Vandaag werden de bewoners van de Schildersbuurt in Zaandam door twee zaken opgeschrikt: ten eerste werd er midden op het plantsoen van de Hobbemastraat onverwacht een keet van PWN geplaatst, ten tweede werden er in de Frans Halsstraat en in de Saenredamstraat bomen gekapt.

Dat laatste feit leverde een derde schrikmoment voor de gemeenschap op, want buurtbewoner Peter Goldstein besloot – gebukt onder een aanval van spit – luid protesterend, slechts gekleed in een badjas, op de bomenkappers af te rennen. Gelukkig droegen de werkmannen gehoorbeschermers, maar het beeld zal op hun netvlies staan gebrand.

Het protest van Goldstein bleek niet geheel ongegrond: de boom die voor de deur van zijn buren werd gekapt stond niet op de tekening.

Wat betreft de keet op het gras van het plantsoen (waarop 50% van de Orkaan-redactie ooit leerde voetballen), daarvoor is op 22 september van dit jaar een besluit gepubliceerd, de ‘opslag voor PWN-spullen en schaftwagen’ zou vanaf 5 oktober tot en met 30 april 2021 geplaatst worden. Dat is dus gebeurd ruim voordat de bezwaartermijn van zes weken voorbij is en zelfs bijna een week voordat de vergunning geldig is. Met de omwonenden zou worden gecommuniceerd. (Wij hebben Zaanstad om opheldering gevraagd.)

Saillant detail: er zou vanmiddag alsnog iemand langskomen, maar vooralsnog is dit niet gebeurd. En dan nog een saillant detail: wijkmanager Erik van Drunen ‘sprak’ via de firewall (in de vorm van de telefoniste) met de voorzitter van de bewonersvereniging, Erik Koopman. Via haar gaf hij aan dat hij de buurt niet te woord wilde staan.

Erik Koopman heeft dit als schofferend en merkwaardig ervaren:

‘De communicatie schoot te kort, het blonk op zijn zachtst gezegd niet uit in openheid. De tekeningen voor de bomenkap waren onduidelijk, de informatie over de keet ontbrak. Het vertrouwen in wat de gemeente doet wordt hiermee niet bepaald versterkt’