Gisteren plaatsten we een stukje met daarbij machtige foto’s van Marjolein Lensink-Neijzing. Zij fotografeerde noeste arbeiders die de gracht van de Gedempte Gracht moesten ontdoen van kroos. Dat zijn die kleine, drijvende groene plantjes zonder stengel.

De kop luidde: ‘Zaandammers zijn toch Kroosduikers!’ En daarmee probeerden we, vrij opzichtig, een gebbetje, giebelegeintje te maken. Dat werd niet door iedereen begrepen.

De reacties via de sociale waren niet van de lucht: ‘Kroosduikers zijn Westzaners!’, ‘Echt niet WESTZAANERS zijn kroosduikers’, ‘Heel triest als de redactie van De Orkaan denkt dat Zaandammers kroosduikers zijn’, met daarop de reactie: ‘Dat zijn geen Zaankanters dus….’.

Nu denken we niet dat onze grapjes leuk zijn voor iedereen – zelf vinden we ze altijd top -, maar het doorklikken naar de inhoud (en daarmee de prachtig foto’s van Marjolein), is vaak best informatief. Vandaar de tip: Even lezen.

Nog zo’n tip: struin eens door de Zaanwiki. Wij vonden er dit lijstje. En het mooie is, dat als je zaken mist en denkt aan te kunnen vullen, dan kan je er zelf aan meeschrijven. Sommige dingen doe je samen.

Bijnamen voor inwoners:

  • de Westzaners worden Kroosduikers genoemd, 
  • de Assendelvers Gortzakken ook wel Gortbuiken en vroeger ook Spanjolen, 
  • zowel Krommenieërs als Kogers stonden als Koekvreters bekend, 
  • Kogers werden ook wel eens Stijfselkneters genoemd, 
  • Zaandijkers werd Krentekakkers nageroepen, 
  • inwoners van Wormer werden Boonpeulen ook wel Stienegooiers genoemd, 
  • Jispers gingen als Uilen en Orebaiters door het leven, 
  • Wormerveerders worden Gladoren genoemd als verwijzing naar de vele oliemolens in deze gemeente,
  • Oostzaners heetten doorgaans Iendepulle, eendepullen, of in de 19e eeuw, ook wel Doppehokkers vanwege de Oostzaner eendehouders die in doppehokken opgeslagen afval van de pelmolens plachten op te kopen. 
  • De bijnaam van de Zaandammers, Galgezagers, herinnert aan het omzagen van de galgen waarmee de gehangenen na het Turf oproer van 1678 waren terechtgesteld.

Door: Merel Kan