Jan van den Broek voelt zich betrokken bij de Zaanstreek; volgt het Zaanse nieuws op de voet en is dol op de volksaard van echte Zaankanters. Toch is de import-Zaankanter van deze week inmiddels een export-Zaankanter. 

Tussen 2000 en 2024 kreeg de Zaanstreek er 27.750 nieuwe inwoners bij. Daarvan kwamen er ruim 10.000 bij in de laatste acht jaar. In deze rubriek gaat De Orkaan op zoek naar de gezichten achter de verhuisstroom; wie zijn deze import-Zaankanters? 

Jan van den Broek is een geboren Amsterdammer, maar een getogen Zaankanter. Op driejarige leeftijd verhuist hij naar Zaandam. ‘Mijn vader was huisarts en hij kon een praktijkruimte krijgen op de Oostzijde.’ Al was Jan nog zo klein, hij heeft het eerder als te laat dan te jong ervaren.

‘Ik ben in Amsterdam geboren, maar mijn hart ligt bij de Zaanstreek.’ 

Lachend vertelt Jan over zijn vroegste herinnering in de Zaanstreek. ‘Toen ik drie jaar oud was, zei mijn moeder een keer: “Jongen, ga jij even naar de Coop om een brood te halen.” Ik moest mijn zusje meenemen. Voor de uitgang van de supermarkt stond een hond. Mijn zusje schrok en rende weg. Ik griste een brood mee, zonder te betalen, en rende achter haar aan.’ 

Jan heeft lange tijd in de Rosmolenbuurt gewoond. ‘Dat was vroeger écht een katholieke buurt. Alle kinderen gingen naar de Bonifatiusschool en bijna iedereen ging naar dezelfde kerk.’ 

Achter de nuchterheid van Zaankanters schuilt een groot hart, en dat waardeert Jan. In zijn tijd aan de Zaan is hij betrokken geweest bij alternatief jongerencentrum Drieluyck. Daar kwamen weleens bandjes optreden die geen Zaans publiek gewend waren.

‘Zaankanters zijn erg ingetogen, die laten niet merken dat ze laaiend enthousiast zijn.’

Als bandleden dachten dat zij niet in de smaak vielen, kon Jan hen geruststellen. ‘Dan zei ik: Jullie breken de tent af, alleen laten Zaankanters dat niet merken.’ 

Het leven van Jan krijgt een onverwachte wending wanneer zijn werkgever naar Gouda verhuist. ‘In die omgeving kende ik helemaal niemand, dus de knoop was snel doorgehakt: ik zou in Zaandam blijven wonen en een nieuwe baan zoeken.’ Maar dan loopt Jan de liefde tegen het lijf in Gouda. En al is hij zo dol op de Zaanstreek, Jan heeft de Zaan toch verlaten.

Het Zaandam waar Jan is opgegroeid, bestaat niet meer, volgens hem. ‘De stad is veranderd, de volksaard is veranderd, en ik ben veranderd.’ Al is dat laatste niet helemaal waar. Een Zaankanter kan de Zaan verlaten, maar de Zaan verlaat een Zaankanter niet:

‘Ik mag nog altijd graag een duivenkater kopen en ik gebruik termen als “kluft” en “druistig” – met de Zaanse eu.

Inmiddels woont Jan 25 jaar in Gouda. ‘Na al die jaren ken ik de weg een beetje, maar het is niet dat ik iets met de stad heb.’ Hij komt nog wekelijks in Zaandam om zijn familie te bezoeken. Dan wordt hij verwelkomd met de geur van cacao en overspoeld met warme herinneringen aan zijn jeugd. ‘Als ik de Zaanstreek binnenrijd en de cacaolucht ruik; dat voelt als thuiskomen.’ 

Zaanse schatten volgens Jan

  • ‘Een stukje wandelen over de Krommeniedijk kan ik iedereen aanraden. De dijk is omgeven door polders.’
  • ‘Ik kom net te weinig in de Zaanstreek om een favoriet restaurant te hebben. Maar ik heb wel eens eten gehaald bij PortoFino, een Italiaans [afhaal]restaurant aan de Zuiddijk. Dat beviel uitstekend.’ 
  • ‘Regelmatig loop ik met de hond een rondje door het Burgemeester In ’t Veldpark.’ 

Door Mila Lange. Portretfoto is aangeleverd door Jan zelf. Afbeelding Krommeniedijk door Lou Bronger.