Het is maandag 24 mei 1993. Nog twee dagen en dan komt er in Zaanstad hoog bezoek. Michail Gorbatsjov, ooit de leider aller Russen, strijkt neer in het Czaar Peterhuisje in Zaandam. 

In zijn glorietijd was hij president van Rusland, de machtigste man in het Czarenrijk. Tot zijn val in 1991. Zijn opvolger werd Breznjev. 

Gorbatsjov had nu tijd te over om het buitenland te verkennen. En, wat is er dan mooier in dat verre buitenland dan het Czaar Peterhuisje? Een Czaar die overigens bij zijn bezoek aan Zaandam na acht dagen vertrok. Omdat de publieke belangstelling in Zaandam te overweldigend was. Het bezoek van zijn Russische evenknie, Michael Gorbatsjov, deed denken aan soortgelijke omstandigheden. 

De expeditie Gorbatsjov zou in het geheim uitgevoerd worden. Zijn Russisch reisgezelschap bestond slechts uit enkele personen/Russen. En een kleine Nederlands deputatie. Die Nederlandse club eiste, om geen ruchtbaarheid te geven aan het Gorbatsjov bezoek, strikte geheimhouding. Maar hemelse omstandigheden zagen dat anders. 

Die ‘hemelse’ regie bleek het Dagblad Zaanstreek te zijn. Die krant publiceerde op dinsdag het bezoek van de ex-leider aller Russen.  En toen…. begon het bij de Zaankanters heerlijk te borrelen. Zij wilden de ooit zo machtige man graag zien in het echt. 

Eén van de eisen van het Nederlandse ontvangstcomité Gorbatsjov echter: zo weinig mogelijk officiële vertegenwoordigers en helemaal geen publiek. 

Twee mensen van de gemeente stonden woensdagochtend het Gorbatsjov gezelschap op te wachten. Wethouder Brinkman, als ik het goed heb, en mijn persoon. Op de foto die het Dagblad een dag later publiceerde staat Gorbatsjov het gastenboek te tekenen. En daarachter ikke. Met fraai uitzicht op de grote wijnvlek op zijn hoofd. En uitzicht op het boekje dat ik over de Czaar schreef met als titel ‘Peter de Grote in Zaandam’.

Daarnaast was er een enorme menigte samengebald buiten de hekken. Gorbatsjov op bezoek, ze waren daar net zo wild op als zijn voorganger Czaar Peter. 

De melding in het Dagblad Zaanstreek had iets teweeggebracht. Mensen die over elkaar heen struikelden, zich in duizend bochten wrongen. Zaankanters zijn zeker een nieuwsgierig volk. En dat was die woensdagochtend te zien.

‘Moet er nog meer politie komen’, vroeg een politieman mij. Dat gaf een mooi gevoel, mij vragen of er politie bij moest komen. ‘Natuurlijk,’ was mijn antwoord. Voor de eerste keer en laatste keer in mijn leven dat mij zo’n vraag gesteld werd.

Het Czaar Peterhuisje was toen niet zo’n publiekstrekker. Het aantal bezoekers was klein. Daar kwam wel een verandering toen veel later een grote verbouwing plaatsvond. De Czaar heeft alles opengegooid, er is ruimte, er is licht zodat iedereen er nu weer wat beter bij kan. Het Czaar Peterhuisje: een klein, maar fraai monument.