Rudy Seca was onder ‘valse voorwendsels’ naar Café de Fabriek in Zaandam gelokt. Hij zou dit jaar uitverkoren zijn om op de knop te drukken om de Kaaijk-ster bovenop de Saentoren te ontsteken.

Dat was inderdaad zijn taak, maar na afloop werd hij door loco-burgemeester Natasja Groohuismink geëerd met de erepenning van Zaanstad. Zij roemde zijn verdienste als ‘verbinder en bruggenbouwer’ in Zaanstad.

Seca is volgens Zaanstad:

“een onmisbare schakel, die gevraagd en ongevraagd zijn hulp aanbiedt. Bij zijn baan als maatschappelijk werker, maar zeker ook daarbuiten. Met name voor de Surinaamse en Antilliaanse gemeenschap heeft hij zich, sinds zijn komst naar Nederland, enorm  ingezet.”

Seca kwam in 1965 vanuit Suriname naar Nederland en werkte tot zijn pensioen als maatschappelijk werker bij de Sociaal Maatschappelijke Dienst (SMD) in Zaandam. Hij zette zich daarnaast ook meer specifiek in voor Surinamers en Antillianen. Eerst bij de stichting Surbeza te Zaandam (1976-1990) en sinds 1990 tot aan zijn pensioen, bij de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening (Madi). Vanaf 1973 hielp hij enkele jaren lang Surinaamse en Antilliaanse drugsverslaafden in Amsterdam. Ook gaf hij vrijwillig cursussen, zoals aan groepen die door een echtscheiding gingen.

Rudy Seca stond ook aan de wieg van het Bureau Discriminatiezaken, dat als Meldpunt Discriminatie Zaanstreek in 1993 werd opgericht, tot 2015 was hij bestuurslid. Hij was actief in de Commissie voor de Raad voor de Kinderbescherming, de Adviescommissie inzake belangen Surinamers en Antilianen, het Integrale Onderwijs Minderheden, de Trefcentrumraad en de gemeentelijke Commissie Minderhedenbeleid. Ook was hij betrokken bij lokale initiatieven als ‘Koloniale sporen in mijn buurt’, na de Schipholbrand richtte hij de Initiatiefgroep Herdenking Schipholbrand op.

In 2002 ontving Seca al een Koninklijke onderscheiding voor zijn dertig jaar aan vrijwilligerswerk, en werd benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.

Als extra verrassing zong Miss Beulah met haar fluwelen stem een aantal songs voor Rudy:

Geschiedenis Kaaijkster

Nico van Braam namens De Maatschappij Zaanstreek Waterland

De ontsteking van de Kaaijkster-ster is een initiatief van De Maatschappij, De Orkaan, de Saentoren en Café De Fabriek. Namens De Maatschappij belichtte Nico van Braam de geschiedenis van de ster:

Lex Oudendijk, chef van de technische dienst van Albert Heijn, stond in 1980 aan de wieg van de ster. In 2015 bleef het donker op de Saentoren. Via De Orkaan werd daar flink over geklaagd en het bleek dat er veel mensen zijn die er waarde aan hechtten. De ster bleek versleten te zijn, en het begon gevaarlijk te worden om hem nog omhoog te hijsen. Metaalman Jan-Willem Kaaijk las dat nieuws en hij bood aan om een nieuw exemplaar te maken. Dat deed hij met leerlingen techniek van het Trias VMBO en hun bevlogen docent Len Thesing.

Jan-willem Kaaijk (blauw pak) inspecteert de oude ster juni 2016

Helaas werd Jan-Willem ziek en overleed hij. Zijn medewerkers (en opvolgers) namen de ster over en zij zorgden ervoor dat het stadssieraad weer stevig en veilig op de toren kwam te staan. Daarop doopt burgemeester Jan Hamming de ster om tot ‘Kaaijk-ster’.

Ter nagedachtenis aan Jan-Willem Kaaijk, die veel betekende voor de Zaanse gemeenschap, besloten de Maatschappij, Café de Fabriek, De Orkaan en de Saentoren, dat we elk jaar op zoek gaan naar een persoon die zich ook inspant voor anderen om op de rode knop te drukken om de ster te ontsteken.

De nieuwe (huidige) ster

Dit jaar ontstak Rudy Seca de Kaaijk-ster dus. Van Braam:

‘Rudy is een bekende Zaankanter. Hij staat bekend om het maatschappelijk werk dat hij deed en nog altijd doet. Altijd met volledige toewijding. Hij betrekt mensen bij die maatschappij en wijst de weg. Toen zijn naam genoemd werd, was voor ons direct duidelijk dat hij het moest zijn.’

Vervolgens werd Rudy Seca warm toegesproken door zijn zoon Juliën die hem niet alleen als mens maar ook als vader prees.

Juliën Seca

Luister naar het gesprek dat Edwin Kleiss vlak na de plechtigheid met onze nieuwe ereburger had:

Ja hoor, hij brandt!