Voor de fototijdreis gaan we naar Wormerveer. We zien herberg De Jonge Prins op de hoek van de Marktstraat en de Zaanweg, één van de schepen van de Alkmaar Packet en oliemolen De Veerschuit in Wormer.
De tijd staat niet stil. Er wordt gebouwd en gesloopt, straten verdwijnen, nieuwe wijken verrijzen. Winkels gaan weg, bedrijven sluiten, groen maakt plaats voor nieuwbouw. De Zaanstreek is de afgelopen decennia sterk veranderd. De Orkaan brengt dat in beeld. Op één plek die in het verleden op de foto is gezet, maken we nu opnieuw ‘dezelfde’ foto. Zoek de verschillen…
De oude foto komt uit de beeldbank van de Zaansche Molen en stamt uit 1908.
Zaanbocht Wormerveer
We zien de Zaanweg met in het verlengde daarvan het Noordeinde met daar tussen het begin van de Marktstraat. Op de oude foto zien we links herberg De Jonge Prins en rechts de Veerdijk in Wormer met oliemolen De Veerschuit en de schuur van de gesloopte oliemolen De Kerkuil.
Op de foto staat één van de oudste delen van Wormerveer. Waar nu de Markstraat is, lag vroeger een sloot die met een sluis in verbinding stond met de Zaan. De Noordersluis was in de 15e eeuw gebouwd en zoals bij de meeste sluizen kwam er al snel een herberg, werden er huizen gebouwd en er werd handel gedreven. Deze sluis werd in 1734 vervangen en deze nieuwe sluis kwam een stukje zuidelijker te liggen, in het verlengde van de Sluissloot.
Wanneer herberg De Jonge Prins is gebouwd is niet bekend maar de eerste vermelding dateert uit 1612. De herberg stond toen bekend onder de naam De Drie Starren. Vanaf 1643 werd de gangbare naam De Jonge Prins. De naam zal afkomstig zijn van de Prins van Oranje. Het ‘Jonge’ is er vermoedelijk aan toegevoegd omdat er in Zaandam nabij de Hondsbossche Sluis een herberg met de naam Oude Prins stond. In de Franse tijd heette de herberg tijdelijk De Vrijheid.
De herberg heeft veel verschillende eigenaars gehad, de laatste was Hendrik Duits, die het café in 1939 overnam. De Jonge Prins had een centrale plaats in het Wormerveerse gemeenschapsleven, er werden veilingen gehouden, vrijwel alle toneel- en zanguitvoeringen vonden er plaats en handelaren van de markt deden er vroeger hun zaken. Ook was er vroeger een overdekte kolfbaan bij de herberg.
Tot aan het eind van de jaren ’70 had het gebouw een horecafunctie waarna het rond 1980 werd gesloopt. In de replica kwamen appartementen. Het nieuwe pand kreeg ook de naam De Jonge Prins.
Voor de herberg, aan de Zaan, zien we één van de boten van de Alkmaar Packet vertrekken bij de aanlegsteiger. De Alkmaar Packet was een beurtvaartrederij die hoofdzakelijk in Noord-Holland, passagiers- en vrachtdiensten onderhield. Het bedrijf was in 1864 opgericht door Cornelis Bosman en begint op 1 juli van dat jaar een dienst tussen Alkmaar en Zaandam met de stoomboot Alkmaar Packet 1.
Op deze route werd er aangemeerd in Akersloot, Markenbinnen, Oostknollendam, Wormerveer, Zaandijk, Koog aan de Zaan en Zaandam. Later werd de dienst uitgebreid naar Amsterdam en Haarlem en werden er ook andere lijnen geopend. Door de komst van de auto, vrachtwagen en het openbaar vervoer kwam er in 1950 een einde aan de rederij.
De salonboot op de foto is De Graaf Willem. Deze boot is gebouwd in 1883 bij scheepswerf ’t Hondsbosch in Alkmaar en was 28,20 meter lang, 4,75 meter breed en had een 30 pk motor. Het schip werd in 1924 uit de vaart genomen waarna het werd verkocht.
Molen De Veerschuit was een oliemolen waarvan het bouwjaar onbekend is, maar die al in 1654 bestond. De molen stond aan de Veerdijk, binnendijks, iets ten zuiden van de Zandweg in Wormer en dankt zijn naam aan het nabij gelegen Noorderveer dat een belangrijke schakel was tussen Haarlem en Purmerend. Ook Wormerveer heeft aan dit overzetveer haar naam te danken net als de Veerdijk.
