Op de laatste dag van het jaar wijd ik een virtuele foto-expositie aan mijn kleuterklas uit 1951. Zomaar een kleuterklasje, dat uitgroeide tot ‘het Wonder van de Bleekersstraat’.
Ergens in het voorjaar van 1951 klopt een man met een flinke, zware tas in zijn hand aan bij een lokaal tegenover ouwelfabriek Primus aan de Bleekersstraat in Zaandam. Hij hoeft niet lang te wachten tot de deur wordt geopend door de kleuterjuf, een jonge, slanke vrouw met een bril en zwart haar. Van achter de dichte deur in het portaal klinkt het geluid van lachende kinderen en rennende voetstappen. De vrouw knikt vriendelijk naar de bezoeker. “U bent die meneer van Hollandia. Fijn dat u er bent. De kinderen begonnen al onrustig te worden.” Ze steekt haar hand uit. “Ik ben Fransina Jansen.”
De man stelt zich ook voor en loopt het zaaltje binnen. De kinderen drommen meteen om hem heen, maar gaan gehoorzaam op hun stoeltjes zitten als de juf in haar handen klapt. Siene Jansen vertelt dat de fotograaf er nu is – dat hadden de kleuters al lang gezien – en dat ze nog heel eventjes geduld moeten hebben, dan kunnen ze op de foto.
Het komende uur is de fotogaaf druk bezig. “Doe maar net of ik er niet ben”, zegt hij tegen Siene Jansen terwijl zij de kinderen zonder veel problemen rustig houdt. Ze hebben allemaal hun zondagse kleren aan, want de komst van de fotograaf is ruim van tevoren aangekondigd. Hij schiet uit de losse pols wat foto’s van spelende kinderen. Daarna zet hij zijn statief neer en schroeft zijn fototoestel erop. Hij pakt een tafeltje, zet er een vaasje bloemen op en een stoeltje erachter. Een gordijn zorgt voor een rustige achtergrond.
Het wordt niet zomaar een fotosessie. Vandaag worden de kinderen voor het eerst van hun leven in kleur gefotografeerd. Sommigen hebben hun broertje of zusje meegenomen. Dat mag: zo’n kleurenfoto is duur en wat is er nu mooier dan een foto van de kinderen samen in één lijstje? Dat het geen echte kleurenfoto’s zijn maar zwartwit kiekjes die achteraf worden ingekleurd, vindt niemand erg. Kleurenfilm is haast nergens te koop, zo kort na de oorlog, en verschrikkelijk duur bovendien.
“Goed op het vogeltje letten”, waarschuwt hij als het eerste kind aan het tafeltje gaat zitten. Hij wijst op de lens van het fototoestel waarachter straks het vermeende dier te voorschijn zal komen, verdwijnt achter de camera, roept nog wat aanwijzingen, “stil zitten!”, en drukt af.
De eerste aflevering van Het Wonder van de Bleekersstraat. Want dat is die fotosessie in dat kleuterschooltje voor mij geworden: een wonder. Een serie bijzondere foto’s waarvan ik er bijna driekwart eeuw later zes heb kunnen achterhalen. Nog niet eenderde van de kinderen uit het klasje van toen, maar ik vind het toch een bijzondere oogst. Ik denk niet dat ik nog meer foto’s kan achterhalen. Vandaar dat ik er nu, op de laatste dag van 2025, een officieuze virtuele expositie van open op de website van De Orkaan. (Stilletjes hoop ik dat bezoekers me toch nog op het spoor kunnen zetten van meer foto’s.) Met als directe aanleiding: de meeste kleuters van wie de portretten zijn opgenomen in deze expositie, bereiken in 2026 de eerbiedwaardige leeftijd van tachtig jaar.
Ik was op die dag een van de kleuters uit het schooltje van ‘juf Jansen’. Ik ging nieuwsgierig zitten en tuurde naar de camera, want een van mijn vriendjes had beweerd dat hij het vogeltje echt had gezien. Hoeveel kinderen zaten er in dat klasje? Geen idee. Er is enige tijd later een foto gemaakt van een groepje kleuters dat binnen een paar weken naar de lagere school zou gaan. Met enige moeite zijn daarop twintig gezichten te ontwaren – er was ditmaal geen professionele fotograaf van Foto- en Filmbedrijf Hollandia Uitgeest voor komen opdraven, maar een hobbyfotograaf, misschien een van de ouders.
Ik herken er maar een paar gezichten op, kinderen die net als ik na de kleuterschool doorstroomden naar de Christelijke Lagere School Ds. Lindeboom aan de H. Gerhardstraat. Zoals de tweeling Kees en Marja Vethaak, en Liesbeth Knikker, die tot haar verdriet altijd twéé strikken in het haar moest dragen. Maar waarom staat mijn neefje Herman Roode er niet op? Hij was net zo oud als ik en zat in hetzelfde klasje. Van Herman bestaat ook geen kleurenfoto die genomen had moeten zijn op die voorjaarsdag in 1951. Waar was Herman? Was hij misschien ziek? Herman overleed in 2017. In zijn nalatenschap werd geen ingekleurde foto van Hollandia Uitgeest gevonden.
De laatste van de ‘klas van 1951’ met wie ik contact legde, was Liesbeth Durieux, die destijds nog Liesbeth Knikker heette. Aan haar dank ik de nieuwste aanwinst voor mijn expositie, en wel een foto van kinderen aan de speeltafel. Ik had al een bijna identieke foto, met op de achtergrond hetzelfde harmonium en dezelfde tekening op het schoolbord. Maar juf Jansen heeft op Liesbeths foto plaatsgemaakt voor een stagiaire. Als ik Liesbeth en haar man bezoek in hun huis in Westerkoog, vraag ik haar naar de ingekleurde foto die ook van haar gemaakt moet zijn op die dag. Maar die heeft ze niet. Het wonder van de Bleekersstraat gaat gepaard met mysteries.
De kleuters van tachtig
Tom Stom

