In een nieuwe woningwet is een ‘opkoopbescherming’ opgenomen die ervoor kan zorgen “dat in gewilde gebieden huizen beschikbaar blijven voor mensen die er zelf in gaan wonen.”

CDA-steunfractielid Nick Hendriks heeft daarover vragen gesteld aan B&W van Zaanstad, hij pleit voor zo snel mogelijke invoering, misschien al per 1 juli.

Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft in november vorig jaar het voorstel gelanceerd:

“Een gemeente kan straks in buurten waar schaarste is aan goedkope en middeldure koopwoningen een opkoopbescherming invoeren. Dit kan ook als de leefbaarheid van een buurt onder druk staat door het opkopen van woningen voor de verhuur. Hiermee wordt de positie van mensen met een middeninkomen en starters op de woningmarkt verbeterd.

De gemeente moet vooraf bepalen welke woningen in het goedkope en middeldure segment vallen. (…). Ook kan de gemeenten extra eisen stellen aan de verhuurder in het kader van goed verhuurderschap.”

De wet is ingevoerd voor een periode van drie jaar.

Volgens Hendriks biedt de wet biedt al vanaf 1 juli 2021 de mogelijkheid tot het nemen van extra maatregelen.

“Als hiervoor de juiste voorbereidingen worden getroffen kan een opkoopbescherming daarmee snel worden ingevoerd, en kunnen we onze huizen, en daarmee starters in Zaanstad beschermen tegen snelle jongens die huizen zien als een product om snel geld mee te verdienen.Wat betreft de CDA Zaanstad kunnen dit soort maatregelen dan ook niet snel genoeg worden ingevoerd.”

Het CDA vraagt of het college bereid is “om een vorm van opkoopbescherming voor bestaande bouw in te voeren vanaf de 1 juli 2021?”

Foto: Tuinstraat Zaandam (Google Street View), volgens bewoners zijn in de straat diverse woningen opgekocht en wordt gespitst verhuurd. Voor één woning werd € 1.650 per maand gevraagd (excl. energiekosten).