Jarenlang bijna dagelijks seksueel misbruikt worden door je eigen vader. Zo luidt het horrorverhaal dat de inmiddels volwassen vrouw maandag in de Haarlemse rechtszaal vertelde. Het vermeende misbruik zou in de jaren ’90 hebben plaatsgevonden in Zaandijk. De officier van justitie acht haar verklaring geloofwaardig en eist een achttien maanden onvoorwaardelijke celstraf.

‘Als ik als kind naar bed werd gebracht, zei mijn moeder: “Papa komt zo”,’ vertelde de vrouw in de rechtszaal. ‘Als hij binnenkwam, begon hij me te aaien en te strelen, zijn hand ging in mijn broek, zijn vinger in mij. Ik moest hem aftrekken tot hij klaarkwam op mijn hand. Dit gebeurde bijna dagelijks.’

Volgens haar begon het misbruik in 1993, toen ze tien jaar oud was en duurde het tot haar vijftiende. Tegen het einde van de periode van seksueel misbruik zou haar vader regelmatig hebben gezegd: 

‘Misschien kunnen we de volgende keer verder gaan.’

Schaamte

De vader in kwestie is J.V., een geboren en getogen Zaandammer die sinds enkele maanden in het Twentse Borne woont. Tijdens de zitting richtte de zichtbaar aangeslagen dochter zich emotioneel tot hem. ‘Jij, mijn vader, die mij had moeten beschermen,’ zei ze met gebroken stem. 

‘Ik heb dit nooit durven delen, uit angst, schaamte en walging. Nachtenlang lag ik huilend in bed, mijn zoontje in mijn armen. Hoe kun je je kind dit aandoen? Je gehijg in mijn oor hoor ik nog steeds. Ik dacht dat dit normaal was. Iedere keer voelde ik me vies en huilde ik in mijn bedje.’

Toen haar vader haar vroeg of hij haar zoontje één keer per week mocht zien, sloeg de paniek en ongeloof toe, vertelde ze. ‘Je hebt helemaal geen spijt. Je hebt mij beschadigd voor de rest van mijn leven.’

Eerder was V. al verdachte in een andere zedenzaak, waarin hij ervan werd beschuldigd een andere dochter van hem seksueel te hebben misbruikt. Die zaak werd destijds geseponeerd. De inmiddels overleden moeder zou over haar dochters hebben gezegd dat ‘het mongolen zijn’ en dat ‘ze alles bij elkaar liegen’.

Ontkennen

Twee jaar voordat de vrouw in 2023 aangifte deed, stuurde ze een e-mail naar haar vader. Daarin schreef ze onder meer: ‘Ik moet het echt gaan uiten. Ik ga geen aangifte doen, maar dit kan niet. Dit is walgelijk. Ik heb paniekaanvallen en flashbacks. Ik zou dit mijn kind nooit aandoen.’

V. verklaarde tijdens de zitting dat hij ‘volledig van de kaart’ was geweest na het lezen van die mail. Toch hield hij in de rechtszaal vast aan zijn standpunt: ‘Ik heb haar nooit seksueel misbruikt.’ Volgens hem gaat zijn dochter mee in fantasieën en verbeeldt ze zich dingen die nooit zijn gebeurd. ‘Je hebt het veel groter gemaakt dan het was. Ga verder en leef ermee,’ schreef hij twee jaar later in een e-mail naar haar.

Wat er volgens V. wél is gebeurd? Hij verklaarde dat hij zijn dochter alleen naar bed bracht, met haar ‘kroelde’, haar buik aaide en soms haar bil aanraakte, ‘omdat zij mijn hand daarheen leidde’. Van seksuele handelingen zoals zijn dochter die beschrijft zou volgens hem geen sprake zijn geweest.

Opmerkelijk genoeg erkende V. in de rechtszaal dat hij zich wel schuldig voelt over het feit dat zijn dochter ‘zoveel heeft moeten meemaken bij de psycholoog en in therapie’. Ook zei hij: ‘Ik heb er mijn hele leven al spijt van dat ik haar naar bed heb gebracht.’ Volgens hem worden dingen nu door zijn dochter anders herinnerd dan ze in werkelijkheid zouden zijn gebeurd.

De rechtbank confronteerde V. met het spanningsveld tussen zijn eerdere e-mails en zijn verklaringen ter zitting. ‘Uit de mails lijkt het alsof u vindt dat u iets heel ergs heeft gedaan, terwijl u nu zegt dat het alleen om kroelen ging. Klopt dat wel met elkaar?’ V. kon daar geen helder antwoord op geven.

Gevangenisstraf

Volgens de officier van justitie is het verhaal van de dochter geloofwaardig en consistent. Ook de e-mailwisseling tussen haar en haar vader ondersteunt volgens het Openbaar Ministerie haar verklaring. ‘Het verhaal is wettelijk en overtuigend te bewijzen,’ stelde de officier.

Van de dochter zelf hoeft haar vader geen gevangenisstraf; zij wil vooral erkenning. Omdat die erkenning er volgens het OM niet kwam, acht de officier een celstraf toch op zijn plaats. Hij eiste achttien maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Daarnaast vraagt de dochter een schadevergoeding voor immateriële schade van € 9.000. De officier verzocht de rechtbank deze vordering volledig toe te wijzen.

De advocaat van V. stelde dat de bezwaren tegen haar cliënt niet kloppen en pleitte voor volledige vrijspraak. Als laatste woord zei V.: 

‘Mijn wereld stortte in, alsof ik een klap voor mijn kop kreeg. Ik zag het nut van mijn leven niet meer. Dat ik mijn dochter seksueel zou hebben misbruikt, waar haalt ze dat vandaan? Ik weet dat ik geen goede vader ben geweest en dat ik hulp had moeten zoeken bij de opvoeding. Maar ik heb haar nooit misbruikt. Mijn hart zit op de goede plaats.’

De rechtbank doet op 18 juni uitspraak.

Door Nick Boeske. Info: zitting rechtszaal. Foto: De Orkaan.