Gemeenten die namen van mensen waarvan bijstand wordt teruggevorderd, openbaar willen maken, wordt aangeraden eerst advies te vragen van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Dat zegt staatssecretaris Jurgen Nobel (VVD) van Participatie en Integratie. Zaanstad heeft dat niet gedaan. Het advies is pas aangevraagd nadat er discussie over de publicatie was ontstaan.

Nobel antwoordt op vragen van kamerlid Merlien Welzijn (NSC). Het ministerie heeft uitgebreid antwoord gehad van Zaanstad, waarbij de staatssecretaris aangeeft dat Zaanstad heeft vastgesteld ‘dat een beëindiging, herziening en/of intrekking van de uitkering diende plaats te vinden’.

Zaanstad heeft vervolgens haar best gedaan om de betreffende personen op te sporen, maar ze staan niet meer in de Basisregistratie Personen (BRP) ingeschreven en zijn ook niet bereikbaar via hun laatst bekende adres, via e-mail of telefoon. Ook hulpverlening, maatschappelijk werkers en/of schuldhulpdiensten konden niet helpen ze op te sporen. Via familieleden opsporen was niet toegestaan.

Deurwaarder

Het sturen van een dwangbevel was dus onmogelijk, maar is wel noodzakelijk voordat een deurwaarder een invordering in behandeling kan nemen.

Als een burger langer dan 5 jaar niet meer in de BRP staat ingeschreven en de gemeente de persoon niet heeft kunnen bereiken, ‘is invordering juridisch gezien niet meer mogelijk’. Opsporing zorgt ook voor rechtsgelijkheid: ‘een burger die wel traceerbaar is moet immers ook zijn vordering betalen’ schrijft de staatssecretaris op gezag van Zaanstad:

‘De gemeente heeft hierbij per individueel geval bekeken of publicatie daadwerkelijk de laatst mogelijke stap was en er geen enkele andere mogelijkheid was om contact op te nemen met belanghebbende.’

Deze inspanningen zijn niet de enige reden waarom de staatssecretaris Zaanstad in bescherming neemt, de gemeente zou naar zijn mening ‘uitgebreid informatie hebben ingewonnen van experts over de juridische houdbaarheid’ en heeft ‘zorgvuldig (juridisch) onderzoek gedaan naar de publicatie van de persoonsgegevens’. Uit dit onderzoek is gebleken dat de publicatie past binnen de huidige wet- en regelgeving en dat deze werkwijze vaker, ook door andere gemeenten, wordt toegepast.’

Zorgvuldig

Over dat laatste bestaat overigens veel onduidelijkheid. Wethouder Groothuismink zei bij het Zaanstad Beraad van 8 mei dat er ‘zorgvuldig onderzoek’ was gedaan en ‘advies van experts’ (meervoud dus) en contact met het Ministerie was geweest (samen dus minstens drie). Daarop zouden de geraadpleegde instanties bevestigend hebben gereageerd. Volgens de wethouder was ook de ‘AGV-gevoeligheid juridisch getoetst’.

Op vragen van De Orkaan liet de wethouder via een woordvoerder weten dat er ’telefonisch contact is geweest met verschillende mensen’ maar dat er geen mails of brieven met adviezen beschikbaar zijn. Die contacten zijn geweest met juridische vraagbaak Stimulansz en een servicemedewerker van KOOP (Kennis- en Exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties). De namen van de contacten zijn niet genoteerd.

In het antwoord van de wethouder was sprake van ‘experts’ (Stimulansz en KOOP dus) en het ministerie. De woordvoerder van Groothuismink laat later weten dat met contact met het ministerie KOOP wordt bedoeld. Geen drie adviezen maar twee, die ook niet op papier staan en waarvan de contactgegevens niet bekend zijn.

‘Extreem zwaar’

Volgens Zaanstad is dit dus het ‘zorgvuldige onderzoek’ en de staatssecretaris gaat daarin mee. Het advies van de AP kreeg De Orkaan overigens al eerder: ‘Dit is een extreem zwaar middel. Op basis van de informatie die wij nu hebben, lijkt hier geen wettelijke basis voor.’

