Het debat in de Tweede Kamer over het afschaffen van tijdelijke huurcontracten heeft geleid tot een compromis tussen CDA en de indieners van het wetsvoorstel PvdA en CU. De cruciale steun van het CDA, die gisteren werd toegezegd, werd verkregen in ruil voor enkele aanpassingen aan het initiatiefwetsvoorstel.

Met als doel huurders meer zekerheid te bieden, wordt het vaste huurcontract weer de norm. Wel zijn er uitzonderingen, bijvoorbeeld wanneer de huiseigenaar een kind of ouder in de woning wil laten wonen. In zulke gevallen behoudt de huiseigenaar het recht om de huurovereenkomst op te zeggen.

Tijdelijk huur betekent in veel gevallen een hoge huur. Het zijn vaak ‘huisjesmelkers’, particulieren, makelaars en mensen die snel geld willen verdienen door panden op te kopen en die permanent tijdelijk te verhuren, het levert een grote onzekerheid voor de huurder op maar hoge inkomsten voor de verhuurder.

Stevig debat

Er is de afgelopen maand uitgebreid gedebatteerd over het initiatief. Tijdens de behandeling van het voorstel leek er aanvankelijk een ruime meerderheid in de Kamer voorstander te zijn van een dergelijk verbod. Echter, pleitten zowel VVD als CDA voor uitzonderingen om te voorkomen dat woningen uit de verhuur zouden verdwijnen. Ze stelden voor om verhuurders met verkoopplannen, op voorwaarde dat ze niet meer dan één woning bezitten, het recht te geven om de huur op te zeggen. Volgens deze partij biedt dit een oplossing voor een kleine groep verhuurders.

PvdA-Kamerlid en mede-initiatiefnemer Henk Nijboer bekritiseerde de voorgestelde wijzigingen van VVD en CDA als “destructieve amendementen”, omdat ze zouden leiden tot verslechtering in plaats van verbetering voor huurders. Ze wezen op de ongeveer 220 duizend huurders die hierdoor permanent in een staat van onzekerheid blijven wonen. Ze dreigden hun nieuwe huurwet niet meer in te dienen als de twee coalitiepartijen vasthielden aan hun eis.

Water bij de wijn

Uiteindelijk gaven de christendemocraten toch toe door enkele uitzonderingen toe te voegen aan het initiatief. Deze uitzonderingen omvatten het opzeggen van de huur door huiseigenaren in de volgende gevallen: wanneer ze hun woning willen verhuren aan een naast familielid, wanneer ze na een verblijf in het buitenland weer in hun huis willen wonen, en wanneer mensen met een koophuis gaan samenwonen en één woning willen verhuren. Hierdoor is het mogelijk om je huis tijdelijk te verhuren met een tijdelijk contract, vooral vanwege de onzekerheid die gepaard gaat met nieuwe relaties. Bovendien blijft het ook mogelijk om studentenwoningen en kamers tijdelijk te verhuren.

Volgende week zal de Tweede Kamer naar verwachting stemmen over de initiatiefwet, waarna ook de Eerste Kamer nog moet instemmen. Wanneer de wet ingevoerd wordt is daarom nog onbekend.

Invloed op Zaanse (ver)huurders

Als het voorstel wordt aangenomen zal dit grote invloed hebben op (ver)huurders uit Zaanstad. Uit een onderzoek van de Volkskrant (betaalmuur) uit 2021, bleek dat in Zaanstad 37 procent van de huurwoningen die via Funda werden aangeboden tijdelijk werden verhuurd. Dit was het hoogste percentage in Nederland. In de 30 grootste gemeenten was het gemiddelde 14 procent. Het is momenteel zelfs iets gestegen naar 37,5 procent. In Wormerland en Oostzaan wordt weinig tot niks aangeboden op de huizensite.