Als kleuter wist ik precies wat ik later wilde worden: papierprikker. Ik zag hem vaak lopen op de Prins Hendrikkade in Zaandam, in een zwart corduroy jasje en misschien ook een corduroy broek, dat herinner ik me niet precies.

De papierprikker had een stok met een metalen punt. Aan de punt prikte hij papierafval. Als de punt vol was, schoof hij de papiertjes eraf, in een zak die hij in zijn linkerhand droeg.

Door Rob Vreeken

De papierprikker had een tempo ergens tussen wandelen en lopen in. Zijn blik hield hij op de grond gericht, een beetje dromerig, zo leek het, maar dat was schijn: geen papiertje zag hij over het hoofd. 

Een mooi beroep leek het mij toe, papierprikker, zinvol en overzichtelijk vooral. Wat een bevrediging moest het geven om aan het eind van de dag de prikstok op te bergen in het besef dat het hele plantsoen langs de Voorzaan opgeruimd was!

Andere 5-jarige jongetjes wilden cowboy worden of autocoureur, maar dat vond ik kinderachtige onzin. Welke nuttige bijdrage leverde een cowboy nou helemaal aan de maatschappij? Indianen doodschieten, akkoord, maar op de Prins Hendrikkade zag ik die nooit. Wel slingerden er lege sigarettendoosjes rond en verpakkingen van Bazooka Joe-kauwgom. Die werden door de papierprikker resoluut aan zijn stok geregen.

Procuratiehouder

Beroepen als ‘aannemer’, ‘procuratiehouder’, ‘magazijnmedewerker’, of zelfs ‘directeur’ waren abstracties waarbij ik me niets kon voorstellen. Een procuratiehouder, zo wist ik van de strip Blondje in de VARA-gids, zat de hele dag achter een bureau met een telefoon aan zijn oor te doen alsof hij niet sliep, en werd zo nu en dan uitgekafferd door zijn baas, een ongelikte beer genaamd Bijter.

Eigenlijk is er, ruim zestig jaar later, niet veel veranderd. Of nee, er is wel iets veranderd. De maatschappij is ingewikkelder geworden, en de beroepen zijn nog abstracter en onbegrijpelijker. Personeelsadvertenties staan vol eigentijdse procuratiehouders. De gemeente Zaanstad zoekt een ‘projectmanager’ die ‘inhoudelijk, resultaat– en procesverantwoordelijk is voor enkele complexe projecten’. Hulporganisatie Cordaid zoekt een ‘specialist audit & control’, belast met het ‘uitvoeren van operationele audits op basis van een uitgevoerde risicoanalyse’.

Wat het betekent en waar het allemaal toe leidt, ik heb geen flauw idee. Misschien is het gewoon een kwestie van het vicieus laten circuleren van conceptnota’s en evaluaties. Misschien dragen de op het oog gewichtigste managers niet méér bij aan de samenleving dan de zwerver op de Peperstraat met zijn boodschappenkarretje vol raadselachtige plastic zakken. Misschien is de zin van de meeste arbeid wel ervoor te zorgen dat je geen standje krijgt van Bijter. 

Verslaggever

Over mijn eigen vak, de dagbladjournalistiek, heb ik zulke vragen nooit gehad. Een verslaggever sprokkelt informatie bijeen en tikt daar een stukje van. Collega’s halen er de ergste taalfouten uit en zetten er een onjuiste kop boven. Het is echt supereenvoudig, elke 5-jarige kleuter kan het leren. De hele boel wordt gedrukt en door een leger van onuitgeslapen vmbo-scholieren door het land verspreid. Maar soms is het ook bij ons een hoop drukte om niks: de scheiding van Nick en Simon, de nukken van Louis van Gaal, de treitervlogger in Poelenburg.

Hoe ouder ik word, hoe sterker het besef van waar het in het leven echt om gaat: dat de kinderen gezond zijn en naar school gaan en een iPhone voor hun verjaardag krijgen, dat we vanavond lekker gaan eten met vrienden, en meer in het groot: dat we onze vrijheid en onze beschaving beschermen tegen wappies, racisten en extremisten. De rest is wezenloos geschuif met stapels nota’s, en het is maar goed dat er papierprikkers zijn die uiteindelijk alles opruimen.  

Foto boven: procuratiehouder in actie (archief De Orkaan), onder: bureau van journalist (De Orkaan)