Ik moest het slechte nieuws eerst even verwerken: Verkade ontslaat 87 van de 296 werknemers op de locatie Zaandam.

Het bericht was maar klein, alsof het een aanrijding op de Westzijde betrof, in plaats van een aardschok.

Door Anneke van Dok

Het bedrijf dat mij ooit met chocolade troostte na een onvoldoende voor scheikunde op het Zaanlands Lyceum, of een verloren wedstrijd van ZVV, veranderde langzaam van historisch boegbeeld in doembeeld. Gelukkig herinnert een leuk museum nog aan zoete tijden. Toen de directeur nog, geheel in strijd met het tijdsbeeld, bij de voornaam werd genoemd, maar wel voorafgegaan door Mijnheer en met veel waardering in je stem.

Omdat mijn moeder parttime bij Verkade werkte, profiteerde ons gezin van het luilekkerlandwinkeltje, waar personeelsleden voor een klein prijsje gedeukte toffees, mislukte kersenbonbons en afgekeurde froufrous konden kopen. Verkade was een familiebedrijf met veel invloed op het maatschappelijk leven in de Zaanstreek. Als je er ging werken kreeg je een vaste baan, maar ook een crèche-plaats voor je kind, kans op een huurhuis, toegang tot de tennisbaan, een blaasinstrument in de Verkade – Harmonie en kaartjes voor de toneelavonden. Je hoorde bij de Verkadefamilie; dat was het allerbelangrijkste.

Nootjeskoning

Behalve Verkade speelden ook andere familiebedrijven als Honig, Duyvis en Albert Heijn een grote sociale en culturele rol in de Zaanstreek. Hun goede naam en de trouw van hun klantenkring hielden lang stand. Tot het moment dat de ze van hun ankers (of Ankersmid) losraakten en over het grote glop wegdreven naar verre markten en machtige, maar onpersoonlijke aandeelhouders. Het deed mij wel goed, dat zowel Verkade als Ahold vooropliepen in de aanbieding van fairtrade- producten, en ik applaudisseer voor nootjeskoning Duyvis die met de productie van een verjongde chocoladereep, de cacaolucht langs de Zaan weer betekenis geeft. Ik zou het prachtig vinden wanneer bedrijven met de reputatie van Verkade en Ahold weer echte Zaanse boegbeelden werden, met bazen van wie we de voornaam weten.

De trots op eigen (familie)bedrijven en regionale producten heeft echter niets te maken met de afscherming (protectie) van de nationale markt, die populistische regeringsleiders nu nastreven (Amerika eerst!). Protectionisme beschermt bedrijven, die onvoldoende binding hebben met hun eigen omgeving en daardoor de strijd met buitenlandse concurrenten in een thuiswedstrijd  verliezen.

Zaanse Schans

Andersom zal een bedrijf dat alleen zijn eigen markt kent, zelfs met staatssteun, kansloos zijn in het buitenland. De Verenigde Staten waren twintig jaar geleden erg boos, toen Japanners hun Chevrolets niet wilde kopen. Daarom voerden ze een boycot op Fuji filmrolletjes in, waarna Japan er op zijn beurt voor zorgde dat er geen enkel Kodakrolletje meer over de toonbank ging.

Iedereen die Japanners over de Zaanse Schans ziet lopen, begrijpt waarom de grote, brandstof zuipende auto geen aftrek vond. In het land waar de mensen klein zijn, de parkeerplaatsen nog kleiner, en de brandstof duur is, zat men niet te wachten op de Amerikaanse slee. Tegenwoordig maakt Chevrolet, succesvol, kleine auto’s, maar het bestaan van een filmrolletje is al bijna vergeten. De meisjes van Verkade zijn wel een historisch begrip geworden, en op menige zolder is nog steeds een PMC- tent van Appie te vinden.

De afbeelding linksboven komt uit het Gemeentearchief van Zaanstad.