De familie Zijlstra is klaar voor het dragracing seizoen dat deze meimaand begint. Niet alleen vader Sven komt in actie, ook dochter Nova en zoon Sietse reizen mee naar Frankrijk, Duitsland en Engeland waar de wedstrijden worden gehouden. Daar rijden zij jeugdwedstrijden. De racers worden ondersteund door opa Herman en oma Rita bij wie de liefde voor het racen ooit ontstond.

Het is een zonnige middag wanneer we Sven Zijlstra bezoeken in zijn garagebedrijf in Wormerveer. Met het sleutelen aan de auto’s van klanten bekostigd hij zijn passie. Ook de rest van de familie is aanwezig bij het interview. Voor de camera van de Orkaan duwen ze gezamenlijk Sven’s Chevrolet Vega uit 1974 naar buiten.

Er moet nog wel wat aan de auto gebeuren. De dikke banden moeten er nog onder, hij wordt nog afgesteld en Herman heeft een stoere sticker van The Joker besteld om de wagen mee te versieren. ‘Er staat “waarom zo serieus?” op. Dat past wel. Je moet het niet te serieus nemen.’

Opa Herman Zijlstra met de sticker van The Joker.

Dragracing

Dragracing is een tak van motor- en autosport waarbij vanuit stilstand op korte afstand wordt gereden door twee coureurs. Dat kan op twee wielen, zoals Zaankanters René van den Berg en Mike Olie doen op hun motoren, maar het kan dus ook op vier wielen en dat is nu net waar het virus oversloeg voor de Zijlstra’s.

Seizoen

Het seizoen start in het weekend van 16, 17 en 18 mei met een wedstrijd in Frankrijk. Sven Zijlstra komt uit in de Pro ET maar ook andere klasse’s komen daar hetzelfde weekend. ‘Dat gaat allemaal door elkaar’.

In de Pro ET klasse rijden auto’s van verschillende snelheden toch tegen elkaar. Sven legt uit dat je ook kunt winnen als je in één van de meest langzame auto’s rijdt. Je geeft vooraf namelijk aan hoeveel seconden je over de 400 meter doet, de ene coureur start dan eerder dan de andere.

Het reactievermogen bij de start is dan zeer bepalend voor het resultaat. Sven:

‘Ik kom straks tegen een meisje van 17 jaar te rijden die in een wagen rijdt die dezelfde snelheden haalt als mijn auto. Ze is op haar achtste begonnen met racen in een kleine Dragster. Ik ben heel benieuwd, zij reageert continu binnen een duizendste van een seconde.’

Deze Pro ET klasse is weer heel wat anders dan bijvoorbeeld de Top Fuel klasse waarin René van den Berg uitkomt. Herman legt uit dat het bij Team Zijlstra niet zo mega fanatiek gaat als bij Van den Berg en dat de techniek ook eenvoudiger is. Zelf heeft hij zich in het verleden vooral bemoeid met racen en sleutelde hij alleen omdat het nodig was. ‘Als het werkte vond ik het prachtig, zolang het maar heel bleef.’

De techniek waar Team Zijlstra mee werkt is heel simpel. ‘Niet te vergelijken met wat René doet, daar zitten allemaal computers in.’

Jaren ’70

Bewijsdrang naar vader Herman is er bij Sven zeker. Het allerbelangrijkste is voor hem dan ook dat hij de auto net zo hard laat gaan als toen zijn vader er nog in reed. Herman ziet daar de humor wel van. ‘Gisteren heb ik hem nog zitten stangen met mijn snelste tijd met die auto.’

Door Herman is het allemaal ontstaan en heeft vrijwel de gehele familie Zijlstra het racevirus te pakken gekregen. Voor de racewagen was er een Suzuki rijclub, De Treffers, waarmee tochten werden gemaakt door o.a. Noorwegen en Italië. Herman:

‘Één van die jongens begon met racen. Er werd een weg afgezet en een startpaal neergezet. Op een verlaten stuk weg, bijvoorbeeld in de polder bij Lelystad.’

Later was er het vliegveld in Drachten waar vanaf 1976 tot een paar jaar geleden gereden werd. Op de baan werd lijm met rubber aangebracht voor de grip. Het doet Herman nog steeds pijn dat dat nu voorbij is. ‘Er is geen plek in Nederland meer.’

Het racen begon voor Herman met een straatmotor, die werd verkocht waarna hij in 1985 de Chevrolet kocht. Daar werd gelijk een V8 motor ingezet. Rita, zijn vrouw, ging daar kort na de bevalling van Sven twee races mee rijden in Zandvoort en Drachten. ‘In Zandvoort reed ze de vangrail in.’

Nog steeds is er een aandenken aan die vangrail. Bij het sluiten van de achterklep moet die een beetje naar links worden geduwd om te passen. Na Rita’s raceavontuur ging de Chevrolet met Herman mee door Europa voor races. De familie reisde mee en de vakanties werden er eromheen gebouwd.

