Onderzoek van NRC en Nieuwsuur uit september van dit jaar toonde aan dat er in Nederland zo’n 50 fundamentalistische salafistische scholen zijn.

Eén van die onderwijsinstellingen is gevestigd in Zaanstad. De gemeente heeft deze organisatie al langer ‘in beeld’ en is met de school ‘in gesprek’.

Volgens de gemeente zijn er “op dit moment geen signalen dat kinderen geconfronteerd worden met anti-inclusief, antidemocratisch of antirechtstatelijk lesmateriaal. De ontwikkelingen op dit gebied worden nadrukkelijk gevolgd. Zodra er sprake is van ontoelaatbare preken, haat zaaien of andere antidemocratische signalen wordt in overleg met de partners in het maatschappelijk domein en binnen de veiligheidsketen waar nodig direct ingegrepen. Op het moment dat dergelijke situaties zich voordoen zal de gemeenteraad daar (vertrouwelijk) over worden geïnformeerd.”

Dat schrijft Zaanstad in een recent gepubliceerde Raadsinformatiebrief:

“De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) beschrijft het salafisme als een verzamelnaam voor fundamentalistische stromingen binnen de soennitische islam. Binnen het salafisme wordt gestaan voor een terugkeer naar de zuivere islam zoals die in de tijd van de profeet Mohammed.”

De NCTV heeft de gemeente in 2018 over de salafistische organisatie geïnformeerd.

“In het contact met de gemeente wordt de duiding van de “salafistische overtuiging” ontkend. Er zijn vooralsnog geen strafbare of problematische gedragingen waargenomen. Ook zijn er geen zaken gesignaleerd zoals diein het onderzoek van Nieuwsuur en NRC zijn beschreven.”

Door NRC en Nieuwsuur werd aangetoond dat kinderen op deze moskeescholen “te horen dat mensen met een ander geloof of levensovertuiging de doodstraf verdienen. Ook leren ze zich af te keren van de Nederlandse samenleving en de beginselen van gelijkheid en vrijheid.”

Zaanstad wil ‘een verdiepende bijeenkomst’ organiseren voor de gemeenteraad over het thema salafisme en problematisch gedrag.

Om welke school of onderwijsinstelling het gaat is niet bekend gemaakt.


Bronnen: Raadsinformatiebrief, berichten NRC en Nieuwsuur.