KFC moet toch nog naar beneden kijken en SVA is niet de nieuwe koploper in de tweede klasse. Een matige derby waarin niemand de zege ook echt verdiende… logisch eigenlijk dat het 0-0 bleef.
Dat was eigenlijk wel een verrassing. Niet zozeer de uitslag, want zelfs in de tweede klasse zijn er weleens wedstrijden waarin niet wordt gescoord. Wel dat het voetbal zo matig was. Veel balverlies. Te ver doorgevoerde acties. Weinig kansen. En er trok ook nog eens regelmatig een bui over het complex. Echt veel viel er niet te genieten op sportpark De Koog.
Was het dan alleen maar slecht? Het antwoord is ‘nee’. Natuurlijk wilden beide ploegen geen open huis houden. Daarvoor waren de belangen te groot. KFC, dat vorig seizoen nog de eerste periode won en de finale van de nacompetitie haalde, staat nu tegen de gevarenzone aan. Al zijn de verschillen in deze klasse altijd klein. In dat opzicht was een punt niet eens een slecht resultaat.
In de situatie waarin de Groote Koogsche nu zit, zat SVA vorig jaar. Maar de ploeg uit Assendelft is bezig aan een prima seizoen en doet mee in de bovenste helft van de ranglijst. In dat opzicht kan SVA teleurgesteld zijn, want bij een zege was het in ieder geval één nachtje koploper geweest. De huidige koploper, LSVV, speelt vandaag tegen Bloemendaal, dat net onder SVA staat.
Schot op doel
Met die wetenschap vingen beide ploegen de wedstrijd aan. Onder de rook van wat onschuldig vuurwerk ging het in groten getale opgekomen publiek er goed voor zitten. De thuisploeg had, gezien de stand op de ranglijst, de drie punten hard nodig en leek het eerste kwartier de overhand te hebben. Maar het enige moment dat de mensen even opveerden, was na twintig minuten; een schot van Dani Moraal dat de aandacht van SVA-goalie Zeb Gullen vroeg.
Daarna zette SVA even aan en kwam het duel wat meer in evenwicht. Maar spektakel leverde dat niet op. Af en toe werd er wel wat leuks gedaan, maar wat vooral opviel was het slordige spel en dat ballen zomaar in de as werden verspeeld met een breedtepass. Daar werd dan weer niet van geprofiteerd. Kortom, het was wachten op de tweede helft.
Rode kaart
Toegegeven, het duel werd na de thee iets levendiger. Regelmatig waren er wel gevaarlijke momenten voor beide doelen, zonder dat het echt tot kansen kwam. En gaandeweg het tweede bedrijf werd duidelijk dat degene die een goal zou maken, de wedstrijd zou winnen. Gestreden werd er wel. Maar op de tribune en langs de kant werd er gezucht en gesteund; zou er überhaupt een winnaar komen?
Die kwam er dus niet. Al moesten Gullen en zijn collega, KFC-keeper Maarten List, allebei nog wel een keer aan de bak. Het enige noemenswaardige moment in de slotfase was de rode kaart voor Anthony van Oosten. Hij trok aan de noodrem voordat SVA-er Sebbe Davids gevaarlijk kon worden. Beide ploegen gooiden er nog wel een slotoffensief uit, maar een gelijkspel was niet meer dan logisch.
Geen kampioenskandidaat
SVA-coach Jeroen Beukman leek nog het meest tevreden met een gelijkspel. Ook dat was met een schuin oog kijkend naar vorig seizoen, toen zijn ploeg in het rechterrijtje bivakkeerde:
‘Vorig jaar verloren we vier van de eerste vijf wedstrijden; daar hebben we toen het hele jaar achteraan gelopen. Nu zijn we stabieler geworden in de organisatie. En dat zie je terug, want we krijgen bijna geen kansen meer tegen. Dus ik vind dat we hele goede stappen maken.’
Van het woord ‘kampioenskandidaat’ wilde Beukman, ondanks de goede resultaten dit seizoen, nog niets weten.
‘Dat woord zul je van mij ook niet horen. Voor mij staat de ontwikkeling van het team en het individu centraal. En als dat gebeurt, dan vergroot je de kans om wedstrijden te winnen. En als we gewonnen hadden, waren we inderdaad koploper geweest. Maar ik vind de ontwikkeling die we doormaken nu belangrijker.’
Aan de andere kant stond verdediger Martijn Maurice van KFC. Hij was realistisch en optimistisch gestemd.
‘Er was wel teleurstelling in de kleedkamer. Als je thuis speelt, wil je altijd de drie punten pakken. Maar ik vond dat deze wedstrijd geen winnaar verdiende. Nu gaan we volgende week nog voor de beker en daarna op trainingskamp. Volgend jaar moeten we knallen. Een paar goede resultaten en dan kunnen we bovenin meedraaien. Want ik vind dat wij daar thuishoren.’

Door John Leppink.