De Oekraïense club in Zaanstad bestaat deze week drie jaar. Dat werd donderdag gevierd met een concert vanwege internationale Vyshyvanka Dag. De club in Het Rozenhof is een ontmoetingspunt voor de vele Oekraïners in de Zaanstreek, maar ook wil de club de banden tussen Zaankanters en Oekraïners verstevigen.
Bogdana Postrygan startte drie jaar geleden met het inzamelen van spullen voor haar landgenoten. Dat gebeurde eerst in haar huis. Daar ving ze ook vluchtelingen op. ‘Dat was best lastig’, vertelt Postrygan. Later kreeg ze een ruimte in Poelenburg. Ook kon ze terecht in Het Rozenhof. Daar is naast de winkel waar Oekraïners hun zelfgemaakte spullen kunnen verkopen ook ruimte voor bijeenkomsten.
De Vyshyvanka-bank is misschien wel het meest zichtbare element van de Oekraïense gemeenschap in Zaanstad. De social sofa werd twee jaar geleden door Oekraïense vrouwen gemaakt. Onder de foto van een nieuwe bank tikken we door.

De functie van de club in Het Rozenhof is intussen iets veranderd. Naarmate de Oekraïners integreerden in onze samenleving, kwam de focus meer op ondersteuning te liggen. De winkel bleef, maar er kwamen taalcursussen bij. Het gaat dan niet alleen om Nederlandse taallessen, maar ook om lessen voor Nederlanders die Oekraïens willen leren, vertelt vrijwilliger Björn. Volgens hem is daar best wel belangstelling voor. Samen met zijn maatje Chris helpt hij de club zo goed als het kan. Ze maken er schoon en verlenen allerlei andere hand-en-spandiensten. Chris doet dat met een reden:
‘Ik hou van Oekraïne. De mensen zijn zachtaardig en lief. Iedere Oekraïner is welkom in ons hart.’
Postrygan is blij met de steun van de Nederlandse vrijwilligers. Ze is ook erg dankbaar voor alle hulp die de Zaankanters aan de club en de Oekraïners in de achterliggende jaren hebben gegeven:
‘We voelen ons welkom in Zaanstad. Wij zijn vredelievende mensen en gelukkig zijn Zaankanters dat ook. Ze zijn slim en denken goed na over de wereld.’
Taalcafé
Max is een van de Oekraïners die vaak te vinden is op de club. Hij is inmiddels drie jaar in ons land en spreekt goed Nederlands. ‘Dankzij het Taalcafé’, zegt hij. Ook hij doet veel voor de club. Zo helpt hij bij de bibliotheek en ondersteunt hij zijn vrouw als ze haar werk tentoonstelt; ze is grafisch vormgever. Verder helpt hij bij het maken van allerlei goederen die gebruikt worden door het leger in de oorlog tegen Rusland, zoals camouflagenetten. Daarnaast helpt hij bij de workshops waarin mensen loopgravenkaarsen maken.
De Oekraïense club is uitgegroeid tot een niet meer weg te denken plek voor de gevluchte Oekraïners. Via de club kunnen ze niet alleen contact en steun bij elkaar zoeken, maar zich ook gezamenlijk inzetten voor het thuisfront. Postrygan ziet daar ook een belangrijke taak in voor de club. Nieuwe vluchtelingen moeten worden opgevangen, maar ook mensen die terugkeren naar hun land moeten geholpen worden. ‘Ze moeten eigenlijk weer herintegreren’, legt ze uit.

Door Di-Lan Sun.