De plannen van Zaanstad om Binnenhavengeld te gaan heffen op pleziervaartuigen stuit op verzet van PVV en DZ. Waarom moeten recreanten betalen voor overtreders, wil de PVV weten. DZ vraagt waar die € 152 per jaar überhaupt vandaan komt. En waarom geen gedifferentieerd tarief?

Zaanstad wil booteigenaren per 2026 € 152 per jaar laten betalen voor een vaarvignet. Van buiten ‘door de Zaanse wateren varen’, kost € 25 per jaar. Wethouder Gerard Slegers: ‘we weten waar we meer moeten patrouilleren om ongelukken te voorkomen en hard varen tegen te gaan.’ B&W denkt dat het Binnenhavengeld in 2026 rond de € 300.000 per jaar op gaat leveren voor het onderhoud en het beheer van de vaarwegen en voor het vergroten van de veiligheid op en rond het water.

Paniekmaatregel

Volgens de PVV is het een ‘paniekmaatregel die vooral de gewone burger treft’ omdat meteen alle boten op Zaanse wateren worden belast: ‘de gemeente kiest voor het belasten van élke recreant, terwijl het echte probleem: overlast door snelvarende motorboten totaal niet wordt aangepakt.’ Met de maatregel slaat Zaanstad de plank mis volgens PVV-duoraadslid Very Beekhuis-De Boer:

‘Een roeibootje met een elektromotortje wordt straks gelijkgesteld aan een loeiende jetski. Zaanstad slaat compleet door met deze onzinnige vignetplicht. De maatregel treft duizenden inwoners die recreatief het water op gaan, zonder enig onderscheid.’

De PVV wil van B&W weten waarom het college niet voor handhaving, gedragscodes of meldpunten kiest: ‘Dit is geen beleid, dit is bestuurlijke gemakzucht op kosten van de gewone man.’ De PVV wil dat het plan wordt teruggetrokken en dat ingezet wordt op handhaving, gericht op de veroorzakers van overlast. Bovendien vraagt de PVV zich af of het juridisch wel haalbaar is, moet water niet vrij toegankelijk zijn?

Differentiatie?

DZ’s Jos Kerkhoven heeft vragen over de kosten. Hoe verhoudt die voorgestelde € 152 voor Zaanse booteigenaren zich tot de daadwerkelijke kosten die zij veroorzaken voor beheer en onderhoud van de waterwegen? Ook wil DZ weten waarom is gekozen voor een vast bedrag in plaats van een differentiatie op basis van lengte van het schip, motorvermogen of frequentie van gebruik?

Ook het prijsverschil leidt tot vragen bij Kerkhoven: ‘Niet-Zaanse booteigenaren betalen slechts € 25 per jaar voor hetzelfde recht om op Zaanse wateren te varen. Dat is een prijsverschil van € 127 oftewel een factor 6, terwijl het gebruik van de vaarwegen op zichzelf vergelijkbaar kan zijn. Zonder duidelijke rechtvaardiging (zoals een groter beslag op voorzieningen of structureel intensiever gebruik) is dit verschil mogelijk discriminerend en in strijd met het gelijkheidsbeginsel.’

DZ wil ook weten hoeveel van de jaarlijkse opbrengst van € 300.000 wordt gereserveerd voor daadwerkelijke handhaving op het water, en hoeveel voor administratie en uitvoering?

Door Piet Bakker op basis van vragen van PVV en DZ en eerder nieuws op De Orkaan. Foto boven (De Orkaan): plezierboot door Groote Sluis in Zaandam (2024), onder: Zaanpride (2021).