In eigen huis is OFC kampioen geworden in de vierde klasse. Hoewel er blijdschap was, zorgde een schrikmoment na ruim een uur voetballen ervoor dat er toch een kleine sluier over de viering hing.

Tot dat moment was er nog niet veel aan de hand. Ja, er was regen, de shirts waren doorweekt. Nee, het voetbal was niet top. Maar er was veel publiek, de kantine was al feestelijk aangekleed. Het stond 1-1 – niets aan de hand zou je zeggen. Nog een half uurtje en dan kon de kampioensschaal omhoog.

Paniek

Maar bij een afgeslagen aanval van OFC in het strafschopgebied van ADO’20 viel een middenvelder van de bezoekers op de grond. Vrijwel daarna was er paniek, wat betekende dat de situatie zeker serieus was. Er werd geroepen om EHBO en er moest zelfs een AED aan te pas komen.

Het viel even stil aan de Twiskeweg. Wat de speler in kwestie precies overkwam, is nog steeds niet helemaal duidelijk. Toen de ambulance – die overigens snel ter plaatste was – arriveerde, was de jongeman gelukkig weer bij kennis. Ondersteund door de ambulanciers liep hij zelf naar de ziekenwagen.

Toen de ambulance met de Heemskerker vertrok, vond er topoverleg plaats. Na een minuut of tien zagen de meeste aanwezigen de scheidsrechter een armgebaar maken dat duidelijk aangaf dat het duel was beëindigd. ADO’20 wilde niet verder spelen en gaf aan dat de Oostzaners gewoon hun feestje mochten vieren. Aangezien er ook een afvaardiging van de KNVB aanwezig was, en de tussenstand bij concurrent Jong Hercules geen aanleiding gaf voor consequenties voor de titelstrijd, was daarmee de kous af.

Gezapige wedstrijd

Rond 14.30 uur ging iedereen er maar even voor zitten. Wel voornamelijk op de tribune, want hoewel het kampioenschap niet in het water viel, was het wel drijfnat. Dat leek weinig invloed te hebben op het doel van OFC, de wedstrijd snel in het slot gooien. Eerst was er een goede kans voor Rouchan Khairi, maar zijn stift werd nog van de lijn gehaald.

De openingstreffer viel een paar minuten later. Een diepe bal werd door Jarno Walberg fraai aangenomen en daarna net zo fraai afgemaakt. Na die goal werden de Heemskerkers, die al gedegradeerd waren, veelvuldig aan de bal gelaten. Veel gevaar leverde dat niet op, maar van Oostzaanse kant was dat er ook niet echt. Het was bijna een gezapig potje, ook omdat de thuisploeg niet zo nodig meer hoefde.

Vlak voor rust kreeg het daar ook de rekening voor gepresenteerd. OFC kreeg de bal niet weg, die kwam vervolgens op het hoofd van de boomlange Morris Peekel en die torende nog even verder boven iedereen uit: 1-1.

Na rust gebeurde er weinig noemenswaardig meer tot het incident na een uur voetballen. Nadat iedereen van de schrik was bekomen en de rust weer was wedergekeerd, kreeg OFC dus toch de kampioensschaal en shirts uitgereikt. Doelman Nick Beerens had wel een verklaring voor de moeizame wedstrijd, maar sloot af met een hele dikke knipoog.

‘Ik denk dat we de wedstrijd in zijn gegaan met het idee dat we er al waren. Dat zag je ook wel een beetje, vooral na die voorsprong. Maar het maakt allemaal niet meer uit, we zijn kampioen, ik vind ook terecht. Nu gaan we lekker de derde klasse in, gaan we ook kampioen worden.’

‘Erg blij’

Rouchan Khairi scoorde niet vanmiddag, maar kroonde zich wel tot clubtopscorer. Hij was geschrokken van het incident met zijn ADO’20 collega, maar was toch een tevreden man.

‘Dat was wel even heftig ja. Gelukkig was hij snel weer bij kennis en kon hij zelf naar de ambulance lopen en begreep ik dat het naar omstandigheden goed gaat met hem. Toch ben ik erg blij. We hebben af en toe wel geluk gehad met de concurrentie die ook punten liet liggen. Maar toch vind ik het wel verdiend, we hebben lang bovenaan gestaan en het daardoor ook zelf afgedwongen.’

Er was ook goed nieuws, want de goaltjesdief is ook volgend seizoen in het geel-zwart te bewonderen.

‘Ik heb wel met een paar clubs gesproken, maar besloten om hier te blijven. We krijgen wat spelers erbij, ook vrienden van mij. We hebben nu een goede groep en het is een leuke club om te voetballen. Alle reden om in de derde klasse de uitdaging aan te gaan.’

Door John Leppink.