Op zondagochtend is er nog even Genesis in je hoofd; in den beginne was er niets. Je zet de radio automatisch aan, maar het nieuws is foute boel. Je zet hem direct weer uit! 

Ik heb een hekel aan de ‘zondagochtendblues’, die moet je van je af bewegen (of eten). Je voelt je niet echt Glammpy en Glitzy. En ik heb ook nu geen behoefte aan de Woke-beschaving à la Volkskrant. 

Ik ga een rondje fietsen en ga als een bevroren hommel op pad om me op te laden onder de zonnestralen. Wel even als ‘tolpoortje’ een forse bak koffie, en dan op de fiets, met als enig houvast je eigen stuur.

Al rap zit ik aan Zijkanaal A, waar ik zie dat ondanks de UNESCO-status van de dode natuur het fort aldaar beroofd is van zijn grondige jas. Het staat daar betonbloot, beroofd van zijn karakter, kaal in de zon te bakken tussen de dinosauruskranen. Even verder doorklieft een afrit de Stelling van Amsterdam. 

De knaagvraag die bij mij opkomt: 

‘Waarom mag de Stelling voor de rust in Krommenie niet worden doorkliefd bij Bus en Dam, maar wél in Beverwijk worden afgegraven en doorklieft? Heeft de dode natuur meer rechten dan het leefplezier van mensen? Bij mij niet!’

Nu door naar de Noorder IJ- en Zeedijk, waar je – als je er oog voor hebt – vanuit de hoogte de verschillen in akkerbouw en (melk)veehouderij kunt aanschouwen. Als je naar weilanden kijkt, zie je het zoutste deel van Zaanstad (op het Noordzeekanaal na). Koeien willen daar niet meer van het slootwater drinken, en dat vergt een extra investering en inspanning (en zorg) van melkveehouders. 

Aan de Wijkermeerkant wordt juist flink doorgespoeld met zoet water, omdat piepers alleen bij het koken of bakken zout blieven. Dat het zoete water door een weeffout in het waterbeheer wél bij de piepers kan komen maar níet bij de melkveehouders, is al langer een misser van de eerste orde.

Ik schat zo in dat de provincie die dijk wel als lint wil gaan gebruiken om een “brakke” zone te scheppen. Dat moet haast wel, want de gedeputeerde is van de BBB – dat staat in dit geval voor Brak, Brandnetels en Bramen. Ook de hoogheemraad van het waterschap hangt die doctrine aan, dus… gebeurt er netto niets. En dat terwijl vanuit de Kaderrichtlijn Water (KRW) de streek beloofd is dat het hoogheemraadschap streeft naar een zoutgehalte van 0,6 gram per liter. In de laatste vijf zomers was het 5 à 6 keer zo hoog, en we stevenen dit jaar af op een zoutrecord van meer dan 4 gram per liter – dat is meer dan sterk brak.

Landschap met geheugen

Het is een landschap met een geheugen: onderhoud je het niet (als overheden), dan gaat het terug naar zijn wortels – namelijk de oevers van de Zuiderzee. Terug naar de tijd dat je aan de Breedstraat in Beverwijk voor de wal kon aanmeren om je haring en makreel te lossen op de markt aldaar!

Maar door – langs de Wijkermeer, waar een kikker zijn kwaakblaas leeg brult als een laatste zomerse oproep. De meeste kikkers en de vissen in zuidelijk Assendelft hebben al jaren geleden plaatsgemaakt voor de brakwatersteurgarnaal en de lepelaar. Ook mooi, maar van lieverlee begint dat toch te knellen, gezien die belofte van de KRW.

Ook is het sinusmaaien door HHNK losgelaten – de berm wordt weer gezien als rotzooi en niet als sleefplek voor o.a. vlinders. Gelukkig is dat sinusmaaien bij Afvalzorg tot kunst verheven (zie foto). Jammer alleen dat de vlinders waarvoor het bedoeld is, bij de vuilstort Nauerna niet voorkomen.

Tegenover het proefveld van het Innovatieproject Veen (IPV) kom ik in een zwerm muggen terecht. Er verdwijnt er een in mijn al gorgelende verkeerde keelgat. Dat moet een mannetje zijn, want die zwermen zijn mannetjes die gaan waarheen een vrouwtje vliegt. De mannen horen aan het ‘zoemgetal’ of een vrouwtjesmug al bezwangerd is of niet. Zwangere vrouwtjes zoemen lager! 

Het zijn allemaal dans- of vedermuggen, waarvan de vrouwtjes op zoek moeten naar eiwitten. Die halen ze dan, CO₂-gestuurd, uit je huid tijdens een nachtelijk bezoek – terwijl ze overdag verscholen zitten in de huis- of slaapkamer. De zwaluwen hebben de muggenwolken langs de dijk ook ontdekt, en de luchtacrobaten doen er zo hun voordeel mee.

Na de sluis bij Nauerna loopt een geweldig fietspad, waar je – afhankelijk van het tijdstip van de dag – wel om de honden heen moet laveren. Menig kuitenbijtertje daar heeft al de nodige gevechtshandelingen erop zitten – en de op afstand gekoppelde kijftante of kijfoom ook! Zeg je er wat van, dan ligt de pruillipmaffia op de loer.

Maar verder langs de Krabbenscheer en Libellenoevers. 

Jammer als dit deel verbrakt gaat worden in een aquariumexperiment. Ik verwacht niet dat dan de “’s anderdagse koorts” of Zaanmalaria door die brakheid weer zal terugkeren. De steekmuggen van nu hebben de mooiste namen: Culex, Bezzia, Tabanus en Tipula.

Op het asfalt van het fietspad kom je ook wel zwermen van de knutmug, onweersbeestjes en andere kriebelaars tegen die worden aangetrokken door mijn “jachtolie”: de combi van deodorant en het zweet dat je produceert. Het pad langs de Nauernasche Vaart is ook ontdekt door het seniorendeel van Nederland – vooral door mensen die fervent aanhanger zijn van de oudste beweging ter wereld: wandelen, bedoel ik dan. Want kuieren is eigenlijk voor hen verticaal luieren. Goed dat er een deel dode natuur is aangelegd waarlangs we ons dan kunnen laven aan “Alles wat groeit en bloeit en ons altijd weer boeit” (Fop. I. Brouwer).

Eenmaal terug aan de Dorpsstraat staat daar in de ochtend al een file voor het stoplicht. Jammer dat er daar ook gekozen is voor de dode natuur – door de gemeente ditmaal. Het credo lijkt wel: ‘fijn stof in plaats van fijn wonen’

Door: Hans Roodzand, Aquatisch ecoloog. Foto komt uit archief De Orkaan.