De kinderen werden daardoor ook aangestoken. Sven vertelt over zijn eerste ervaring op de baan. Hij ziet meteen het beeld voor zich dat hij zijn vader ging ophalen na de race. De wagen is namelijk niet gemaakt om aan het einde van een rechte run weer terug te gaan.

‘Ik stapte op jonge leeftijd al achter het stuur om die auto op te halen. Als hij wel zelf kon terugrijden mocht ik naast hem zitten en reden we terug. Er zit geen stoel in en ik kan me nog herinneren dat mijn vader even gas gaf. Opeens lag ik achterin. Dan leer je het wel, haha. Dat wilde ik ook.’

Zelf begon Sven rond zijn twintigste in een simpele stationwagen met een V8 en 150 PK. Een auto die is gemaakt ‘om mee over de Amerikaanse wegen te rijden’. Uiteindelijk kreeg hij toch de Chevrolet in bezit die van grote nostalgische waarde is voor de familie.

Eerste race

Sven weet nog goed hoe het ging met zijn eerste eigen races. Alles begint met de preparatie van de wagen, het proberen en knutselen met vader Herman. Dat ging altijd zo low budget mogelijk en het lachgas waarop werd gereden is serieus spul. Om dat gedoseerd in de straatauto te krijgen werd er een simpel knopje gemonteerd waarmee de toevoer met de hand aan en uit kon worden gezet. Op de Zaandamse Thorbeckeweg werd dat knopje eens goed getest.

Het mooiste van het racen is volgens Sven het ‘spel’ met de tegenstander naast je aan de startlijn.

‘De lamp, het groene licht, de geur van verbrand rubber, of je het scherpst bent van de twee. Maar je hoofd moet rustig zijn. Daar heb ik al een aantal keer de race op verloren. Er zijn wat stappen waar je met je hoofd bij moet zijn om de auto goed weg te laten rijden.’

Wereldje

Voor de Zijlstra’s gaat het in de race-weekeinden vooral om de gezelligheid onderling. Iedereen binnen het wereldje kent elkaar, helpt elkaar en is blij om elkaar weer te zien. Na de wedstrijd gaat de barbecue aan. Het gaat dan ook niet om de winst volgens Sven, maar toch baalt hij wel als er niet gewonnen wordt. ‘Zeker als ik het gevoel heb dat ik er wat aan had kunnen doen.’ Maar het ligt voor Sven ook aan de manier van verliezen.

Zo verloor de Zaankanter vorig jaar twee wedstrijden op ‘een hele mooie manier’. Zoals tegen een Duitse dame. Sven was sneller in zijn reactietijd maar toch ging het mis.

‘Op de eerste 200 meter zat ik voor haar en kwam ze bij. We hadden allebei een auto die iets te snel was. Dat werd spelen met gas want als ik te snel was gegaan lag ik uit de wedstrijd. Je mag niet onder een bepaalde tijd finishen. Voor haar gold dat ook. Aan het eind won ze op een honderdste seconde.’

De Chevrolet Vega wordt naar buiten gerold.

Nova

Nova en Sietse, de dochter en zoon van Sven, zijn ook met racen begonnen. Ze doen mee in de Junior Dragster klasse en rijden in de lage wagens die op de foto boven dit artikel te zien zijn.

De 14-jarige Nova ging al mee naar de baan in Drachten toen ze pas 1 of 2 jaar oud was. ‘Daar heb ik laatst een foto van gezien.’ Vorig jaar begon ze dan ook zelf met rijden, in een wagen met de motor van een grasmaaier die ongeveer 50 kilometer per uur reed.

‘De allereerste keer vond ik het wel heel spannend en wilde ik niet gelijk vol gas rijden. Het licht ging aan en toen heb ik het toch gedaan. Je gaat zo snel dat je er opeens al bent. Dan wil je nog een keer en nog een keer.’

Inmiddels is haar Dragster voorzien van een beter motor en haar vriendinnen op school vinden het bijzonder maar zouden het volgens haar ook eng vinden. ‘Andere kinderen denken weer dat het misschien iets te maken heeft met dragqueens, haha.’ Toch, wanneer ze zien wat het is zouden ze het ook een keer willen proberen.

Nova wil zeker doorgaan met de sport maar hoeft niet zo mega snel te gaan. Alles om de sport heen is ook al leuk genoeg. De gezelligheid met de hele ‘racefamilie’ uit alle landen. ‘Ik heb daar nu een vriendin uit Duitsland die ook rijdt.’

Nova en Sietse passen nu nog in hun Dragster voordat het echt tijd is voor het grotere werk, als ze dat willen. Maar dan staat de jongste dochter van Sven, Sophie, vast alweer klaar. Sven met de twinkels in zijn ogen: ‘Welk kind vindt het niet mooi om iets te mogen besturen of te mogen rijden.’

Door: Edwin Kleiss. Foto boven Vlnr: Kleine Sophie, opa Herman, Sven, Nikita, Sietse, oma Rita en Nova Zijlstra.