Belangenorganisatie ZWB (Zaanse Woonboot Bewoners) heeft haar steun uitgesproken voor een gewijzigd voorstel voor de woonschepenverordening. Omdat ze bezorgd waren over sommige bepalingen in de verordening, sprak de ZWB met wethouder René Tuijn.

Tijdens het overleg werden Tuijn en ZWB het eens over aanpassingen en verduidelijkingen, waardoor zorgen van de bewoners zijn weggenomen. De nieuwe verordening gaat nu naar de raad.

In september 2022 zou de raad al een beslissing over de nieuwe woonschepenverordening nemen. De ZWB voelde zich daardoor overvallen: de bewoners vroegen in een brief meer tijd om de wijzigingen goed te kunnen bestuderen, commentaar te geven en om inspraak te hebben. Een kleine greep uit die brief: ‘discriminatoir’, ‘gevaarlijk’, ‘niet lekker’ en ‘de gemeente creëert haar eigen kip-ei-probleem’. Het meest gevaarlijk vonden de bewoners artikel 9 over de intrekking van de ligplaatsvergunning:

‘Wat de gemeente hier wil doen en dan ook nog op onduidelijke, dus altijd te gebruiken, grond is echt gevaarlijk en potentieel een reden voor bijvoorbeeld de enige hypotheekverstrekker die er nog is, om geen financieringen meer te gaan geven. Daarmee maak je alle woonschepen in een klap zo goed als onverkoopbaar.’ 

Twee artikelen verder (11) wordt de mogelijkheid gegeven van definitieve verplaatsing: 

‘Natuurlijk kan het vast wel eens voor komen dat er opeens bijvoorbeeld een sneltramtraject gepland wordt waarbij een bouwwerk, huis of schip, in de weg zit, maar daar zijn dan net als bij huizen gebeurt, zeer uitgebreide trajecten (eventueel door de rechter getoetst) bij nodig waarbij ook een uitgebreide financiële vergoeding om de hoek komt kijken.’ 

Nieuw voorstel

Om aan deze zorgen tegemoet te komen, is PvdA-wethouder Tuijn gaan praten met de belangenorganisatie. Schriftelijke opmerkingen en vragen van de woonschipbewoners werden beantwoord. Tijdens het overleg is afgesproken dat het voorstel aan de raad op enkele punten wordt aangepast of verduidelijkt.

De bezorgdheid van bewoners over het intrekken van ligplaatsvergunningen (artikel 9) wordt weggenomen. De mogelijkheid om ligplaatsen in te trekken of te wijzigen vanwege veranderingen in omstandigheden of inzichten die de bescherming waarvoor de vergunning vereist is, in gevaar brengen, wordt geschrapt. Dit heeft volgens Zaanstad weinig directe negatieve gevolgen voor woonschipbewoners, maar zorgde wel voor onzekerheid. Aangezien deze grond zelden wordt toegepast, wordt voorgesteld om deze te laten vervallen.

Ook de mogelijkheid om vergunningen op basis van Europese regelgeving in te trekken, op te schorten of te wijzigen wordt geschrapt. Aangezien woonschepen slechts beperkt voor economische of zakelijke doeleinden mogen worden gebruikt, lijkt de Europese regelgeving niet van toepassing te zijn op de woonschepen zoals bedoeld in de verordening.

Daarnaast wordt aan de bevoegdheid van het college om aanwijzingen te geven aan eigenaren van woonschepen (artikel 11) toegevoegd dat deze aanwijzingen van tijdelijke aard zijn.

“Voor permanente verplaatsingen van een woonschip is voor de nieuwe plek een nieuwe ligplaatsvergunning nodig en dient de vergunning op de oorspronkelijke plek ingetrokken te worden.”

De belangenorganisatie heeft aangegeven zich te kunnen vinden in het afgesproken gewijzigde voorstel.