Illegale arbeid en uitkeringsfraude bij Gunay in Zaandam: na een controle van de Arbeidsinspectie raakten de populaire lunchroom en het nieuwe Sweets Café aan de Gedempte Gracht hun exploitatievergunningen kwijt en zijn de panden gesloten. Nu ligt de zaak bij de rechter in Alkmaar.

De eigenaren van de twee ondernemingen vragen de rechter de sluiting voorlopig op te schorten. Tijdens de zitting van woensdag 4 juni bleek dat niet alleen zij, maar ook de voorzieningenrechter stevige twijfels heeft bij het juridische fundament onder het besluit van burgemeester Hamming om de panden te sluiten en de vergunningen in te trekken.

Omdat de vergunningen zijn ingetrokken, mogen de horecazaken niet heropenen. Daarmee is de sluiting in feite blijvend, tenzij de ondernemers alsnog een nieuwe vergunning krijgen.

Inspectie

Opeenvolgende anonieme meldingen over onderbetaling en illegale arbeid bij de twee horecazaken lagen aan de basis van sluiting. Tijdens een controle werden verspreid over beide locaties dertien personen zonder geldige werkvergunning en drie medewerkers met een uitkering aangetroffen.

Bovendien bleek er op dat moment op beide locaties géén leidinggevende aanwezig te zijn, terwijl dit volgens de APV verplicht is. Op het moment dat de controleurs arriveerden, was een van de eigenaren onderweg naar de groothandel om spullen te halen voor de zaak. De andere eigenaar was melk aan het halen bij de supermarkt, nog met zijn schort om, en mocht bij terugkomst niet meer naar binnen. Volgens een van de eigenaren zou het kunnen dat er mensen werkten zonder de juiste papieren:

‘Als er mensen komen werken op gesprek, gaan ze mee draaien en daarna gaan we kijken of we een contract aanbieden of niet. Maar daarna bleek dat er een aantal geen werkpapieren hadden.’

Tegelijkertijd benadrukte hij dat er ook medewerkers aanwezig waren die wél de juiste papieren hadden. Zelf gaf hij toe: 

‘Door onze nonchalance zijn we er een beetje de dupe van geworden.’

Slecht leefgedrag?

Dat er geen mensen zonder de juiste papieren mogen werken, of met een uitkering, stond voor alle partijen buiten kijf. Ook dat er volgens de APV altijd een leidinggevende aanwezig moet zijn, was niet in geschil. De discussie draaide vooral om de vraag of de burgemeester op basis van deze overtredingen de juiste juridische stappen had gezet.

Volgens de gemeente was het oordeel ‘slecht levensgedrag’ terecht, omdat het werken met mensen zonder papieren volgens hen structureel onderdeel was van de bedrijfsvoering. De ondernemers vinden dat veel te zwaar: er zijn fouten gemaakt, maar van opzettelijke ondermijning of zware criminaliteit is volgens hen geen sprake.

Ook de sluiting van de panden riep vragen op. Volgens de rechter wordt die maatregel normaal ingezet bij ernstige verstoringen van de openbare orde, zoals geweld of drugscriminaliteit, niet bij arbeidsrechtelijke overtredingen. Herhaaldelijk vroeg hij of er misschien méér speelde, bijvoorbeeld criminaliteit of andere ondermijnende activiteiten.

Zelfs aan het slot van de zitting stelde hij die vraag nog eens. Uit zijn toon bleek dat hij nauwelijks kon geloven dat Zaanstad alleen op basis van deze overtredingen zo’n zwaar besluit had genomen. Volgens de gemeente speelde er niets anders.

Kritisch

Toen de rechter vervolgens vroeg waarom er niet was gekozen voor alleen een tijdelijke sluiting — in plaats van het intrekken van de vergunningen – antwoordde de advocaat van gemeente dat de ondernemers een nieuwe vergunning kunnen aanvragen, waarbij dan opnieuw zou worden getoetst, inclusief een Bibob-onderzoek. In de praktijk betekent dit echter dat de zaken gesloten blijven totdat zo’n nieuwe vergunning wordt verleend. De rechter noemde die kans gering. ‘Dit etiket kleeft heel lang,’ zei ook de advocaat van de exploitanten. ‘En met een Bibob wordt het bijna onmogelijk.’

Verder was de rechter kritisch op de werkwijze van de gemeente. Zo moest ter zitting lang worden gezocht naar de precieze juridische grond voor de sluiting, terwijl volgens de rechter de gekozen basis hier eigenlijk niet passend is. Ook de stukken waren volgens hem slordig aangeleverd:

‘In elke zin staat een taalfout. Ik vroeg me tijdens het lezen soms echt af: wie heeft dit geschreven?’

Aan het einde van de zitting kreeg een van de eigenaren nog het woord. Hij benadrukte dat hij en zijn familie ‘geen slechte mensen zijn’ en de zaak al acht jaar met hart en ziel runnen:

‘Als er echt iets ernstigs was geweest, dan was dat toch niet acht jaar onopgemerkt gebleven?’

De impact is groot: hij slaapt al een maand slecht en heeft er psychisch en mentaal veel last van. Ook voelt hij zich niet gehoord. Herhaaldelijk heeft hij om een gesprek met de burgemeester gevraagd. Maar pas na veel aandringen en zelf bellen kwam er kort voor de sluiting een gesprek met iemand van de gemeente. Dat gesprek duurde maar twee minuten. ‘Ik zal dit mijn hele leven niet vergeten.’ Maar ondanks dat gelooft hij dat rechtvaardigheid uiteindelijk zal zegevieren.

De uitspraak wordt op 18 juni verwacht.

Door: Nick Boeske. Info: zitting en eerdere artikelen. Foto’s: Pim Ulle.