Het Zaans Medisch Centrum behoort tot het groepje Nederlandse ziekenhuizen dat als eerste heel voorzichtig fysiotherapie ging toepassen bij de behandeling van hartpatiënten.

Toen Theo Hendriks in 1978 als net gediplomeerd fysiotherapeut in dienst kwam van het ziekenhuis, moest hij meteen de nieuwe cursus cardio fysiotherapie volgen. Hij heeft dit vak in bijna veertig jaar zien uitgroeien van een behoedzame behandeling tot een effectief onderdeel van de revalidatie van hartpatiënten. En heeft waarschijnlijk duizenden Zaankanters leren leven met hartbeperkingen.

In de jaren zeventig was herstel van een hartinfarct of een andere hartkwaal nauwelijks mogelijk. Je moest leren leven met je kwaal en de beperkingen en je leven daarop instellen. Patiënten moesten veel rust in acht nemen. Eerst een week op de intensive care en daarna nog een week of twee op zaal. ‘Je mocht je nauwelijks bewegen,’ zegt Theo Hendriks die bijna veertig jaar fysiotherapeut is geweest met als specialisme cardio fysiotherapie. ‘Wat toen nog meer dan nu overheerste was angst voor herhaling. Dat gevoel leefde bij de patiënten, bij de artsen en bij de verpleegkundigen. Dat bepaalde in belangrijke mate de behandeling. De medische kennis, de medicatie en de techniek waren nog niet zo ver dat er actief gewerkt kon worden aan genezing.
Als fysiotherapeut liet je iemand om te beginnen heel voorzichtig drie keer zijn rechterarm optillen. Dan informeerde je of het wel ging en als dat het geval was, vroeg je om drie keer de linkerarm op te tillen. De volgende dag keek je op het schema van de cardioloog of hij het verantwoord vond om verder te gaan. (We werkten met strikte schema’s.) Na verloop van tijd mocht de patiënt even op de rand van het bed zitten. Zo bouwde je heel voorzichtig meer bewegen op, zodat je naar huis kon en heel voorzichtig thuis je dingen mocht doen met voor lange tijd nog veel beperkingen.’

Risicofatoren
Nu verricht het VU MC – waarmee het ZMC samenwerkt – jaarlijks zo’n zeshonderd openhartoperaties. Van de bypass-patiënten overlijden er 0,3 tot 0,4 procent per jaar. Dat zijn alle patiënten, dus ook degenen die in deplorabele staat naar de operatie gaan. Als alles volgens het boekje gaat dan lig je na een paar dagen weer in het ZMC en ben je na een week weer thuis. En heb je contact gehad met één van de cardiofysiotherapeuten om een revalidatieprogramma vast te stellen. Na vier à vijf weken doe je een inspanningstest en ga je drie keer per week naar cardiorevalidatie om een goede conditie op te bouwen, angst te overwinnen en te weten wat je beperkingen zijn. ‘En we maken mensen bewust van risicofactoren, zoals roken, te weinig bewegen, ongezond eten en spanning.’

Grenzen verleggen
‘Patiënten kunnen meer, soms veel meer dan zij zelf denken.  Problemen met het hart leiden nog steeds tot angst. Je neemt die weg met positieve ervaringen, zoals verantwoord fietsen, lichamelijke oefeningen, sport. Zo ben je op een verantwoorde en veilige manier bezig de grenzen te verleggen. Minstens zo belangrijk is het lotgenotencontact. Je sport met mensen die dezelfde ervaringen hebben opgedaan als jij. Onze rol,’ zegt Theo Hendriks, ‘is ook om dat onderlinge contact te bevorderen. Om mensen die niet zoveel zeggen zo ver te krijgen dat zij ook gaan praten. Als je met elkaar sport en je zorg voor de juiste begeleiding dan ontstaat er een saamhorigheid die uitnodigt om in alle openheid met elkaar te praten. Dat vond ik altijd een interessant aspect van ons werk. Daarom moet je voor dit werk meer kunnen dan alleen sportleider zijn.’
De fysiotherapeuten maken nu deel uit van een breed opgezet team met de cardiologen, cardioverpleegkundigen (het eerste aanspreekpunten voor patiënten die vragen hebben), diëtistes en psychologen. ‘Al die specialisten werken samen aan dat ene doel: iemand na een hartkwaal weer een zo normaal mogelijk leven laten leiden.’

Hartenjagers
Theo Hendriks heeft bewust gekozen om met zijn vijfenzestigste met pensioen te gaan en definitief een streep te zetten onder het werk dat hij altijd met veel plezier en overgave heeft gedaan. Met één uitzondering: hij blijft één van de drie professionele begeleiders van Hartenjagers. Dat is een club van (ex)-hartpatiënten die iedere week in een ontspannen sfeer een uur werken aan hun conditie.
‘Veel hartpatiënten wilden na de revalidatie doorgaan met sporten, maar in die tijd – jaren tachtig – was het aanbod van sportscholen niet zo groot als tegenwoordig. De meeste waren heel erg prestatiegericht bezig. Toen heeft een aantal mensen gezegd: als wat we zoeken niet bestaat dan gaan we dat zelf maar organiseren. Zo is Hartenjagers ontstaan. Dat werk blijf ik doen, omdat het leuk is om te doen, maar ook omdat het niet meevalt sportleiders te vinden die affiniteit hebben met de manier waarop Hartenjagers fitness bedrijft,’

De afdeling fysiotherapie van het ZMC is inmiddels verzelfstandigd tot Fysio Centrum Zaanland dat gevestigd is aan de Zorgboulevard van het Zaans Medisch Centrum, waar collega’s de taken van Theo Hendriks hebben overgenomen. Zij verzorgen met hart voor de zaak het bewegingsgedeelte van het revalidatieprogramma van het ZMC.

Een bijdrage van Jaap de Jong

foto: website Fysio Centrum Zaanland