Wie in de rust een gokje had gewaagd op een zege van OFC was compleet voor gek verklaard. Diegene had wel een hoop geld verdiend, want de ploeg won na een 0-3 achterstand bij rust alsnog met 4-3.
Daar had niemand, behalve de echte opportunisten dan, na 45 minuten nog op gerekend. En dat notabene tegen hekkensluiter DIOS. Al gaf dat vooraf geen enkele garantie. Eerder dit seizoen werd al eens van De Dijk verloren, die toen laatste stond.
Een eerste waarschuwing was er al na drie minuten, toen een bal van rechts werd gegeven en maar net naast werd geschoten. Die aangever, Tyrel Gumbs, groeide uit tot een ware nachtmerrie voor OFC. De vleugelspeler was constant aanspeelbaar en gaf de rechterkant van de Oostzaners geen moment rust. Hij was met drie assists de absolute uitblinker aan de kant van de bezoekers uit Nieuw Vennep.
De eerste helft was voor de mensen die de plaatselijke FC een warm hart toedragen een martelgang. DIOS zocht regelmatig de lange bal of juist de diepte en daar had OFC veel moeite mee. De 0-1 kwam dan ook geenszins als een verrassing. Voorzet Gumbs, goal Thijs Outshoorn.
Twee schoten van afstand stelde OFC, dat op vrijwel alles werd afgetroefd, daar tegenover. Nog voor de klok veertig minuten had aangetikt was het nog twee keer raak. Eerst was het Ralph Mens die de score verdubbelde. Twee minuten later was het opnieuw Outshoorn die scoorde en leek OFC voor rust volledig kansloos voor welk positief resultaat dan ook.
Liverpool inspiratie
‘In de rust heb ik gezegd: of we kunnen nu de wedstrijd laten lopen, de drie punten aan de tegenstander geven en nog een goal of acht cadeau doen. Of we kunnen doen waar we goed in zijn en er nog een wedstrijd van maken.’
Nu zullen dat niet de enige woorden van OFC-coach Chris Manuputty zijn geweest tijdens de thee. De oefenmeester greep ook direct in en voerde drie wijzigingen door. De vraag is of iedereen die geen stuiver meer gaf voor de Oostzaanse kansen nog eens heeft teruggedacht aan 2005.
Voor de jongere lezers, in de Champions League finale van dat jaar stond Liverpool ook met 0-3 achter bij rust. Maar in de tweede helft draaiden de Engelsen de wedstrijd helemaal om en wonnen de trofee, na strafschoppen weliswaar, alsnog van tegenstander AC Milan.
Sensatie in de lucht
Enfin, op een ander niveau weliswaar, voltrok zich na ‘het wonder van Istanbul’ nu het ‘wonder van Oostzaan’. Een kleine tien minuten na rust was er de 1-3 van Jarno Walberg. Na ruim een uur gevoetbald te hebben, maakte zijn broer Demio de aansluitingstreffer. Iedereen langs de kant voelde een sensatie in de lucht hangen.
Opvallend was de rol van Fabio Kammeron. Die werd in de eerste helft nog dolgedraaid door Tyler Gumbs, maar leek na de rust een volledig andere speler. Zoals de tweede helft zich manifesteerde, leek het überhaupt alsof er twee totaal verschillende ploegen op het veld stonden. Ineens kwam DIOS er niet meer uit en voelde OFC dat er meer te halen viel.
In eerste instantie was er de gelijkmaker van Jarno Walberg. Met nog een kwartier op de klok had de thuisploeg dus nog tijd. Niet aan de laatste plaats te danken aan keeper Nick Beerens. Uit één van de spaarzame aanvallen van de bezoekers keerde hij een van dichtbij ingeschoten bal van Robin de Graaff.

Winnende Walbergjes
Met de blessuretijd in zicht leek een gelijkspel niet eens een vervelende uitslag. Al waren veel mensen daar achteraf helemaal niet blij mee geweest. Het kwam er ook niet van. Rouchan Khairi werd na een individuele actie gestuit en versierde nog een vrije trap. Dat was een kolfje naar de hand van Demio Walberg, die met een prachtige trap zijn ploeg alsnog naar de zege schoot.
De invallers mogen zeker niet onbenoemd blijven. Khairi en Wessel Jonker waren zeer belangrijk na rust, maar vooral Senna Abels mocht veel loftuitingen in ontvangst nemen. Hij had immers al een volle wedstrijd met de onder-23 gespeeld. De meeste aandacht ging toch uit naar de doelpuntenmakers. Letterlijk gebroederlijk stonden ‘de Walbergjes’ de pers te woord, nahijgend en wel.
Matchwinnaar Demio begon overigens met veel gevoel voor understatement.
‘De trainer was in de rust wel een beetje boos. En nee, ik kan me niet herinneren dat ik ooit met drie goals achter heb gestaan en alsnog heb gewonnen. Na rust hebben we wat omzettingen gedaan en hoopten we met een snelle goal terug in de wedstrijd te komen. Na de 2-3 hadden we wel het geloof dat we nog konden winnen. Die vrije trap? Normaal schiet ik ze niet zo makkelijk raak, haha.’
Broer Jarno haakte er gelijk op in en legde uit wat het verschil tussen de vierde en de derde klasse is.
‘Dan was dit wel een goed moment om hem zo te raken. Ik denk dat het verschil tussen ploegen onderling kleiner is. In de vierde klasse had je een paar ploegen die echt wel minder waren. Dat is nu niet meer zo. We trainen nu ook meer tactisch. Dat is in deze klasse ook wel echt nodig.’
Door John Leppink.