Tom Stom, een beetje ongemakkelijk lachend in zijn matrozenpakje, doet in niets denken aan de latere studenten-activist, wethouder en intellectueel. Tom woonde destijds aan de Abeelstraat en ging net als ik naderhand naar de Ds. Lindeboomschool en het Zaanlands Lyceum. Na het behalen van zijn gymnasiumdiploma studeerde hij klassieke talen aan de Universiteit van Amsterdam, was president van studentensociëteit Olofspoort en ging daarna de politiek in. Tom was jarenlang wethouder voor de PvdA in Alkmaar, voor Cultuur en voor Openbare Werken. Hij overleed in 1999 op vierenvijftigjarige leeftijd.
Gert Schaap

‘Gertje’ Schaap ging op de foto met zijn zus Norma en broer Jan, die niet op het schooltje zaten, maar hun ouders lieten zich niet de kans ontnemen op zo’n mooi portret van hun kinderen. Gert is in de Zaanstreek blijven wonen; tegenwoordig in een seniorencomplex in Wormer, maar hij bivakkeert ook geregeld op de Veluwe, waar hij een stacaravan heeft in de buurt van het huis van zijn dochter. In zijn werkzame leven was hij bouwkundig tekenaar en later rayon-opzichter bij een woningcorporatie. Hij zat, net als mijn neef Herman Roode, bij de vrijwillige brandweer in Zaandam bij kring 4 (Botenmakerstraat). Als gitarist speelt hij moeiteloos zo’n beetje het complete oeuvre van The Shadows. Op de foto van de speeltafel zit hij op schoot bij juf Jansen.
Martin Rep

Martin Rep woonde aan de Meidoornstraat – daarover schreef hij in 2020 het boek ‘De Meidoornstraat’ (Uitg. Oevers, Zaandam) maar bleef niet hangen in Zaanstreek. Na een loopbaan als journalist, van De Zaanlander tot de Volkskrant, belandde hij in Bussum, van waaruit hij columns schrijft voor onder meer De Orkaan.
Steven Oudhuizen

