Zaanstad heeft een intern onderzoek gepubliceerd dat moest aantonen hoe ‘feitelijk’ de berichtgeving van Follow the Money (FTM) over het Interventieteam Zaandam-Oost is. Het college: FTM overdrijft, het optreden van het Interventieteam is rechtmatig en er is geen sprake van misbruik van bevoegdheden of discriminatie. Bovenop het rapport roept burgervader Jan Hamming via Facebook dat er in ‘de media’ feiten, fabels en framing door elkaar zijn gehaald.

Wie het rapport leest, ziet dat er inderdaad sprake is van door elkaar gehusselde feiten, fabels en framing. Dan niet door ‘de media’ maar door de ‘onderzoeker’ van dienst. 

Het rapport bevestigt juist veel van de feiten die FTM heeft beschreven, maar plaatst die binnen een frame waarin FTM wegzet wordt als onnauwkeurig. Daarbij gebruikt Zaanstad selectieve citaten, weglatingen en onlogische interpretaties.

Niet extern

Het interne onderzoek had één doel: toetsen of FTM de feiten juist heeft weergegeven. Die vraag werd niet opgepakt door een externe partij, maar door de gemeente zelf. Het rapport werd aan de raad gepresenteerd door interim concerndirecteur Martijn Rengelink, dezelfde topambtenaar die leiding gaf aan het beantwoorden van de vragen van FTM aan Zaanstad voorafgaand aan de publicatie:

‘Op 21 mei wordt mij gevraagd: “Wil jij leiding geven aan het onderzoek?” Dat kwam ook omdat mijn collega ergens in dat verhaal genoemd werd bij naam en toen dachten we: “Nou, dan is het beter dat iemand anders dat onderzoekt.” Dus dat heb ik toen gedaan’.

Die collega en leidinggevende, locogemeentesecretaris en concerndirecteur Lennart Graaff, stond Rengelink terzijde bij de presentatie.

Dat betekent dat de gemeente feitelijk haar eigen handelen én haar eigen reputatie onderzocht. Vervolgens verschijnt er een rapport met de strekking: wij vinden onszelf zorgvuldig, en FTM overdrijft.

Hermitage

Wat daarbij opvalt is dat het rapport de berichtgeving van FTM nauwelijks ontkracht op de feiten. Het verplaatst alleen de interpretatie.

FTM beschreef een controle in de Hermitage, inclusief tijdlijn van melding, doormailen door de burgemeester en binnenkomst in de woning. Die tijdlijn klopt; de gemeente bevestigt die in het onderzoek.

Toch beweert Zaanstad dat FTM ‘de suggestie wekt’ dat binnen twee uur na een mail een inval plaatsvond. Die suggestie bestaat niet in het FTM-stuk, maar wordt er door de gemeente ín gelegd, om het vervolgens te kunnen weerleggen. Dat is een klassiek stroman-argument.

Hetzelfde gebeurt rond het vermoeden van hennep: de gemeente stelt dat dit ‘expliciet in de rapportage staat’. Maar wie de BRP-rapportage van die controle bekijkt, ziet geen enkel woord over hennep staan. De gemeente schuift dus documenten door elkaar om FTM’s ongelijk aan te tomen, terwijl FTM zelf wél nauwkeurig onderscheid maakt tussen stukken. In het pand is overigens geen hennepplantage aangetroffen.

Zaanstad liet vijf onderzoeken doen naar het Interventieteam. Voordat die openbaar gemaakt werden, kregen raadsleden, inwoners en media een ‘leeswijzer’ van 54 pagina’s die door een ambtenaar in de raadszaal vrijwel integraal werd voorgelezen. Zonder vragen of discussie. De Orkaan heeft eerder aangegeven niet mee te doen aan deze act waarmee B&W probeert de meningsvorming te beïnvloeden. Wij deden geen verslag van de voorlezing van de ‘leeswijzer’. Wij kunnen de onderzoeksrapporten zelf wel beoordelen. Dat is trouwens door de gemeente van hindernissen voorzien. Drie van de vijf rapporten zijn als niet-doorzoekbare pdf aangeleverd terwijl ook de ‘leeswijzer’ deels ondoorzoekbaar is.

Context

De integriteitsmelding wordt in het rapport weggezet als ‘een oordeel over de manier van werken’. Uit interne stukken blijkt dat deze melding intern juist is aangeduid als mogelijke misstand met juridische risico’s.

