Warmte maakt je loom, je voelt je op een zomerse dag als een gebotuleerde eend. Je hangt futloos in je loungesetje en beziet je recent aangeschafte buitenkeuken met zweetdoorlopen ogen. Je gedachten dwalen af naar de Duitse rosé die je onlangs zelf hebt ontdekt van de Bärenhof, frisch und fruchtig.

Op dat moment zegt je vrouw: ‘Weet je waar ik wel zin in heb?’

O god, denk je, daar gaan we weer. En ja: 

‘Ik ga ff zwemmen in de Nauernasche Vaart, en jij gaat mee!’

De voorlichters melden de burger dat je niet moet gaan zwemmen of dompelen in de Nauernasche Vaart, De Gouw of de Zaan. Ze geven dat vooral aan omdat de waterkwaliteit daar niet gecontroleerd wordt.

Nu kun je met gezond boerenverstand ook zelf wel een risicoanalyse doen. In de Gouw in Westzaan is er te veel bagger, en de Gouw in Zaandam wemelt van de broodeenden, bladafval en er staat bijna geen water. De Zaan staat bol van de blauwwieren omdat het water van een groot deel van het veenweidegebied wordt afgevoerd via het gemaal in Zaandam. En dat is, in het sociale weefsel van de stadse fratsen, een bedreiging.

Maar de Nauernasche Vaart – daar is naar mijn idee niets mis mee. 

Geen ongezuiverde lozingen, geen stroming door een gemaal dus geen aanzuiging van blauwwieren, en wel zoutig water omdat de sluis weer schut. Per keer komt er 80 kilo (keuken)zout binnen. Dat is op een dag toch al gauw 1000 kilo zoutgeschut, en dat desinfecteert tot aan de Forbo. Het vernietigt niet alle, maar wel veel pathogenen die er zouden kunnen zijn op dat traject.

Even later sta je toch voor de linnenkast op zoek naar je zwembroek. Je ziet nog de kriebelbroek van Defensie en de stretchy broek die ooit als een latex handschoen paste – strak, klam en bobbelig. Je kiest voor de laatste mode, en dat is een wijde zwembroek, type nutswinger: een mix van wijde pijpen en laag instapmodel, lekker luchtig met een nonchalante uitstraling.

Niet veel later zit je op de fiets naar de steiger bij de watertoren aan de Westzaanse kant.

Op de steiger zit Dik “Doorzicht”, een fervente karpervisser, die het water overal te helder vindt de laatste jaren. Maar diezelfde Dik omarmt in de avond wel Heerlijk, helder Heineken, die hij tijdens het vissen overdag weer uitzweet.

Ga je wel ff aan de andere kant van de steiger het water in, zegt hij, want hier zitten nogal wat kreeften en krabben. En trouwens, door de vismigratievoorziening die met een staatsinfuus bij de Schermersluis is aangelegd, komen er steeds meer exoten binnenzwemmen.

Dik weet te vertellen dat laatst het psychisch gestoorde neefje van de piranha is gesignaleerd. In het waterbeheer is niet de wolf het probleem, maar die Pacu. Zijn bijnamen zijn de prostaatpiercer, ballenhapper en nutcracker – en daarom zie je direct het probleem. Met tanden als stanleymesjes verlost hij je met chirurgische precisie van de kroonjuwelen.

Ik hoor een plons: mijn vrouw gaat als geoefende zwemmer voor de kilometers. Ik denk dat ik ff ga dompelen. Want die Pacu is weliswaar een vegetariër, maar hij kan walnoten kraken. Dus loop ik, in die nieuwe breedpijpige badehose, wel een risico. Het heet hier niet voor niets “Vrouwenverdriet”, benadrukt Dik nog even peeuwend.

Wel een bende in het warme water de laatste jaren. Zo komt in de Noordzee de “Kruiskwal” steeds vaker voor, hebben we in het binnenwater die Pacu, die zich kruiskauwend aan uw extremiteiten te goed doet.

Naar verluid zijn er in Irian Yaja (ooit ons “Nieuw-Guinea”) enkele manse mensen overleden na beroofd te zijn van hun peniskoker – mét inhoud. Veni, vidi, foetsie.

Ik ben direct voor het afvangen van dit soort vissen. Ruimen die Pacu’s – weg met die scrotumschranzers. Eigen balzak eerst.

Ik begrijp dan ook ineens de boodschap van het Hoogheemraadschap:

Voor nu en in de toekomst voldoende gezond en zoet water.

Dat is wel een sussende boodschap in en rond Assendelft, dat steeds brakker wordt en ook steeds meer krabben (Wolhandkrab, Noordzeekrab, Zuiderzeekrab) telt. Zelfs de provincie Noord-Holland doet strategische landaankopen voor een zilte zone in de Zuid.

Maar ja, al die boodschappen van de afdelingen Communicatie en/of Voorlichting dienen meer om de bestuurder uit de wind te houden dan om de burger te informeren.

Ik vind dat die migratievoorzieningen, die goed zijn voor rode lijst-soorten als de aal, wel een voordeurbeleid mogen hanteren. Weg met de notenkrakervis, de sidderaal en andere broekpalingen – ook exoten moet je wegvangen.

En wat te denken van die oevers met hun gestorte keien? Maak er een fors groen plantenplintje van. Wat er nu gebeurt is dierentuin-denken (= alles moet kunnen).

Midas zei het al: Natuur is overal, het milieu selecteert en de mens voert uit.

Ondertussen sta ik als een bouncing beauty nog op die steiger bij Dik. Ik waag het erop en kom weer watertrappelend tot mijzelf. Ik zie dat Dik een zwartbekgrondel uit het water haalt en terugzet. Uitzetten van invasieve exoten is strafbaar, maar ja, wat moet je anders met die zooi?

Tijdens mijn weifelende acties heeft mijn eega er al ruim een kilometer opzitten. Nergens last van gehad, meldt ze triomfantelijk. Gaan als een speedy boot en alles vliegt naar de kant.

Lekker afgekoeld. Thuis toch maar aan de Duitse rosé (Faules Murmeltier), en in gedachten hoor ik een bulderende oceaan in golven van koelte – aloha palmstranden inclusief hoelahoepmeisjes in ruisende rieten rokjes.

Kijk je op, is het een vliegtuig van TUI.

Waar is Winnie als je haar nodig hebt?

Door: Hans Roodzand, Aquatisch ecoloog. De foto boven komt uit het Orkaan-archief.