Vanaf 2026 is het gedaan met gratis ronddwalen over de Zaanse Schans. Er komt een all-in toegangspas van € 17,50. Maar hoe is die prijs eigenlijk bepaald, en wie komt er nog voor dat bedrag naar deze oer-Zaanse ervaring?

Volgende week donderdag 8 mei wordt tijdens het Zaanstad Beraad de technische behandeling van het dossier Zaanse Schans besproken, waarin onder andere de prijsbepaling, de verschillende scenario’s en het mobiliteitsplan aan bod komen.

€ 10 of € 45?

Om de prijs vast te stellen, schakelden Stichting De Zaanse Schans, het Zaans Museum, de Windmolencompagnie (de commerciële tak van vereniging De Zaansche Molen) en Museum Zaanse Tijd het onderzoeksbureau Motivaction in. Dat bureau hield twee enquêtes onder 3.659 potentiële bezoekers uit Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, de Verenigde Staten en India.

De eerste enquête was een prijsmeteranalyse. Daarbij mochten mensen zelf aangeven wat zij een goedkope, redelijke of te dure prijs vinden voor zo’n all-in kaart. Zo ontstond per land een acceptabele prijsrange. Voor Nederlanders lag die tussen de € 10 en € 15,50 voor andere West-Europeanen tussen de € 10 en € 20 en voor Amerikanen en Indiërs tussen de € 23 en € 45.

In de tweede enquête gebruikten ze de Gabor-Granger methode. Hierbij kregen mensen een willekeurig bedrag voorgeschoteld (tussen € 10 en € 40) met de vraag of ze dat zouden betalen voor een all-in kaart. Afhankelijk van hun antwoord kregen ze een hoger of lager bedrag te zien, tot duidelijk werd bij welke prijs de meeste mensen nog ‘ja’ zeggen. Uit deze methode bleek dat het optimale prijspunt voor Nederlanders rond de € 15 ligt, voor andere West-Europeanen was dat rond de € 20 en voor Amerikanen en Indiërs lag het tussen de € 30 en € 35.

De resultaten uit beide onderzoeken laten zien dat de huidige Zaanse Schans Card van € 29,50 voor Nederlanders en West-Europeanen te hoog is. Omdat het merendeel van de bezoekers uit Nederland en Europa komt, adviseerde Motivaction een toegangsprijs van € 20. In het onderzoek is niet ingegaan op tarieven voor kinderen of groepen.

De gemeente wil voorzichtig van start gaan en stelt voor om bij invoering € 17,50 te hanteren. Op basis daarvan wordt de verwachte netto-opbrengst per bezoeker geschat op zo’n € 10,50. Dat is lager omdat er ook kaartjes voor jongeren verkocht worden omdat en goedkopere kaarten voor groepen worden aangeboden. Voor Inwoners van Zaanstad en Wormerland is de toegang gratis. Houders van een Museumjaarkaart en andere kortingskaarten (IamAmsterdam-Card bijvoorbeeld) hoeven geen kaartje te kopen. Dat geldt ook voor leden van de Zaansche Molen.

Minder bezoekers

En wie komen er voor € 20? Uit de enquêtes blijkt dat bij dit bedrag ruim de helft van de Nederlanders (51 procent) bereid is om een all-in kaart te kopen. Dat is wel flink minder dan bij een lager bedrag: bij € 15 ligt de bereidheid op 68 procent. Dus bij € 17,50 moet dat er tussenin liggen.

Ook voor Belgische, Duitse en Franse bezoekers blijft € 20 een redelijk grensbedrag, waarbij zo’n 58 tot 70 procent van hen zegt bereid te zijn te komen. Voor Amerikanen en Indiërs ligt die grens een stuk hoger. Bij € 20 blijft meer dan 90 procent van hen geïnteresseerd. Pas bij bedragen boven de € 30-35 neemt hun bereidheid om te komen af.

Die belangstelling uit het buitenland zie je trouwens niet alleen bij de Zaanse Schans. Uit de benchmark, een vergelijking met andere toeristische trekpleisters in Nederland, blijkt dat dat eigenlijk overal zo is. Nederlanders laten gemiddeld zo’n 80 tot 83 procent interesse zien, terwijl dat bij buitenlandse toeristen bijna altijd tussen de 95 en 98 procent ligt.

De Zaanse Schans is dus geen uitzondering. Voor veel toeristen uit het buitenland is het gewoon een vaste stop tijdens hun reis, net als het Rijksmuseum of de Keukenhof. Het onderzoeksbureau suggereerde overigens ook een kortingstarief in de rustige maanden, speciaal voor Nederlandse bezoekers.

Door: Nick Boeske. Info: Raadsinformatiesysteem Zaanstad. Foto: De Orkaan (2024, bij de pilot van de vrijwillige kaartverkoop).