Opgegroeid in de Haarlemmermeer op 100 meter van een startbaan had ik thuis al snel het betere ‘Winnie’-gevoel. Dat wil zeggen, wegwezen voor het vliegtuiggeluid. Door de liefde ben ik in de Zaanstreek beland op een locatie die zich nu het beste laat omschrijven als de oprit van de A8-A9, kortom de Dorpsstraat anno nu in Assendelft.

Gevlucht voor die vliegtuigen viel de eerste nacht in Assendelft al meteen op dat als je je raam openzet je een 1) hor nodig had en dat je evengoed wakker werd van 2) de tochtige koeien en 3) een orkest van de boerennachtegalen. 

Ad 1) Bleek al snel dat een muggenbult toch een handtekening is van een stekelig muggenwijf dat je moet buitensluiten, en 2) die tochtige koeien hoor je niet meer, want ze staan nu op stal te wachten op hun inseminatie. Waar de muggen nu zo goed als verdwenen zijn, zijn die vliegtuigen meegelift en fors toegenomen, en is er in Assendelft meer geluid dankzij de Polderbaan. Maar 3) die boerennachtegalen… die zijn in aantal toegenomen.

Had ik eerst nog veel rugstreeppadden op mijn erf, na de herinrichting van mijn rustplek zijn er vlinders en wilde bijen voor teruggekomen. Ook is het landschap van ‘mijn’ deel van Assendelft zichtbaar en onherstelbaar verbeterd. De rugstreeppad zie of hoor je niet meer, maar de groene kikker wel. Dat is te zeggen: in de hoogwatersloten aan weerszijden van de Dorpsstraat, die relatief zoet zijn en waar nog voldoende oever- en waterplanten voorkomen en relatief weinig reigers, lepelaars of ooievaars zijn, daar zitten veel groene kikkers. Aanmerkelijk meer zelfs dan in de jaren 2000.

Buiten de hoogwatersloot staat in de kavelsloten nauwelijks water en is er geen doorstroming. Dat betekent dat er enorme hoeveelheden ammoniak (gas) gevormd worden; dat is toxisch voor vissen en kikkers, dus daar komen ze niet (meer). Ook wordt er veel stikstofoxide (NO = lachgas) gevormd in dergelijke bodems en misschien is het daarom dat menig plattelandsbewoner bij deze boodschap toch een nogal blij ei blijft.

Goed dat het voorspoedig gaat met de groene kikker, want de kikker is toch een beetje een Zaanse coryfee en een beter logo dan die walvis. Als oevericoon is met name de groene kikker in dit opzicht gelukkig geen vertegenwoordiger van het rouwjournaal dat de natuurberichten vaak zijn.

De groene kikker staat al vanaf de fabels van Aesopus garant voor wellust, overvloed en inspiratie. In de Zaanstreek, waar veel toch nogal zompig verloopt en menig veenlijk naar boven komt, is die koele kikker wel op zijn plaats, zonder al die wellust. Menig (interim) manager gebruikt de kikker op het stadskantoor (ten onrechte) als metafoor. En passant wordt dan gemeld dat je een kikker in een pan kan opwarmen, net als menig ambtenaar, burger of andere nitwit, en dat hij dan niet beweegt noch wil ontsnappen. Dus, heb wel een externe interimmer nodig om op het gevaar te wijzen. Niets blijkt minder waar, maar ja, wie wil anders zo’n vertegenwoordiger van het ijsbergmanagement geloven?

Alhoewel er wel bedreigingen zijn voor de kikkerkoning en zijn gevolg in de brakke omgeving die “ontstaat” in Assendelft (Zuid) of die we willen maken in Westzaan (Noord), kun je de soort nog verder op weg helpen. Want zoals alles in Nederland is de functie natuur ook nu weer mensgericht. 

Als u de Veenpolderdijk in gedachte neemt en u ziet de brakke Delft, dan liggen in het riet daar verscholen zogenaamde ‘Lenspoelen’. Dat is een gegraven plagiaatideetje van de echte natuur.

In uitgestrekte rietlanden heb je vaak geïsoleerde kleine poeltjes waar het regenwater zich verzamelt. Die kun je namaken en dat is daar dan ook gebeurd. Zo’n lenspoel is een kikker-, paddenpoel en plas-dras-situatie in één. Dus de kikkers, padden en salamanders kunnen daar al jaren heen om zich voort te planten en op te groeien zonder dat ze opgevreten worden, en dat doen ze ook. 

In die Lenspoelen is met geld van toen nog het Wijkoverleg een nat refugium gegraven dat erg succesvol is gebleken. Honderden kikkers zijn daar groot geworden en talloze boerennachtegalen hebben daar een concert gegeven. Tenminste tot dit jaar, want gevoed door regenwater is wel heel erg kwetsbaar… als er geen regen valt. Ze staan dan nu ook droog, maar ik heb van het Hoogheemraadschap begrepen dat er dit najaar een onderhoudsslag plaatsvindt. Want ook natuur moet je onderhouden, zo blijkt maar weer.

O, ja, wat ook niet helpt, is het feit dat ‘iemand’ daar vorig jaar, voor de zomervakantie, zijn aquarium met een roodwangschildpadje (6 cm) heeft geleegd. Vorig jaar dreef die levende gevulde koek daar en die heeft waarschijnlijk menig donderkopje of kikkervisje verslonden. Nou ja, altijd nog beter dan als kikkerbillen in de paella eindigen.

Door: Hans Roodzand, Aquatisch ecoloog. De foto boven is ook van Hans.