De gemeente verwijt FTM dat zij ‘beweert dat er misbruik van bevoegdheden is’. Maar FTM beschreef vooral dat die zorg uit de organisatie zelf komt, en dat daar geen degelijk onderzoek naar is gedaan. Het interne rapport bewijst die laatste zin: er is nog steeds geen onafhankelijk onderzoek naar dat punt.

WhatsApp-gesprekken worden door de gemeente afgedaan als ‘uit context gehaald’. Maar het was de gemeente zelf die delen wegliet in de geëxporteerde berichten die op grond van de Wet openbare overheid (Woo) door FTM werden opgevraagd, zonder duidelijk te markeren wát er weg was. Vervolgens wordt de journalist verweten dat hij niet op basis van ontbrekende context nuanceerde.

Schriftelijke sporen

Zaanstad: ‘In het artikel wordt gesteld dat de concerndirecteur [Orkaan: Lennart Graaff] zou hebben opgeroepen om geen schriftelijke sporen na te laten’. Dat is volgens Zaanstad een ‘onjuiste interpretatie van hetgeen is besproken is. De concerndirecteur heeft erop gewezen dat elke communicatie die binnen de uitoefening van het ambt wordt gedeeld, de grenzen van de wet moet respecteren. Daarnaast heeft de concerndirecteur erop gewezen dat alle informatie die vastligt, bovendien ook onderwerp kan worden van een verzoek tot openbaarmaking (onder de Woo).’

Maar de concerndirecteur heeft helemaal niet ‘gewezen’ op openbaarmaking maar gewaarschuwd en gaat op zoek naar manieren om te communiceren zonder dat het openbaar gemaakt kan worden. Het (niet bestreden) citaat luidt:

‘Alles is opvraagbaar via de Wet open overheid. Je moet niet via de mail uitwisselen: als we het niet op deze manier kunnen doen, hoe doen we het dan wel? Dat is niet handig en soms erg onverstandig.’

Reputatiemanagement

De belangrijkste conclusie: de overheid erkent bijna alle beschreven feiten, maar weigert de betekenis ervan te accepteren. In plaats daarvan wordt er geredeneerd: ‘Ja, dit is gebeurd, maar niet om de reden die u denkt.’

Dat is geen feitencheck. Dat is reputatiemanagement. Dat Zaanstad daarbij de reputatie van een excellente nieuwsbrenger daarmee onterecht door het slijk haalt, lijkt daaraan ondergeschikt. 

Wat ontbreekt in het interne onderzoek is zelfreflectie op de harde kern: zijn mensen gecontroleerd zonder duidelijke verdenking? Zijn juridische grenzen bewust ‘opgerekt’ op verzoek van de leiding? Hebben medewerkers daar zorgen over geuit, en zijn die serieus onderzocht?

Op die vragen biedt het onderzoek geen onafhankelijk antwoord. In plaats daarvan wordt FTM voorgesteld als het probleem.

Wie onderzoekt de onderzoeker?

Als de gemeente echt wil laten zien dat FTM ongelijk heeft, is één stap nodig: laat een extern, onafhankelijk orgaan met volledige inzage toetsen of de verslaglegging klopt. Niet een collega van betrokken leidinggevenden die zelf ook nog eens bij zaak betrokken is.

Nu staat er één ding vast: het vertrouwen in dit interne rapport is per definitie beperkt. Niet alleen omdat het feiten verzwijgt, maar omdat het diezelfde feiten strategisch herkadert.

Niet de journalist is hier het probleem. Het systeem zelf staat onder spanning. En daar hoort een volwassen onderzoek bij door een externe partij.

Door Piet Bakker en Merel Kan op basis van ‘Intern Onderzoek n.a.v. de concrete signalen uit de artikelen van FtM en het NRC’, de aanbiedingsbrief bij de onderzoeken, de presentatie van de Leeswijzer, het ‘bestuurlijk perspectief’ op de onderzoeken (die zijn allemaal hier te vinden) en Facebook burgemeester Hamming. Voor het artikel is ook contact gezocht met FTM. Op de foto boven de presentatie van de Leeswijzer Martijn Rengelink met naast hem Lennart Graaff (rechts), helemaal links voorzitter Annemarie van Nieuwamerongen. Op de rug gezien links Jaap Keijser (POV) en Erdoğan Şahin (DENK). Lees ook: Heel Zaanstad krijgt interventieteam.