Wie als wethouder opstapt heeft recht op wachtgeld dat in principe net zolang duurt als de tijd dat iemand in deze baan gewerkt heeft. Maar daar zit wel een maximum van 3 jaar en 2 maanden aan. Of je weggestuurd wordt of vrijwillig opstapt maakt daarbij niet uit. De opgestapte wethouders Tuijn (PvdA) en Breunesse (GroenLinks) hebben recht op 3 jaar en 2 maanden wachtgeld.

Raadsleden die opstappen krijgen niks.

De hoogte van het wachtgeld hangt af van je salaris, hoe groter de gemeente hoe hoger dat is. In het eerste jaar is het wachtgeld 80 procent van het laatste salaris, daarna is dat 70 procent.

Wethouders in een gemeente zo groot als Zaanstad (160.000 inwoners) hebben een bruto salaris van ruim € 11.000 per maand. Per jaar komt dat neer op zo’n € 135.000 en daar komen dan nog zo’n € 11.000 vakantiegeld en een eindejaarsuitkering die ook in die orde van grote is bovenop. Samen is dat bijna € 160.000.

Het wachtgeld in het eerst jaar ligt rond € 125.000 en daarna daalt dat tot € 110.000. Totaal over de hele periode is dat zo’n € 365.000 en dat keer twee (€ 735.000).

Sollicitatieplicht

Daarbij moeten twee belangrijke kanttekeningen worden gemaakt. Ten eerste gaat het om bruto bedragen en ten tweede wordt alles daaraf getrokken wat ze zelf gaan verdienen in een nieuwe baan. De opgestapte wethouders hebben een sollicitatieplicht.

Behalve dat Zaanstad wachtgeld moet betalen voor de wethouders, draait de gemeente ook op voor het wachtgeld van gemeentesecretaris Gerda Blom (foto boven). Hoe hoog dat salaris was weten we niet, maar op grond van diverse online bronnen schatten we een bedrag van € 9.000 per maand. Als dat het geval is, komt dat inclusief vakantiegeld en andere regelingen neer op zo’n € 125.000 per jaar. Omdat Blom ruim drie jaar gewerkt heeft voor Zaanstad en voor elke gewerkt jaar één maand wachtgeld krijgt komt dat in totaal neer op zo’n € 25.000.

Door Piet Bakker en Merel Kan op basis van online bronnen. Foto’s boven, v.l.n.r.: Tuijn, Breunesse, Blom.