via de duinen, de toen nog ongerepte Breesaap, was de weg van Zaandam naar Amsterdam per rijtuig wel af te leggen.
Voor Terra betekende het ook dat zijn molen op een belangrijk kruispunt in Assendelft kwam te liggen.
Vele generaties brachten de molen via het vangtouw in bedrijf om meel te malen, het keerpunt kwam toen in 1907 een houten roed (wiek) afbrak.

Assendelft De Blijdschap vlak voor de afbraak in 1907 met een afgebroken roed

Het loonde niet meer om de boel te repareren, andere energiebronnen maalden vlugger en goedkoper.Na een periode van zwaar verval liet Pieter Terra de molen in januari 1907 afbreken.

Het oude molenaarshuis bleef nog wel staan en werd vlak voor de sloper zou komen in 2008 gered door Frans Wytema en Bart Nieuwenhuis. Het herrees in 2015 in de bouwkundige staat van 1660 op de Smidslaan in Zaandijk vlak bij een andere meelmolen “De Bleeke Dood”.

Zaandijk Smidslaan het herbouwde molenaarshuis.

Zo is het molenaarshuis toch weer enigszins met een meelmolen herenigd.

Zaandijk Smidslaan deurkalf herbouwde molenaarshuis met Standaardmolen.

In Assendelft overleed de laatste eigenaar Pieter Terra in 1935, hij stond toen te boek als veehandelaar.

Vlak bij de kruising Dorpsstraat en Communicatieweg staat niet ver van de plaats van de molen een straatje met het bordje Blijdschapstraat.
Deer wor ik nu hielegaar blaid van!

Tekst en beeld Sjors van Leeuwen

Eerder schreef Sjors over: