Dikke sigaren en glazen whiskey, donkere achterkamertjes waar zakenmannen, politici en wetenschappers in het diepste geheim de koers van het land bepalen. Geheime genootschappen zijn altijd een voedingsbodem geweest voor vele complottheorieën en fantasieverhalen. Zoveel dat je haast zou vergeten dat de genootschappen zelf, wellicht niet boosaardig of oppermachtig, natuurlijk wel gewoon bestaan.
En één van de vijf meest geheimzinnige, exclusieve en machtige praatclubs heeft haar wortels in de Zaanstreek. Vijf jaar lang onderzochten Follow The Money-journalisten Bas van Beek en Birte Schohaus geheime genootschappen waarin de Nederlandse elite elkaar ontmoet. Zij schreven het boek: ‘Onder Ons’, over de vijf meest invloedrijke. Een van die genootschappen, de Pijp, kent zijn oorsprong op onze eigen Zaanse veenbodem.
Tijdens het begin van de twintigste eeuw veranderde er veel; de arbeidersbeweging werd alsmaar sterker. De socialisten behaalden overwinning na overwinning: eerst het algemeen mannenkiesrecht in 1917 en twee jaar later werd het algemeen vrouwenkiesrecht ingevoerd.
Ook op sociaal gebied boekten de socialisten successen. Met hulp van de vooruitstrevende liberaal Samuel van Houten werd in 1874 het kinderwetje ingevoerd. Het kabinet Pierson-Goeman Borgesius voerde eveneens vele hervormingen door1 en tot overmaat van ramp voor de industriebazen loodste de sociaal-confessionele politicus Piet Aalberse in 1919 de achturige werkdag door het parlement.2
In 1920 werkte in de Zaanstreek nog 57 procent van alle arbeiders in de industrie. De fabrieksarbeiders hadden zich in korte tijd massaal georganiseerd. De vakbeweging was uitgegroeid tot een machtige speler, waardoor de Zaanse industrie verdeeld raakte. De vakbond wist alle arbeiders te verenigen achter één gezamenlijk doel – iets wat de bedrijven zelf niet voor elkaar kregen.
AWV
Met het doel om tegenwicht te bieden aan de arbeidersbeweging werd de Zaanse Werkgevers Vereniging opgericht door drie Zaanse industriëlen. Cornelis Honig (van Honig), Hendrik Pieter Dekker (van zeepziederij ‘de Adelaar’ in Wormerveer) en Frederik Bloemendaal (van Rijstpellerij ‘Mercurius’ in Wormer dat later Lassie zou gaan heten).3
De vereniging groeide snel en al na vier maanden doopten zij zich om tot de Algemene Werkgevers Vereniging (AWV) zodat zij landelijk actief konden zijn. Zij werden de tegenpool van de vakbonden bij onderhandelingen. In plaats van dat elk bedrijf het los tegen de vakbeweging moest opnemen, stonden ze samen sterker.
Band
De broer van Hendrik Pieter Dekker, Jan Dekker, werd voorzitter van de vereniging. De Haarlemse leraar staatsinrichting Johannes Noback werd secretaris. Het was import-Zaankanter Noback die zag dat, hoewel de voordelen van samenwerking tussen ondernemers al duidelijk waren, er nog iets anders nodig was om ècht succesvol te zijn.
Hij had in andere functies, als het Centraal Overleg in Arbeidszaken voor Werkgeversbonden en als lid van de loononderhandelingscommissie met de overheid, directe invloed op en kennis van de manier waarop dergelijke partijen invloed kunnen uitoefenen.
Daarom keek hij verder; er was meer nodig dan formeel en zakelijk overleg. De ondernemers moesten een band ontwikkelen, was het idee. Dat moest gebeuren in besloten, geplande bijeenkomsten waar iedereen vrijuit kon praten, en de inhoud geheim bleef. Dat werd een vaste bijeenkomst, een genootschap, genootschap De Pijp.4
Strijd
De eerste bijeenkomsten werden georganiseerd in restaurant La Réserve aan het Rembrandtplein 44 in Amsterdam. Er werd bij de eerste bijeenkomst vastgesteld hoe het zou gaan werken.5 Meindert Honig schreef in 1992 in een brief dat toen het volgende werd afgesproken:
‘Tien keer per jaar bijeen te komen, altijd borrelen, eten en logeren in een buitenhotel, zaterdagmorgen wandelen of tennissen voor zover wij vrij konden nemen, zaterdag (sic) was nog bijna een normale werkdag. Ieder lid moest een spreekbeurt houden, hetzij over een ander onderwerp over zijn eigen bedrijf dat hem ter harte ging.’6
Onderling vertrouwen was cruciaal voor de strijd van de Zaanse ondernemers tegen de arbeidersbeweging en overheidsbemoeienis; dat onderlinge vertrouwen werd opgebouwd bij deze overleggen.
En zo doorstonden de ondernemers samen de financiële crisis van de jaren twintig en waren zij getuige van de opkomst van het fascisme in de jaren dertig.
Fascisme
Tijdens de Tweede Wereldoorlog veranderde er bij De Pijp niet zo gek veel. In de aanloop naar de oorlog hielden de leden zich al voor de oorlog bezig met de opkomst van het nationaal-socialisme. Zo schreef bankier en president van de Nederlandse Handelsmaatschappij, Daniël Crena de Iongh, voorzitter Johannes Noback in 1934 een brief waarin hij vroeg om iemand met verstand van die materie uit te nodigen.7
‘Misschien dat men den Heer Mussert zelf zou kunnen inviteeren?’8
Of er een lezing heeft plaatsgevonden, is onbekend9 maar de welwillendheid om naar gasten met een fascistische achtergrond te luisteren zat er zelfs al in voor de oprichting van het genootschap. In 1923, drie jaar vóór de formele oprichting van De Pijp, nodigde de AWV de Duitse Filosoof Oswald Spengler uit als spreker voor een buitengewone ledenvergadering. Spengler was een fascist10 en groot bewonderaar van de Italiaanse fascistische leider Benito Mussolini. Hij vormde een ‘intellectuele basis’ voor de NSDAP van Adolf Hitler, hoewel hij de antisemitische ideeën van deze beweging afkeurde.11

mr. dr. J.J.M. Noback.12
Spengler kwam op 20 juni 1923 naar de kleine zaal van het concertgebouw in Amsterdam13 om de Zaanse industriëlen toe te spreken. Daar vertelde hij over zijn gedachtegoed en smeerde de ondernemers honing om de mond met complimenten over hun bedrijfvoering en bestookte hen met angstige beelden over de ontwikkeling van het marxisme. De in 1919 aangenomen achturige werkdag noemde hij: ‘het systematisch in gevaar brengen van de grondslagen van het moderne bedrijfsleven’.14
Cadeautjes
Tijdens de oorlog bleef het netwerk van De Pijp functioneren. Er werden zelfs cadeautjes uitgewisseld. In mei 1942 stuurde Jan Dekker sr., eigenaar van de zeepziederij in Wormerveer, ieder lid een doos shampoo.15 Wat door zijn medeleden zeer werd gewaardeerd, en hij kreeg dan ook cadeautjes terug; een kistje bier bijvoorbeeld.
Het elitenetwerk was dus ook op praktisch vlak handig in tijden waarin schaarste zelfs de hoogste rangen van de beschaving raakte.
Na de oorlog nam het belang van de industrie in rap tempo af, en ook de Zaanse invloed binnen het genootschap ging in sneltreinvaart achteruit. Toch waren verscheidene Zaanse leden ook tot ver na de oorlog lid. Met name Jan Dekker sr. en Willem Kaars Sijpesteijn, mededirecteur van de Verenigde Textiel- en Oliefabriek, de latere Forbofabriek in Krommenie.16
Koningin
En het blijft een genootschap van de elite; zo’n genootschap volstaat niet zonder deelname van de grootste genootschaptijger van allemaal, prins Bernhard. De Pijp organiseerde ook een jaarlijkse ‘ladies night’, waarbij de echtgenotes van de leden aanschoven, dus ook koningin Juliana.
Op zich niet bijzonder dat de koningin met vooraanstaande individuen van het bedrijfsleven praat; wat bijzonder is, is dat het gebeurt op een besloten, geheimzinnige bijeenkomst, waar de bedrijfsleiders jaarlijks ongefilterde toegang hadden tot de koningin van Nederland.
Zo dineerde de koningin samen met De Pijp op 24 april 1953 op de Keukenhof, met Jan Dekker sr. en Willem Kaars Sijpesteijn ook op de beperkte (30 mensen) gastenlijst.17 Daarna was het gebeurd met de invloed van de Zaanse industrie binnen het genootschap. Maar de geheimzinnige praatgroep die voortkomt uit informele overleggen tussen Zaanse industriebazen bestaat nog steeds en oefent nog altijd haar invloed uit.
Lockheed
Begin jaren 60 werd ook Hans de Koster lid van de Pijp. Hij bleef lid toen hij in 1971 minister van Defensie werd. Dat kwam prins Bernhard, een jarenlange vriend van De Koster, wel goed uit. Bernhard werd tijdens de jaren 70 namelijk beschuldigd van het aannemen van steekpenningen van de Amerikaanse vliegtuigfabrikant Lockheed.
De Koster schond later als Kamerlid voor de VVD in 1975 de vertrouwelijkheid van de Tweede Kamer om zijn vriend te helpen. Toen er in de Kamercommissie voor Defensie een stemming over een onderzoek naar de prins zou plaatsvinden, deed de Koster een filibuster. Hij rekte net zolang tijd dat Kamerleden moesten vertrekken tot hij een meerderheid tegen het voorstel had.18
Op deze wijze helpt lidmaatschap van De Pijp mensen; het genootschap heeft niet stiekem de macht in het land (voor zover wij weten), maar de connecties die lidmaatschap met zich meebrengt, zorgen automatisch voor een betere machtspositie. Ook vandaag nog zet deze manier van werken zich voort, niet in de openbaarheid, maar achter de schermen, waar de elite op besloten bijeenkomsten de problematiek van de tijd bediscussieert en elkaar, waar nodig, een handje helpt.
Door Marijn Kerkhoven op basis van het boek Onder Ons van Birte Schohaus en Bart van Beek van onderzoeksplatform Follow the Money. Verder op basis van de volgende bronnen:
- CBS, Geschiedenis van de sociale zekerheid in beeld; 25-09-2024 ↩︎
- Montesquieu instituut, parlement, Mr. P.J.M. (Piet) Aalberse. ↩︎
- Zaanwiki, Zaanse Werkgeversverenigingen 3.2 De Algemeene Werkgevers Vereeniging (AWV) ↩︎
- Birte Schohaus en Bart van Beek, Onder Ons; p. 57. 2025 ↩︎
- Birte Schohaus en Bart van Beek, Onder Ons; p. 58. 2025 ↩︎
- M. K. Honig, brief. 14-02 1992 ↩︎
- Birte Schohaus en Bart van Beek, Onder Ons; p. 80. 2025 ↩︎
- D. Crena de Iongh, brief aan J. J. M. Noback; 17-01-1934 ↩︎
- Birte Schohaus en Bart van Beek, Onder Ons; p. 80. 2025 ↩︎
- Oswald Spengler, Jahre der Entscheidung; p. 202. 1933 ↩︎
- John Ganz, Thiel, Schmitt and Spengler; 24 Juli 2022 ↩︎
- Werkgeversvereniging AWVN, Geheugen van de polder H6, fotobijlage ↩︎
- De Zaanlander; p. 13. 09-06-1923 ↩︎
- De Zaanlander; p. 10. 23-06-1923 ↩︎
- J.A. Dekker, brief aan leden van de Pijp; 29-05-1942 ↩︎
- Zaanwiki, Kaars Sijpesteijn ↩︎
- Birte Schohaus en Bart van Beek, Onder Ons fotobijlage; p. 6. 2025 ↩︎
- Birte Schohaus en Bart van Beek, Onder Ons; p. 140. 2025 ↩︎
Dit is werkelijk schandalig. Breg het landelijk in de openbaarheid.