In Poelenburg en Peldersveld zijn in de afgelopen anderhalf jaar 173 woningen volgens voorrangsregels verhuurd aan woningzoekenden die werken in non-commerciële dienstverlening zoals zorg, onderwijs of politie.

In juli 2018 zijn de regels voor woningtoewijzing ingrijpend veranderd: alleen wie inkomen uit arbeid heeft, of een pensioen, studiefinanciering of startkwalificatie (diploma havo, vwo, mbo niveau 2 of hoger) kan in deze wijken een woning huren.

In de praktijk zijn de woningen dus vooral naar mensen uit de non-commerciële dienstverlening gegaan. In drie gevallen ging er een woning naar een kandidaat met een baan in de commerciële dienstverlening. In augustus 2018 betrok de eerste ‘voorrangsbewoner’ een huis in de wijk.

Sinds 1 juli 2018 en 1 december 2019 zijn er in totaal 192 sociale huurwoningen verhuurd waar de voorrangsregels van toepassing zijn. De andere 16 woningen hebben via woningruil een andere huurder gekregen. Omdat er in die gevallen maar één kandidaat is, kan Zaanstad de voorrangsregels daar niet toepassen.

Wethouder Songül Mutluer schrijft “dat woningruil mogelijk wordt gebruikt als route om de voorrangsregels te omzeilen”. Dat wil de gemeente voorkomen:

“We hebben in overleg met de woningcorporaties afgesproken dat zij gaan onderzoeken of het mogelijk is om geen woningruil voor Poelenburg en Peldersveld meer toe te staan.”

Zaanstad maakt gebruik van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp) om voorrang verlenen aan mensen met inkomen uit arbeid en politiegegevens te gebruiken om iemand te weigeren die vaker overlast heeft veroorzaakt of een strafbaar feit heeft gepleegd. Dat laatste is in de laatste anderhalf jaar twee maal gebeurd.

Alle sociale en particuliere huurwoningen in Poelenburg en Peldersveld vallen onder de reikwijdte van de Wbmgp, op de zorg- en aanleunwoningen na.

Zaanstad ziet behalve woningruil nog een praktijk die het omzeilen van regels – of zelfs woonfraude – doet vermoeden:

“We zien dat er meer adreswijzigingen in de wijken zijn, dan dat er huisvestingsvergunningen worden aangevraagd. Het gaat hierbij dan wel om zowel koop- als huurwoningen. We gaan onderzoeken bij welke huurwoningen geen huisvestingsvergunning is aangevraagd. En indien nodig ondernemen we actie.”