Het vroegere ‘Wonen op vaders erf’ keert terug, maar met andere spelregels. Oostzaan heeft een ontwerp van de beleidsregel ‘Wonen in de Tweede Lijn’ ter inzage gelegd. Inwoners kunnen tot en met 19 december 2025 hun mening geven via een zienswijze.
Met deze stap krijgt een plan dat al jaren door Oostzaan zingt eindelijk vorm. Want ‘Wonen in de Tweede Lijn’ is de opvolger van wat eerder bekendstond als ‘Wonen op vaders erf’. Een idee dat in 2022 via een CDA-motie werd aangenomen in de gemeenteraad.
Van familie-erf naar tweede lijn
Het oorspronkelijke plan was eenvoudig: op het erf van Oostzaners zou ruimte komen om een woning voor een familielid in eerste of tweede graad te bouwen. Zo konden kinderen of ouders dicht bij elkaar wonen, zonder het dorp te verlaten.
Dat plan liep destijds vast op de provinciale beperkingen voor het Bijzonder Provinciaal Landschap Oostzaner- en Ilperveld. Nieuwbouw buiten de bestaande linten was daar niet toegestaan. De gemeenteraad drong aan op versoepeling van die regels, maar de provincie hield de deur dicht.
Sinds 1 januari 2025 is dat veranderd: de provincie heeft de Omgevingsverordening aangepast, waardoor kleinschalige woningbouw in of aan dorpslinten weer mogelijk is. Daarmee werd de oude wens nieuw leven ingeblazen onder een nieuwe naam.
Extra woning
Het nieuwe beleid maakt het mogelijk om achter bestaande woningen aan de linten een extra woning te realiseren. Dat kan gaan om nieuwbouw op het achtererf, maar ook om het ombouwen van een bestaande schuur of bijgebouw tot woonruimte. Een tijdelijke mantelzorgwoning kan bovendien een blijvende woonbestemming krijgen.
Het beleid richt zich daarmee niet langer uitsluitend op familie-erfconstructies, maar op zorgvuldig ingepaste kleinschalige uitbreidingen van de woonfunctie binnen de bestaande dorpsstructuur.
Waarom nu wel?
Met het beleid wil Oostzaan de leefbaarheid van het dorp en het draagvlak voor voorzieningen behouden. De vergrijzing en het kleiner worden van huishoudens zorgen voor druk op het voorzieningenniveau, terwijl er tegelijkertijd een groot tekort aan woningen is.
Door de recente versoepeling van de provinciale regels kan de gemeente nu wat ruimte bieden voor beperkte woningbouw binnen de linten, mits die past bij het historische karakter van het dorp.
Het dorpsgezicht
Nieuwe woningen moeten ondergeschikt blijven aan de hoofdwoning aan de straat en aansluiten bij de kleinschalige, eenvoudige bebouwing die kenmerkend is voor Oostzaan. Traditionele materialen als hout, rode baksteen en donkere dakpannen zijn gewenst, terwijl glanzende of kunststof varianten worden afgeraden. Ook de openheid van het landschap is een belangrijk uitgangspunt: doorkijken naar de polders moeten behouden blijven en het dorp mag niet veranderen in een woonbuurt achter de linten.
Pilot
Oostzaan begint voorzichtig met een vierjarige pilot. Per perceel mag slechts één woning in de tweede lijn worden gebouwd, met een maximale hoogte van één bouwlaag met kap – of twee bij een kapbergwoning. Het perceel moet groot genoeg zijn, de woning mag niet verder dan 25 meter achter het hoofdgebouw liggen en parkeren moet op eigen terrein gebeuren.
Wie van de regeling gebruik wil maken, moet een adviseur ruimtelijke ontwikkeling inschakelen en alle gemeentelijke kosten zelf dragen via een anterieure overeenkomst.
Oude droom
Of er straks daadwerkelijk Oostzaners op vaders – of moeders – erf gaan wonen, hangt af van de resultaten van de pilot en van de bereidheid van de provincie om elk initiatief afzonderlijk goed te keuren. Voorlopig ligt het ontwerp nog ter inzage tot 19 december 2025. Daarna besluit het college over de definitieve invoering.
Door Dorine Kat op basis van Beleidsregel Wonen in de Tweede Lijn Ontwerp, Raadsbericht Ontwerp-Beleid en beleidsregels Wonen in de Tweede Lijn en het Orkaan-archief. Foto: De Orkaan.
Veel beloven, weinig geven doet de gek in vreugde leven.
Al zo'n 15 jaar staat dit op de politieke agenda. De gemeenteraadsverkiezingen komen er aan en dit is weer eens nieuwe vorm van kiezersbedrog.
Een enorme verbetering: het is niet meer eigen volk eerst en alleen voor familie in de 1e en 2e graad. Alleen nog maar voor de haves en niet voor de havenotts. Tien jaar geleden werden wij benaderd of wij hier over na wilden denken i.v.m.een veilige plek voor een kwetsbare pleegzoon. De gemeente zou voor de vergunningen zorgen, wij zouden zelf financieren..Geen probleem met de provincie: binnen de contour. Vervolgens gebeurde niets. Zelf een kostbaar vergunningentraject gestart samen met Levvel. Uit de hoge hoed van de wethouders kwam als konijn het nieuwe woonplaatsbeginsel: ze hoefden niks en vervolgens werd het kind over de schutting gegooid naar de gemeente Amsterdam.
Het is deze week de week van de pleegzorg. De gemeente is verantwoordelijk voor de werving en het is oorverdovend stil. Alle pleegouders weggepest en de kinderen over de schutting gegooid ? In ieder geval geen bloemetje publiekelijk uitgereikt. Wij kregen overigens nooit een bloemetje alleen de handhaving op bezoek of er geen pleegkind illegaal in het tuinhuis verbleef. Nooit een reactie van het waarom gekregen. .
Ik raad de gemeente aan om de provincie in te schakelen en de beoordelingen en toetsing te laten doen e e.e.a.voor te leggen aan de Raad.. De gemeente houdt immers op te bestaan.