De huurder van een woning aan de Indigostraat in Zaandam is het niet eens met de sluiting van zijn woning en maakt bezwaar tegen dit besluit. Volgens zijn advocaat was de sluiting onterecht en disproportioneel, omdat er in de woning zelf geen drugs of handelsattributen zijn aangetroffen en de bewijslast van de gemeente volgens haar onvoldoende is.
De man werd op 22 mei 2025 aangehouden bij winkelcentrum Rozenhof op verdenking van handel in drugs bij een gezamenlijke actie van het Interventieteam, Straattoezicht en de politie. Kort daarna zagen toezichthouders – terwijl hij in hechtenis zat – drie mannen zijn woning binnengaan en even later naar buiten komen met een blauwe tas waar drugs in bleken te zitten.
Op basis van deze waarnemingen, een eerder opgelegde last onder dwangsom en het verleden van de huurder besloot burgemeester Jan Hamming op 11 juni om over te gaan tot sluiting van de woning voor drie maanden op grond van artikel 13B van de Opiumwet. De woning bleef van 22 mei tot 22 augustus dicht. Volgens de advocaat duurde de sluiting enkele dagen te lang.
Schadevergoeding
Tijdens de hoorzitting op dinsdagavond 7 oktober legde de advocaat uit dat het belang van de zitting een schadevergoeding is. Zij stelt dat de sluiting niet alleen onterecht was, maar ook te lang duurde.
Volgens haar zijn er geen drugs, weegschalen of verpakkingsmateriaal in de woning gevonden, alleen € 1.400 aan muntgeld. Volgens de advocaat leidde de burgemeester hieruit af dat de woning is gebruikt voor handel. Het ging echter om speciale munten die de huurder spaarde. Na inname door de politie is het waarschijnlijk in een geldmachine gestort en kreeg de huurder het bedrag terug. De oorspronkelijke waarde is daarbij verloren gegaan.
Aannames
De advocaat voerde aan dat de aanhouding van haar cliënt plaatsvond bij het winkelcentrum, niet in zijn woning. ‘Hoewel een kennis de woning verliet met een blauwe plastic tas met drugs, is niet vastgesteld dat het daadwerkelijk ook uit die woning komt. ‘We weten niet wat die mannen onder hun jas of in hun zak hadden. Dat zijn allemaal aannames die niet vaststaan voor ons.’ Volgens de huurder kwamen de mannen naar de woning om enkele zeldzame Pokémonkaarten op te halen.
Tot slot noemt ze de sluiting disproportioneel, vooral gezien de persoonlijke situatie van de huurder: hij is de enige huurder, heeft psychische klachten, en zijn partner is hoogzwanger.
Loop naar woning
De vertegenwoordiger van burgemeester Hamming luisterde naar eigen zeggen met ‘stijgende verbazing’ naar het betoog. Hij stelde dat het besluit gebaseerd is zowel op waarnemingen bij het Rozenhof van gemeentelijk toezichthouder en agenten en vervolgens waarnemingen van gemeentelijk toezichthouders over het feit dat er drie personen naar de woning komen.
Die drie personen zijn bekenden van de politie en bekenden in het drugsmilieu. Bovendien zou het volgens hem ook wel lastig zijn om zo’n blauwe plastic tas met een pannetje erin ongezien onder je jas naar binnen te krijgen. Volgens hem is het daarom evident dat er een ‘loop naar de woning’ is.
Noodzakelijke sluiting
De aannemelijkheid van drugshandel is wat de vertegenwoordiger van de burgemeester betreft wel degelijk bewezen. Hij verwees daarbij naar de uitspraak van de kantonrechter, die het aannemelijk vond dat de drugs in de blauwe tas afkomstig waren uit de woning van de huurder.
De huurder had al vóór het moment van aanhouding bij het Rozenhof een last onder dwangsom opgelegd gekregen. Dat weerhield hem er kennelijk niet van om toch te gaan dealen. Een waarschuwing zoals de advocaat voorstelt, lijkt de vertegenwoordiger van de gemeente dan ook ‘volstrekt, maar ook echt volstrekt ontoereikend in dit geval’. De sluiting was noodzakelijk en geschikt om de ‘loop’ en de bekendheid van de woning in het drugsmilieu weg te nemen.
De onafhankelijke hoor- en bezwaarcommissie van gemeente Zaanstad brengt binnenkort een advies uit over het bezwaar van de huurder.
Door Redactie De Orkaan, op basis van hoorzitting en eerder nieuws op De Orkaan.