De milieu- en natuurvergunningen voor de cacaofabriek van OLAM (tegenwoordig ofi) in Koog aan de Zaan zijn volgens de rechtbank in Haarlem “niet verleend in overeenstemming met de regelgeving.”

De rechtbank deed uitspraak in twee verschillende zaken die onder meer waren aangespannen door OLAM zelf en milieuorganisatie Mobilisation for the Environment (MOB).

Bij het productieproces waarbij cacaobonen worden verwerkt, komen onder meer ammoniak en vluchtige organische stoffen (VOS) vrij. De vergunningen die het bedrijf daarvoor nodig heeft, zijn dus niet in orde. De rechtbank: “zonder de juiste vergunningen mag de fabriek niet worden gebruikt.”

Natuurvergunning

In de rechtszaal werd de natuurvergunning die in 2019 door de Provincie Noord-Holland werd verleend betwist. Dat is de zaak waar de laatste jaren veel publiciteit over is geweest. De redenering van OLAM was dat ze in 1994 al toestemming had voor de productie. Op basis van die oude situatie meende de provincie eerder dat OLAM geen natuurvergunning nodig had omdat “de aangevraagde situatie bij de fabriek niet tot een toename leidde van de neerslag van stikstof in het omliggende beschermde natuurgebied (Natura 2000- gebied) in vergelijking met de uitgangssituatie. De uitgangssituatie is 10 juni 1994, het moment dat het Natura 2000-gebied werd aangewezen.”

Volgens MOB is een natuurvergunning wel nodig en omdat die er niet is, overtreedt OLAM de wet. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland weigerde echter handhavend op te treden tegen OLAM. MOB tekende beroep aan tegen die afwijzing.

De rechtbank zegt dat Noord-Holland niet goed gemotiveerd heeft waarom er geen natuurvergunning nodig is, er kan namelijk “niet worden vastgesteld wat de toegestane situatie op 10 juni 1994 was”. Daardoor weet de Provincie niet dat de activiteiten waarvoor een vergunning wordt gevraagd minder nadelige gevolgen hebben voor het Natura 2000-gebied.

Die beslissing kan volgens de rechtbank niet in stand blijven: OLAM (ofi) heeft wel een natuurvergunning nodig. En de provincie moet dus wel handhavend optreden.

“De rechtbank draagt Gedeputeerde Staten op om opnieuw te beoordelen of OLAM voor de bedrijfsvoering van de hele fabriek een natuurvergunning nodig heeft. En ook op het verzoek om handhavend op te treden moet Gedeputeerde Staten opnieuw beslissen.”

Milieuvergunning

De andere zaak ging over de milieuvergunning die door Zaanstad in 2021 is verleend. In de vergunning staat dat OLAM jaarlijks moet meten en rapporteren wat de uitstoot van VOS en stikstofoxide is. Ook staat in de vergunning wat de maximale uitstoot van VOS en ammoniak mag zijn. OLAM was het niet eens met die meetverplichting. MOB vond juist dat Zaanstad de toegestane waardes voor uitstoot van ammoniak en VOS moest verlagen.

Volgens de rechtbank zijn de waardes voor uitstoot van VOS te ruim, “gebleken is namelijk dat OLAM al aan strengere en lagere waardes kan voldoen.” Zaanstad heeft voor de uitstoot van ammoniak “een hogere maximale grenswaarde opgenomen dan de wettelijke norm.” Dit kan volgens de rechtbank alleen bij uitzonderingen maar daar wordt hier niet aan voldaan: “Het college was dus niet bevoegd deze ruimere en minder strenge grenswaarde in de vergunning op te nemen.”

OLAM kreeg gelijk van de rechtbank bij het verplicht meten, die verplichting is niet goed onderbouwd door Zaanstad.

Lees hier het hele vonnis.

Foto boven Erik Schouten, onder: De Orkaan