In 2020 is het werkloosheidspercentage In Nederland voor het eerst na vijf jaar daling toegenomen. Ook is er een toename van ander ‘onbenut arbeidspotentieel’ (mensen die wel willen werken maar niet staan ingeschreven bij het UWV en deeltijdwerkers die meer uren zouden willen werken).

De werkloosheid en het totale onbenut arbeidspotentieel nam het meest toe in Noord-Holland en Drenthe. In Noord-Holland ging het totaal van 7,9 naar 9,3 procent. In Zaanstad is 8,8 procent ‘onderbenut arbeidspotentieel’, in Wormerland 7,2 procent en in Oostzaan 6,9 procent.

Dat blijkt uit recente cijfers van het CBS. Het gaat daarbij om de bevolking tussen 15 en 75 jaar. Het totaal onbenut arbeidspotentieel is in 2020 met 97 duizend gestegen naar 1,1 miljoen mensen. Dit is 8,5 procent van de bevolking van 15 tot 75 jaar.

In Noord-Holland steeg de officiële werkloosheid van 3,4 naar 4,1 procent. In deze provincie is het onbenut arbeidspotentieel het hoogst in Amsterdam: 11,9 procent. De verhouding tussen werklozen, semi-werklozen (die óf recent werk hebben gezocht óf direct beschikbaar zijn) en onderbenutte deeltijdwerkers (mensen die meer uren willen werken) is ongeveer gelijk.