In Nederland vieren we Driekoningen niet (eigenlijk: niet meer, vroeger dus wel). Het is ook een raar feest. Het gaat in de Bijbel om ‘wijzen’ (Statenvertaling) of ‘magiërs’ (nieuwe Bijbelvertaling), en dus niet om ‘Koningen’ (Mattheüs, 2:1). Dat het er ‘drie’ waren staat ook niet in de Bijbel (ze hadden wel drie geschenken mee: “goud en wierook en mirre”). Dat ze namen hebben (Caspar, Melchior en Balthasar) is ook een later verzinsel.

In Zuid-Duitsland en Oostenrijk gaan kinderen langs de deuren en krijgen snoep waarna ze als dank C+M+B plus het jaartal boven de deur krijten: Christus Mansionem Benedicat (Christus zegene dit huis), maar ook toevallig de voorletters van Caspar, Melchior en Balthasar. In Spanje is het een vrije dag en worden er grote optochten georganiseerd waarbij kinderen snoep krijgen (ze krijgen ook cadeautjes – een soort van Sinterklaas). In Zweden eten ze ‘Driekoningentaart’ met daarin een boon verstopt (wie die vindt is de hele dag koning en mag een kroon dragen). In Rusland hakken ze een gat in het ijs en springen erin.

De enige overblijvende Nederlandse traditie is dat het ongeluk brengt om je kerstboom naDriekoningen af te tuigen (daarom haalt Zaanstad morgen de kerstbomen op). Maar de kerstboom komt natuurlijk ook helemaal niet in de Bijbel voor. Kortom: een raar feest. Maar omdat we in onze verzameling van Zaanse toverlantaarnplaatjes van de firma Van den Bergh een plaatje van twee ‘wijzen’ aantroffen (die overigens rijkelijk laat bij Jezus aankwamen, het kind was al bijna twee weken oud; zaten ze nog steeds in die stal?) besteden we er op De Orkaan ook aandacht aan.

O ja: ‘Gelukkig Nieuwjaar’ wensen doen we na Driekoningen ook niet meer, dus nog één keer vandaag: een fijn 2023!