Steven Oudhuizen is geboren in het gereformeerde bejaardenhuis / kraamkliniek Spes Viva aan de Oostzijde, maar was niet kerkelijk. “Spes Viva was denk ik de keuze van onze huisarts, dokter Van Wel. Die woonde in de Oostzijde schuin tegenover het Ruyterveer, dus vlak bij Spes Viva. Hij heeft mij daar ter wereld gebracht.” Dat hij naar het christelijke kleuterschooltje ging, kwam doordat hij vaak speelde met Jaap en Corrie van der Wolf, die naast het gezin Oudhuizen aan de Esdoornlaan woonden. Later ging hij naar de openbare Wilhelminaschool. “Kerkelijk waren we niet, maar op mijn verjaardag kreeg ik van mijn ouders wel een kinderbijbel.” Na de mulo aan de Vlielandstraat werkte Steven een paar jaar ‘in het hout’, voordat hij een nieuwe loopbaan begon in de automatisering. In binnen- en buitenland, maar uiteindelijk bij Zaanse bedrijven zoals Bruynzeel en Sigma Coatings (Pieter Schoen). Hij is nu al twintig jaar ‘uitgewerkt’, reist met zijn vrouw de wereld over (binnenkort weer naar India), is vrijwilliger in de bibliotheek van Eemnes, houdt wekelijks spreekuur bij Seniorweb voor mensen met computervragen en is voorzitter van de Postzegelvereniging in Huizen. Steven: “Ik ben nu bijna tachtig jaar en hoop dit nog even vol te houden. Maar dan wel in een wat langzamer tempo.”
Jaap van der Wolf

Jaap van der Wolf (geboren 1945) studeerde theologie en is tot zijn zeventigste voorganger geweest. Met zijn vrouw Mieke woont hij nog altijd in Zaandam, net als zijn kinderen en kleinkinderen. Corrie (1947) heeft een tijd gevaren op de binnenvaart en is later terechtgekomen in Edam-Volendam. Daar woont zij nog steeds, niet ver van haar kinderen en kleinkinderen.
Els Smit

Elsje Smit, ‘het meisje met de pop’ op foto 1 van de speeltafel, woonde destijds in de Abeelstraat, waar haar ouders bevriend waren met de ouders van Tom Stom. Sinds 1980 woont ze in Australië, maar haar Zaanse afkomst verloochent ze niet. Ze heeft nog contact met haar vriendin van destijds, Marja van Akkeren, en heeft die twaalf jaar geleden nog opgezocht.
Speeltafel (1)

Kleuterjuf Fransina Jansen heeft Gert Schaap op schoot. De jongen naast haar met het matrozenpakje is Tom Stom, tegenover hem Martin Rep, die zijn legpuzzel net omkeert. Het meisje met de pop naast de tafel is Elsje Smit.
Speeltafel (2)

Een nieuwe vondst, dank zij Liesbeth Knikker (het meisje met de dubbele strik in het haar, naast de kleuterleidster). Rechts van haar Wim van der Werf. Geheel links Jaap en Corrie van der Wolf; de namen van de andere kinderen zijn onbekend.
…En Fransina Jansen
Ten slotte het échte wonder van de Bleekersstraat: kleuterleidster Fransina Jansen leeft nog altijd. Ze is dit jaar 105 geworden, woont nog zelfstandig in Zaandam en viert vanavond Oud en Nieuw in het bijzijn van haar familie.
Door: Martin Rep. Alle foto’s van deze virtuele expositie: Foto- en Filmbedrijf Hollandia Uitgeest
Was weer een fijn stukje en een prettige herinnering, bedankt Martim
Martin weer een gewerldige update van de Bleekerstraat. Hoop met jou dat er nog meer oud-leerlingen zich melden