De schoenwinkel, die nu staat te verkrotten aan de Zuiderhoofdstraat in Krommenie, heeft een lang verleden als woonhuis en winkel. Volgens een publicatie in de Krommenieër Kroniek is het pand tussen 1735 en 1745 gebouwd. Door de schoenmaker Jan Cornelisse Barenden. 

Het blijft tot1827 familiebezit. In dat jaar wordt het voor- en achterhuis verkocht aan Jacob Schots, een timmermansknecht in Krommenie die zich zou ontwikkelen tot een succesvol zakenman. (Zo is hij een tijd lang eigenaar geweest van de buitenplaats Beeckesteijn in Beverwijk.)

Grutterswaren

Zijn zoon Jacob verkocht een deel van het winkel- en woonhuis aan zijn dochter Alida. Zij begon hier met haar man Nico Aten, ‘koopman en handelaar in grutterswaren’, een winkel in koloniale waren, kaas ‘tegen de meest concurrerende prijzen’ en wijnen.  Aten dreef samen met zijn broer Barend Willem een meelhandel die wat meer noordelijk was gevestigd aan de overzijde van de straat.

Op haar beurt verkoopt Alida het pand en de kruidenierszaak in 1942 aan haar broers Gerard en Eduard Schots die handel in kaas dreven onder de naam Gebroeders Schots. Alida bracht haar laatste levensjaren door in een huis op Zuiderhoofdstraat 10. Dick Schots – zoon van de firmant Gerard Schots – zette de kruidenierswinkel nog een aantal jaren voort. In 1947 nam het levensmiddelenbedrijf Van Amerongen de inventaris, voorraden en goodwill over, maar vestigde zich in een winkel aan de overkant.
Schoenhandelaar Jan Heijne huurde het pand en kocht het omstreeks 1953. Na zijn overlijden in 1993 namen zijn zoon en dochter de schoenwinkel over. Om de winkel in 2015 voor goed te sluiten.

De foto maakt duidelijk wat er al verloren is gegaan en waarom dit functionele voorbeeld van Zaanse houtbouw de status van een monument verdient. Als het tenminste nog te redden is.

Door: Jaap de Jong. Bronnen: familieboek familie Schots ‘Familieportret op papier gezet’; artikel in Krommenieër Kroniek nr. 59, Historisch Genootschap Crommenie; foto Erik Schots