De Orkaan heeft geen kantine, geen koffieautomaat en geen studio. Maar we hebben een website bomvol nieuws en we hebben mensen – Orkaankrachten! – die samen met de redactie het nieuws maken.

Veel van de krachten achter De Orkaan hebben niet de ambitie zelf zichtbaar te zijn. Toch laten we ze graag aan het woord de komende dagen. Om te voorkomen dat onderschat wordt wat onze gemeenschap bijdraagt aan de gemeenschap. Met hun bijdragen zijn we een Orkaan, anders waren we niet meer dan een briesje geweest…

Vandaag het woord aan Robert van Tellingen:

‘Robert van Tellingen is mijn naam. Eindredacteur van diverse Radio 1-programma’s, parlementair journalist en sinds begin dit jaar zit ik in de eindredactie van talkshow Op1. Ik schrijf weleens voor De Orkaan. Ook maak ik af en toe foto’s, filmpjes en desgevraagd maak ik er videoproducties van. Als vrijwilliger. 

De journalistiek ligt onder vuur. Ik vind het een edel vak, dat misstanden aan de kaak stelt, de macht controleert en verslagen maakt over trends en nieuwtjes. Het is een bijzonder vak, omdat het vaak een doorgeefluik is, enerzijds van overheidsbeleid naar bevolking, anderzijds van maatschappelijk ongenoegen naar de overheid. Door die positie is de opinie van een journalist altijd een gewogen mening. Een goede journalist staat altijd midden in de maatschappij. Ik vind het heel erg dat journalisten in Nederland soms ook online onder vuur liggen, of dat ze op straat lastig worden gevallen door complotdenkers. 

Er was een tijd waarin er twee lokale dagbladen waren, met twee volwaardige redacties in Zaanstad. In die tijd haalde je het als lokale bestuurder en/of ondernemer je niet in het hoofd een verhaal te vertellen dat niet klopt. Als een van de dagbladen erachter kwam, was het afgelopen met je maatschappelijke carrière. Tegenwoordig is er één dagblad, waarvan de Zaanse redactie elk jaar kleiner wordt, net als de oplage in de Zaanstreek.

Was vroeger alles beter? Neen. Er is nu een online-wereld, waardoor heel veel informatie beschikbaar is voor een breed publiek. Daarbij is er vooral behoefte aan kanaliseren van nieuws en daar heb je dan weer journalisten voor nodig. Omdat andere Zaanse media te lang aarzelden sprong De Orkaan zo’n beetje zeven jaar geleden in dat gat, met een journalistieke formule, die past in deze tijd. Alleen maar Zaans nieuws. Met een snelle manier van werken, die past bij de moderne nieuwsconsument. Uitgaande van het Story Firstmodel. Het verhaal staat centraal, pas daarna wordt gekeken of het beter in een tweet, een artikel, een filmpje, een podcast, of een editorial gegoten wordt. Ik geloof dat dit het model van de toekomst is. Het Story Firstmodel geldt overigens ook voor media als televisie en radio. Techniek is allang geen belemmering meer. Een goede journalistieke basis en een sterke visie op het veranderende medialandschap zijn veel belangrijker.

Ik noem mezelf altijd de eerste sympathisant van De Orkaan, Ik proostte mee, toen de hoofdredactie het eerste stukje online zette en een tevreden glas wijn bestelde. Tegenwoordig ben ik slechts één van de talloze vrijwilligers, die op grond van hun expertise stukken schrijven. Historische verhandelingen, natuurverhalen, recensies en wat dies meer zij. Soms stuur ik een tip, die allang is nagetrokken. Of ik heb een idee voor een rubriek, die dan al lang online heeft gestaan. De Orkaan is een geoliede machine geworden, waar de hoofdredactie trots op mag zijn. 

Van de fusiebesprekingen met RTV Zaan heb ik nooit iets begrepen. Op radio -als ik lusiter- vind ik ze wel aardig, maar de televisie-uitzendingen leken nergens naar. Zo gênant soms, dat je blij bent dat de zender amper te vinden is. Ik had gedacht dat het kwa televisie en informatieve radioprogramma’s alleen zou kunnen slagen als de hoofdredactie in handen zou zijn van De Orkaan en dat dan de faciliteiten geleverd zouden worden door RTV Zaan, omdat De Orkaan uitgaat van een moderne visie en een gezonde journalistieke moraal. Helaas is het niet gelukt. Ik begrijp dat beide nu gaan strijden voor de concessie. Ik hoop dat De Orkaan de concessie krijgt. Ik meld me als eerste sympathisant, dan graag aan als eerste vrijwilliger.’

Robert van Tellingen