Een avond eindigde voor een 21-jarige Krommenieër in een nachtmerrie: hij werd op 9 januari in de Snuiverstraat in Krommenie bruut mishandeld. Een 22-jarige dorpsgenoot, L.G., heeft hem tegen het hoofd geslagen en geschopt terwijl hij weerloos op de grond lag. Vandaag – 21 augustus – begint de inhoudelijke behandeling van de zaak bij de rechtbank in Alkmaar.
‘Het is erg heftig wat ik heb gedaan, het was verkeerd,’ erkende G. Hij wordt verdacht van poging tot doodslag. Voor de officier van justitie bestaat er geen twijfel: er is langdurig en veel geweld gebruikt, en het had heel anders kunnen aflopen. Daarom eiste hij 24 maanden cel, waarvan 8 maanden voorwaardelijk.
Kickbokstraining
Op 9 januari liep de verdachte na zijn kickbokstraining bij de sportschool vlak bij het station toevallig naast het slachtoffer, bij de Jan Brassertunnel. Hij volgde hem een stukje tot aan de kruising van de Zanderhorststraat en de Snuiverstraat en sprak hem daar aan:
‘Mag ik je wat vragen? Kom je hier uit de buurt? Volgens mij heb je mijn zusje aangerand.’
Toen het slachtoffer dat volgens L.G. ontkende, liep het uit de hand. ‘Ik raakte mijn controle kwijt en heb hem toen meerdere keren geslagen en twee keer geschopt.’ Het gevecht verplaatste zich naar de voortuin van een woning, waar het doorging. Bewoners hoorden luid geschreeuw en riepen vanuit hun huis dat het moest stoppen, maar dat had niet direct effect: het slachtoffer werd nog verder toegetakeld. G. benadrukte tijdens de zitting dat hij het slachtoffer niet bewust had opgezocht:
‘Als ik hem tegen zou komen, wilde ik hem aanspreken, niet in elkaar slaan. Dat was niet de bedoeling.’
Volgens de advocaat van de verdachte gaat het om zware mishandeling en niet om poging tot doodslag. Er zou niet met kracht zijn geschopt of doorgeslagen nadat het slachtoffer bewusteloos raakte, waardoor er volgens hem geen sprake was van een aanmerkelijk risico op de dood.
Aanranding
Volgens L.G. kwam de mishandeling niet uit het niets. Hij verklaarde dat het slachtoffer één van zijn zusjes zou hebben aangerand. ‘Het bleef maar doorgaan: lastigvallen op haar werk, aan haar borsten en billen zitten.’ Het meisje deed aangifte, maar die zaak werd door het Openbaar Ministerie afgedaan met een zogenoemd ‘stopgesprek’, een maatregel die vaak wordt ingezet bij stalking.
Uit verklaringen bij de politie zou blijken dat het gedrag daarna minder werd, maar volgens L.G. stopte het nooit helemaal. Hij zei dat dit de aanleiding was om ‘verhaal te halen’ bij het slachtoffer. ‘Ik wilde weten waarom hij dit deed. Het gaat toch om mijn zusje. Ik was bang dat hij haar iets aan zou doen.’ De vader van de verdachte zou hem zelfs hebben aangespoord:
‘Als je hem ziet, moet je hem grijpen.’
Filmpje
Na de mishandeling filmde de verdachte het slachtoffer en zette het filmpje op sociale media, ‘om het te laten zien aan anderen, en vooral aan mijn vader’. Op de beelden is te horen hoe hij dreigt: ‘Nog één keer en dan maak ik je dood,’ terwijl hij het slachtoffer nog twee keer schopt. Volgens de verdachte wilde hij ‘alleen een paar klappen geven’, maar liep het uit de hand.
In een groepsapp spraken hij en zijn vrienden daarna over een mogelijke gevangenisstraf, het wissen van berichten en zelfs het veranderen van hun uiterlijk. Op zijn telefoon vond de politie ook een bewerkte foto van het gewonde slachtoffer, waaruit volgens de rechter blijkt dat er de spot met hem werd gedreven.
Leven verwoest
Het slachtoffer was ook aanwezig bij de zitting, maar liet zijn verklaring voorlezen door zijn advocaat. Hij vertelde dat zijn leven ‘in één dag volledig verwoest’ is. Tijdens de aanval dacht hij dat hij dood zou gaan en nog altijd houdt hij blijvende klachten en veel angst over aan het geweld.
Maandenlang kon hij alleen maar naast zijn moeder slapen, omdat hij zonder haar hand niet in slaap viel. Volgens hem heeft G. hem niet alleen lichamelijk letsel aangedaan, maar ook zijn eer en toekomst gebroken door de beelden van de mishandeling op sociale media te zetten.
Daarbij benadrukte hij dat hij de vermeende aanrander niet is, en daar ook nooit strafrechtelijk voor is vervolgd. G. reageerde dat hij die ontkenning ‘apart’ vindt. Volgens hem zijn er genoeg getuigen die hebben gezien dat zijn zusje werd aangerand, onder wie managers van haar werk.
Eis
De officier van justitie acht poging tot doodslag bewezen. Volgens hem heeft L.G. het slachtoffer meermalen hard in het gezicht geschopt, zichtbaar op camerabeelden en passend bij het letsel. Ook het feit dat hij een geoefend vechtsporter is, rekent de officier hem zwaar aan: juist daardoor wist hij welke schade zulke trappen konden aanrichten. Eerder werd hij ook verdacht van het gebruik van een neppistool tijdens de mishandeling, maar dat acht de officier nu niet bewezen.
Omdat er sprake was van buitensporig geweld, geen spijt en zelfs stoerdoenerij met een filmpje, eiste de officier 24 maanden cel, waarvan 8 maanden voorwaardelijk. Daarnaast wil hij dat de verdachte een behandeling volgt, een contact- en gebiedsverbod krijgt opgelegd en dat de schadeclaim van € 9.500 volledig wordt toegewezen.
Op 4 september volgt de uitspraak. Zodra die er is, lees je het hier.
Lees ook:
- Verdachte zware mishandeling Krommenie blijft langer vast
- 22-jarige Krommenieër aangehouden voor zware mishandeling
- Politie zoekt getuigen zware mishandeling Krommenie
Door Nick Boeske, op basis van informatie uit de zitting en eerder verschenen artikelen. Foto uit het Orkaan-archief.