Aan de noordkant van de Julianabrug moeten meerpalen komen die deel uitmaken van een calamiteitenplaats. Zaans Erfgoed is tegen die ‘aantasting van het zicht op de Zaanse Schans’.

Eerder is onderzoek gedaan naar verzinkbare palen die het aanzicht minder zouden aantasten, maar deze optie zou te duur zijn volgens Zaanstad.

Zaans Erfgoed heeft inmiddels een brief met een ‘zienswijze‘ ingediend bij de gemeente waarin ze aangeeft tegen deze palen te zijn: “De vier zware en gedeeltelijk verlichte meerpalen vormen in de ogen van Zaans Erfgoed een aantasting van het zicht op de Zaanse Schans.”

Voorzitter Piet Oudega schrijft aan de gemeente:

Dit kwetsbare gebied is niet voor niets aangewezen als beschermd dorpsgezicht.

U heeft bovendien bevorderd dat ter bescherming van de authenticiteit van de Zaanse Schans een Historische Commissie in het leven is geroepen. Deze commissie waakt er voor dat de inrichting binnen dat gebied de toestand tot medio de 19e eeuw gehandhaafd wordt. Dat komt alleen tot zijn recht als ook de directe omgeving ervan er harmonieus bij aansluit. Dat houdt dus in dat met de inrichting van de Zaan tussen de Zaanse Schans en de Gortershoek omzichtig moet worden omgegaan.

Veel bezoekers komen vanaf station Koog-Zaandijk via de Julianabrug naar de Zaanse Schans en schieten dan vanaf deze brug de eerste plaatjes van het unieke molenpanorama, de huisjes en de tegenover gelegen Gortershoek. De plaatsing van de calamiteitenpalen zal het historische beeld aantasten en afbreuk doen aan dat wat in de achter ons liggende jaren met zoveel zorg tot stand is gebracht.

Daarbij is naar ons inzicht de noodzaak van de aanwezigheid van een calamiteitenplaats op deze locatie nog nimmer aangetoond en bewezen.