Op 10 december publiceerde Zaanstad officieel de ‘Verordening op de heffing en invordering van een vermakelijkhedenretributie Zaanse Schans 2021’.

Dat deed de gemeente voor de vierde keer. De verordening moet ingaan op 1 februari 2021. Eerder werden er verordeningen gepubliceerd die op 1 januari, 1 juni en 1 oktober hadden moeten ingaan. En telkens werden ze weer ingetrokken.

Op 8 december, twee dagen voor deze officiële bekendmaking, schrijft wethouder Hans Krieger (VVD) aan de raad:

“Er is een reële kans dat de volgende door de raad gestelde mijlpaal (inhoudelijke en juridische uitwerking van het duurzaam exploitatiemodel, oprichting van een juridische entiteit) per 1 februari 2021 niet haalbaar blijkt.”

Die aankondiging voor 1 februari is een ‘stok achter de deur’. Niemand op de Zaanse Schans wil die heffing, en al een jaar beloven ze daar met een alternatief te komen. Als dat er is, trekt Zaanstad de verordening in. Dat hebben ze alle voorgaande keren gedaan, en waarschijnlijk doen ze dat nu weer, op het Stadhuis geloven ze nog steeds in dat alternatief. Tot dusver is dat niet gelukt, en een plan dat door alle ‘stakeholders’ gesteund wordt, komt er zeker niet. Verder dan plannen voor een soort van treiterkaart (je mag zelfs niet naar de wc zonder) kwamen musea, molens en Stichting niet. Ondernemers en bewoners zijn mordicus tegen.

Prestigeobject

Vier keer aangekondigd. Vier keer de keutel ingetrokken. Een verstandig mens of een professioneel geleid bedrijf zou denken: misschien toch niet zo’n goed idee. Maar niet in Zaanstad.

De ‘vermakelijkhedenretributie Zaanse Schans’ ontwikkelt zich tot een vermakelijk prestigeobject – als het niet zo’n dure grap zou zijn, maar dat is het dus wel. De ambtelijke kosten van de voorbereiding van alle regelingen en plannen, de talrijke vergaderingen, het weer intrekken, de kosten voor adviesbureaus, mediators, bemiddelaars, deskundigen… het is ongetwijfeld meer dan de VMR in de komende 10 jaar gaat opbrengen.

Zaanstad heeft zich op basis van volstrekt virtuele cijfers rijk gerekend bij de inkomsten. De gemeente gokt op € 240.000 maar als er € 50.000 wordt opgehaald zijn ze spekkoper. Het plannetje om bijna een half miljoen bij het Rijk te declareren voor gederfde inkomsten vanwege corona (eigenlijk hoopte men op € 960.000) is zonder meer riskant. De rijksoverheid heeft al aangekondigd bij bedrijven de ten onrechte aangevraagde steun terug te gaan halen. Dat zouden ze ook zomaar eens bij gemeenten kunnen doen.

Verdienmodel

De fundamenten van deze doodlopende weg is gelegd bij het smeden van de coalitie in 2018 toen VVD, PvdA, D66, ROSA, CDA en CU het een goed idee vonden een ‘verdienmodel’ voor de Zaanse Schans te ontwikkelen. Vanaf dat moment zijn de verhoudingen tussen de gemeente en de partijen op de Schans ernstig verslechterd, op de Zaanse Schans zelf is de sfeer van onvriendelijk nu ronduit vijandig geworden.

Zaanstad zegt die VMR te willen heffen om de kosten te dekken. De oplossing is natuurlijk eenvoudig: stop met het maken van die kosten. En als de verschillende partijen op de Schans wel willen dat die kosten gemaakt worden: laat ze er zelf voor betalen.

Aanlegsteiger

Hoe hoog zijn die kosten eigenlijk en wat zit erin? De onderbouwing is een soap op zich. Bij de presentatie eind oktober 2019 hield Zaanstad de kosten geheim. Het zou om € 800.000 gaan, waarbij ook zaken werden genoemd die allang betaald waren: de naamsverandering station Zaandijk Zaanse Schans en kosten voor ‘entreegebied, bebording, bestratingen en wandelpaden’. Wel zou de Schans moeten betalen voor een aanlegsteiger voor cruiseschepen waarop niemand te wachten zat. Toen er eindelijk een uitsplitsing kwam bleek het om € 770.000 te gaan. En halverwege dit jaar werd dat bijgesteld tot € 668.000 door het schrappen van het crowdmanagement.

Het grootste bedrag (€ 190.000) is een ‘onderhoudssubsidie openbare ruimte Zaanse Schans’. Dat kan meteen geschrapt, het beheer van de openbare ruimte is gewoon een gemeentelijke taak. Willen ze op de Schans meer onderhoud? Dat kan de Stichting betalen uit de parkeergelden.

Dan is er € 150.000 voor ‘straattoezicht en belastingen’. Welke ‘belastingen’? En straattoezicht is ook een gemeentelijke taak. Kan geschrapt.

Zaanstad wil ook een bijdrage van € 100.000 voor Marketing Zaanstreek (de VVV). Onzin, dat heeft de Zaanse Schans altijd zelf gedaan en moeten ze ook zelf blijven doen.

Voor de Julianasteiger wil Zaanstad een bijdrage van € 38.000. (hoeveel schepen leggen daar aan?). Voor de looproute van het station naar de Schans moet € 7.000 worden bijgedragen? Waarvoor? Die bordjes staan er toch al.

Impasse

Een andere omvangrijke post is de bijdrage die Zaanstad wil voor haar eigen ‘apparaat’ en personeel, het gaat om ‘procesmanagement’, kosten voor ‘Verkeer en Landschap’ en voor ‘Netwerken en control’. En voor ‘Advies en toezicht Havens & Vaarwegen’. Totaal: € 230.000.

De belangrijkste vraag is uiteraard waar die kosten eigenlijk uit bestaan, nu is dat totaal onduidelijk.

Het dossier Zaanse Schans is zo langzamerhand uitzichtloos: de partijen drijven steeds verder uit elkaar, de focus op geld uit de Schans te halen in corona-tijd begint surreële trekjes te krijgen, het invoeren van een ’terugverdien-model’ lijkt een doel op zich te worden, de inschatting van kosten en baten vertoont weinig relatie met de werkelijkheid.

Wat nu nodig is, is politieke moed in plaats van het blind verdedigen van de ingenomen stellingen.