De celliste Mariëtte Gort was aanvankelijk sceptisch. Niet over het idee, want welke musicus wil niet dat kinderen de kans krijgen om hun muzikale talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Maar dat zij een groep kinderen zou kunnen leren cello spelen, nee, dat leek haar onbegonnen werk.

In haar lespraktijk ervaart zij hoe moeilijk het is om met individuele leerlingen iets te bereiken.

Haar ervaringen met Muziek Maakt School in Poelenburg leerden anders.

“Het kan heel goed,” zegt Mariëtte Gort, een professionele celliste met een eigen lespraktijk en docent cello bij Fluxus.

“Het is geweldig om te zien hoe kinderen waardering krijgen voor klassieke muziek en het leuk vinden om cello te spelen. Het is goed voor hun zelfvertrouwen om te ontdekken dat ze muziek kunnen maken. In muziek komt spelenderwijs alles terug wat met leren te maken heeft: concentratie, kennis in je opnemen en toepassen, tellen, improviseren en samenspelen, samenwerken.”

Muziek Maakt School
Mariëtte Gort is een van de dertig muziekdocenten die het team vormen van Muziek Maakt School. Het is begonnen als een project van Fluxus voor de vier basisscholen in Poelenburg. Het is gebaseerd op het feit dat elk kind van nature muzikaal is, maar dat lang niet alle kinderen de gelegenheid krijgen dat talent te ontwikkelen en te ontdekken hoe leuk het is om muziek te maken. De Hongaarse componist Zoltán Kodály heeft een methode ontwikkeld om die muzikaliteit spelenderwijs en stapje voor stapje te ontwikkelen.
Fluxus past die methode nu zeven jaar toe. Niet meer als project, maar als onderdeel van het onderwijsprogramma. Het start in groep 1. In groep 5 tot en met 8 leren de kinderen een instrument spelen. Dat kan een cello zijn, maar ook een van de twaalf andere instrumenten. De keuze wordt voor de kinderen gemaakt. De ene helft van de klas leert cello spelen; de andere helft een ander instrument. Na een half jaar wisselen de kinderen van instrument. Daarna geven zij gezamenlijk een uitvoering.

Bijzonder talentvol
Mariëtte Gort:

“Wat ik persoonlijk belangrijk vind, is dat de muzikaliteit van een kind niet verloren gaat. Voor kinderen die bijzonder talentvol zijn, is er de mogelijkheid om na schooltijd extra lessen te volgen. Ik heb een jongetje klarinet horen spelen op een manier die duidelijk maakte: hij is een klarinettist. Laatst begeleidde ik een meisje in de aula van de school. Zij speelde prachtig. Dat geeft al veel voldoening. Wat het voor mij heel bijzonder maakte is dat andere kinderen dat ook ervaarden en bleven staan om te luisteren. Ik ben vanuit de scholen doorgegaan met vier leerlingen voor wie cellospelen een niet meer weg te denken bezigheid in hun leven is.”

Jonge musici zijn volgens Mariëtte Gort belangrijk voor het culturele klimaat van een gemeente.  Zij ziet bij haar in de buurt steeds meer jonge studenten met een instrument lopen.

“Vanuit Zaandam ben je in een paar minuten in Amsterdam, waar het conservatorium op loopafstand van het Centraal Station staat. Wat Zaanstad in mijn ogen bijzonder maakt, zijn de vele prachtige gebouwen en kerkjes waar concerten worden gegeven en waar muziek goed tot zijn recht komt. Waar een sfeer heerst die je als musicus inspireert. Het is mooie is dat je op die manier muziek brengt in de buurt waar mensen wonen.”

Een bijdrage van Jaap de Jong.

De foto linksboven komt van de website van OBS De Gouw