De Veerschuit heeft in de 17e en 18e eeuw diverse eigenaren gehad en werd in 1804 gehuurd door Evert Smit uit Koog aan de Zaan die de molen vervolgens op 14 februari 1807 voor F. 2525,- kocht. Evert was in 1796 begonnen met oliemolen De Olievos in Westzaandam en zou uitgroeien tot één van de grotere olieslagers in de Zaanstreek. Op het hoogtepunt bezat hij twintig oliemolens, één pelmolen en ook plantages in Suriname.
Van 1811 tot zijn overlijden in 1843 was hij burgemeester van Koog aan de Zaan. Na zijn overlijden werd de molen verkocht aan Jan Timmer die ook eigenaar was van de Wormer oliemolen De Witte Duif en de Zaandijker oliemolen De Zwarte Ruiter.
In 1895 verkoopt de firma Jan Timmer en Zonen de twee laatstgenoemde molens en wordt De Veerschuit verhuurd waarna de huurders er cacaoafval mee gingen verwerken. In 1918 verkopen de erven Timmer de molen aan Leendert Groot uit Zaandam. Leendert liet een gasmotor in de molen plaatsen waarna deze in mei 1918 werd onttakeld waarbij de kap, roeden, staart en stelling werden verwijderd. Ook het rietdek werd verwijderd, waarna er een soort houten kist om de molen werd gebouwd.
Leendert Groot en later zijn beide zonen, gingen met de Veerschuit, naast het verwerken van cacao-afval, vetten uit vervuilde bleekaarde extraheren, hiervoor was in de molen een extractie-installatie gebouwd met een distilleerkolom. Het einde van de voormalige windmolen kwam op 25 september 1933 toen De Veerschuit in brand vloog waarbij het oude achtkant weer zichtbaar werd. De molen ging reddeloos verloren.
De Kerkuil stond ongeveer tegenover het Krommenierpad binnendijks aan de Veerdijk. De molen was in 1681 gebouwd als een enkelwerks oliemolen en de windbrief werd uitgereikt op 21 januari 1682 aan Pieter Dircxz. Stall terwijl de bijbehorende verbandbrief op 24 oktober 1684 werd verleend. Een verbandacte is een document waarin de molen als onderpand werd gegeven als de eigenaar zijn betalingen aan de staat niet nakwam.
In 1726 is De Kerkuil eigendom van Jan Visser, die later met zijn zoon Pieter de firma Jan en Pieter Visser zou oprichten en ook eigenaar van oliemolen De Visscher was. Toen de molen op 14 juni 1727 werd verzekerd bij het op die dag opgerichte Olieslagerscontract bleek dat De Kerkuil tot dubbele oliemolen was verbouwd.
De firma Visser zou ook nog gaan werken met de oliemolens De Liefde, Het Fortuin, De Bonte Kraai, De Bonte Ruiter en De Witte Bijl. Visser verkocht De Kerkuil in 1740 aan Jan Claasz. Mars. Na het overlijden in 1795 van deze Jan Claasz. Mars werd Willem Jansz. Couwenhoven uit Jisp eigenaar. Deze familie bleef tot 1845 eigenaar van de molen waarna De Kerkuil werd verkocht aan Albert Vis uit Wormerveer.
Vis verkocht zijn molen in 1854 aan de firma Koekenbakker & Boekenoogen uit Wormerveer. Wie de laatste eigenaar/ eigenaren waren is niet bekend. De molen werd in 1875 uit het Olieslagerscontract geschrapt maar werd niet gesloopt, mogelijk werd hij ergens verzekerd. Het einde van de De Kerkuil kwam in 1892 toen de molen werd gesloopt.
De schuur bleef staan en werd ingericht als woonhuis. Op 18 december 1922 verbrandde deze schuur. De bewoners van de schuur hadden een aap als huisdier en tijdens een onbewaakt moment gooide het dier het theelicht dat op petroleum brandde om, waarna de schuur vlam vatte en geheel verloren ging. De aap had geen geluk, want hij kwam om tijdens de brand.




Bekijk hier alle fototijdreizen.
Foto en tekst 2025: Bert Versteeg. Bronnen: Zaanwiki, Gemeentearchief Zaanstad, Wikipedia en archief
Beeldbank Zaansche Molen.
Is de molen op de achtergrond niet een molen waar nú Gerkens cacao gevestigd is? En misschien mogelijk molen de “de Mol” heet?
De in de tekst genoemde Hendrik Duits (geb. 1895) die in 1939 de Jonge Prins kocht, is niet de laatste eigenaar. In 1958 is de zaak overgenomen door zijn zoon en zijn vrouw, Hen(dri)k (geb. 1927) en Ali Duits. Zij zijn tot 7-7-'77 de laatste eigenaars geweest.