Mijn eerste kennismaking met de Duitse taal vond, behalve op het Zaanlands Lyceum, plaats in Tirol waar ik samen met Joke Klooster uit Assendelft een zomervakantie lang in een jongerenvakantiehuis werkte. Veel staken we er niet van op, omdat de kokkin en de werksters dialect spraken en de gasten Nederlands. Toch ontstond daar in het dorpje Kranebitten mijn liefde voor een taal, die mijn leeftijdsgenoten nog redelijk spraken maar die lange tijd door veel jongeren werd versmaad.

Het was op een avond met een prachtige sterrenhemel, toen iemand de lp’s van de Beatles links liet liggen en liederen van Schubert op zette, gezongen door Dietrich Fischer Diskau. Jammer genoeg kon ik de tekst toen niet helemaal verstaan.

Pas sinds 2012 ga ik meerdere malen per jaar op vakantie naar Duitsland, juist vanwege de taal. En steeds, ook nu in Rheinland- Pfalz, valt het me op hoe weinig Nederlanders er zijn. Dat zal ongetwijfeld wel het geval zijn in schoolvakantie en op toeristische plaatsen, maar ook in Saksen en Mecklenburg-Vorpommerden zag ik nauwelijks een geel nummerbord. Wat is daar de oorzaak van? 

Jammer genoeg mag het Duits op de middelbare school worden ingewisseld voor Chinees, Russisch of Spaans en was er lange tijd weinig animo voor de taal van onze buren. Gelukkig neemt de belangstelling van leerlingen toe. Dat is hard nodig omdat Duitsland verreweg onze belangrijkste handelspartner is. Vandaar mijn pleidooi voor de taal, die zoveel op ons Nederlands lijkt, maar daar toch even veel van afwijkt. Zo zijn woorden als Gegenstand, bellen en Mist gemene instinkers.

De Duitsers zelf beweren overigens ‘dat ze er een leven lang over doen om hun moedertaal te beheersen’. Aldus het tijdschrift Deutsch Perfect van Zeit- Sprache, dat ik graag raadpleeg om valkuilen in conversaties te voorkomen. Een vroegere collega omschreef zijn relatie met de taal heel mooi: ’Die Deutsche Sprache ist wie meine Frau, ich liebe sie so sehr, aber ich verstehe sie nicht. 

Door Anneke van Dok. Op de foto boven zie je Kranebitten, de foto komt van Wikimedia.