De Orkaan heeft bij KOOP en Stimulansz geïnformeerd maar kreeg van de eerste club geen antwoord. Stimulanz zei ‘niet in te gaan op de publicatie van de gemeente Zaanstad’, maar wel informatie te kunnen geven over een vergelijkbare situatie. Daaruit blijkt dat de gemeente een dwangbevel of een aanmaning moet publiceren om te voorkomen dat een vordering verjaart. Het is het ‘meest zeker om een aanmaning openbaar te laten betekenen’. Dat kan volgens Stimulanz in de Staatscourant, maar in overleg met de deurwaarder kan het ook in een lokaal of landelijk dagblad.

De wethouder heeft over die verjaring overigens niets gezegd, het voornaamste argument was de ‘rechtsgelijkheid’ omdat mensen waarvan wel het adres bekend was wel bezoek van een deurwaarder kregen.

Wethouder Natasja Groothuismink (ROSA) lijkt ondertussen voorzichtig afstand te nemen van de manier waarop vermeende bijstandsfraudeurs met naam en toenaam in de officiële publicatie van de gemeente in het Nieuwsblad Zaanstad terecht zijn gekomen.

Ombudsman

Niet alleen de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft zich bij de gemeente gemeld, ook de Ombudsman van de Metropoolregio Amsterdam heeft contact opgenomen over de openbaarmaking. Daarnaast is een Woo-verzoek (Wet openbare overheid) door een derde partij ingediend.

B&W van Zaanstad leggen in een eerste Raadsinformatiebrief (en er is ‘op korte termijn’ meteen al een tweede uitgebreide brief aangekondigd) uit hoe de zaak er nu voorstaat.

De publicatie was op 30 april, op 2 mei schreef De Orkaan er voor het eerst over en op 8 mei werden er vragen in het Zaanstad Beraad gesteld. Het doel was volgens Zaanstad om ‘in contact te komen met inwoners zonder vaste woon- of verblijfplaats om [ten onrechte uitgekeerde bijstand] terug te vorderen’. Dat is overigens nog niet gelukt schrijft Groothuismink.

Adviezen

Zowel de Ombudsman als de AP ‘komen nog met adviezen over hoe we hier in de toekomst mee om moeten gaan. Het is goed dat deze partijen met ons meekijken, omdat we graag willen leren.’ Daaruit zou je voorzichtig af kunnen leiden dat de gemeente toch niet helemaal gelukkig met de zaak is.

Eerder zei de wethouder al dat het weliswaar ‘juridisch noodzakelijk’ was maar dat het college de werkwijze toch ging overwegen’. Ook in de Raadsinformatiebrief wordt daarop gezinspeeld: ‘Wij hopen hiermee te komen tot een handelswijze waarin het wettelijk kader en het vertrouwen van de inwoners in het (lokaal) bestuur in balans zijn’.

Sinds 9 mei is er contact tussen Zaanstad en de AP waar een melding binnenkwam naar aanleiding van de publicatie. De AP stelde daarover vragen. Zaanstad: ‘Het is op dit moment onbekend op welke termijn de AP met een advies zal komen over de publicatie van de gegevens’.

Verbindend

De Ombudsman van de Metropoolregio Amsterdam heeft ook contact met Zaanstad opgenomen. Op 26 mei is daar een gesprek over: ‘gezamenlijk wordt de werkwijze die tot publicatie heeft geleid doorgenomen en geëvalueerd’.

In de aangekondigde ‘uitgebreide raadsinformatiebrief’ wordt volgens het college ingegaan op ‘het wettelijk kader, het doorlopen proces, de achtergrond van de vorderingen en welke afwegingen er gemaakt zijn of hadden moeten worden gemaakt’. Helemaal gelukkig met hoe het is gelopen is Zaanstad niet:

‘Het maatschappelijk debat dat gaande is naar aanleiding van de publicatie laat ons niet onberoerd. Het college wil verbindend zijn richting de samenleving. Wij spannen ons ervoor in om hiervan te leren’.

Door Piet Bakker, Merel Kan en Nick Boeske op basis van Raadsinformatiebrief en eerder nieuws op De Orkaan. Afbeelding: gewraakte publicatie, met inzetjes van Natasja Groothuismink, Jurgen Nobel, Merlien Welzijn.