Herfst. Het landschap oogt aangeharkt, sloten worden geschoond en langs de oevers ligt een rouwrandje. Het waterpeil is verlaagd naar winterstand, waardoor de gemiddelde sloot nog leger oogt. De weidevogels vertrekken – er valt weinig meer te halen.
Maar onder water begint juist een trektocht. Niet alleen de aal gaat op pad, ook de stekelbaars.
De sloot: Nederlandse vinding
De sloot is een oer-Hollandse uitvinding. Ze ontstond om water snel van hoog naar laag af te voeren in ons drassige land. Zo werden vanaf de duinrand sloten gegraven om land bruikbaar te maken. Handig bijproduct: sloten dienden meteen als perceel- of gemeentegrens. Hoe meer slootwater, hoe beter.
In de tijd van de vaarboeren – ook in Assendelft – was het slootennetwerk enorm. Alleen al boven het IJ ligt meer dan 20.000 kilometer sloot, met 40.000 kilometer oever. Oeverloos geleuter bij het waterschap krijgt zo een nieuwe betekenis.
Leven in de sloot
Sloten zijn cruciaal voor insecten en daarmee voor jonge grutto’s. Muggen, kevers en waterjuffers ontwikkelen zich in slootwater en vormen voedsel voor de weidevogels.
Ook de kleinste gewervelde van Nederland leeft er: de tiendoornige stekelbaars. Grappig genoeg heet die in het Engels en Duits de negendoornige. Tellen blijft lastig.
Mijn favoriet is echter de driedoornige stekelbaars. Een vis zonder schubben, maar met beenplaatjes. Meestal onopvallend, behalve in de paaitijd. Dan verandert het mannetje in een fel gekleurde Spike: turquoise rug, blauwe ogen en een felrode keel. Hij bouwt een nestkokertje, lokt een vrouwtje en bevrucht de eitjes. Een toneelstukje dat aan Cruijff doet denken: “Je ziet het pas als je het doorhebt.”
De driedoornige is familie van het zeepaardje, waar het mannetje zelfs de jongen uitbroedt. Onze Spike is iets minder zorgzaam: zodra de jongen uitkomen, mogen ze het zelf uitzoeken.
Backpackers van de polder
In de herfst trekken jonge driedoornige stekels massaal naar zee. Ze passeren gemalen en bereiken als zilvergrijze backpackers de Noordzee. Daar groeien ze van 2 naar 9 à 10 centimeter, met een dieet van wadpieren en garnalen.
Na de winter keert het verlangen naar ‘hotel Mama’ terug. Vanaf februari trekken ze via het Noordzeekanaal naar de polder. Vrijwilligers turen dan bij Nauerna, de Overtoom en het Zaangemaal of de stekels arriveren. Zaagbekken (eenden) zijn hun concurrenten én verklikkers: zie je ze duiken, dan zijn er stekels.
Dit voorjaar kwamen er opvallend weinig terug. Door de droogte in april werd er nauwelijks water geloosd, waardoor de vissen hun weg niet konden proeven.
Hoe herken je een migrant?
Wil je weten of er een backpacker in jouw sloot zit? Meet zijn lengte:
- Polder-steek: 4–5 cm
- Zee-backpacker: 9–10 cm
Daarnaast verandert de kleur razendsnel. Vanuit zee zwemmen ze zilvergrijs naar binnen, maar binnen 15 minuten kleurt hun lijf groen: betere camouflage in polderwater.
Tip voor een digitale detox
Ga op een rustige herfstdag met een schepnet en jampot naar de sloot. Kinderen vinden het geweldig, en jij ook. Kies een berm waar de maaiboot nog niet langs is geweest en laat je verrassen door wat er allemaal omhoog komt.
Door: Hans Roodzand, Aquatisch ecoloog.
Volgens de Zweedse media die ik actief volg is dit fraaie visje in de Oostzee een bedreiging voor de snoek en baarsstand in de kustwateren omdat het verzot is op kuit van beide vissoorten. Geen lekkertje, dus. Letterlijk…..