Een opvallende publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Waar het bureau normaal landelijke cijfers over bevolking, economie en werk presenteert, dook het dit keer in een heel lokale casus. Op verzoek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) bracht het CBS in kaart hoe de fusiegemeente Oostzaan, Landsmeer en Wormerland (WOL) uitvalt op een aantal maatstaven van het gemeentefonds.

Het WOL-plan werd eerder door bureau & Van de Laar al als ‘niet levensvatbaar’ bestempeld, omdat de nieuwe gemeente te klein zou blijven. Uitbreiding met Waterland (WOL+) of ook Edam-Volendam (WOL++) leek een optie, maar in Waterland is daar nauwelijks steun voor. Het CBS keek daarom nu alleen naar de oorspronkelijke WOL-variant.

Woonkernen

Via het gemeentefonds verdeelt het Rijk jaarlijks ruim 40 miljard euro over alle gemeenten, dat is de belangrijkste inkomstenbron van lokale overheden. Hoeveel geld een gemeente krijgt, hangt niet alleen af van het aantal inwoners, maar ook van het aantal woonkernen, de centrumfunctie, de oeverlengte, de bodemfactor en de mate van stedelijkheid.

Sommige cijfers die het CBS nu laat zien, zijn daarbij niet meer dan een simpele optelsom. Zet je Oostzaan, Landsmeer en Wormerland naast elkaar, dan kom je bijvoorbeeld uit op 17 woonkernen in totaal en en ruim 1.400 kilometer aan oevers.

Woonkernen gemeenten Oostzaan, Landsmeer, Wormerland.

Doorrekenen

Andere maatstaven zijn echter opnieuw berekend. Zo komt de centrumfunctie van de fusiegemeente WOL uit op 26.710 potentiële klanten, meer dan de optelsom van Oostzaan, Landsmeer en Wormerland samen (23.520). Dat verschil ontstaat doordat het CBS kijkt naar de aantrekkingskracht van voorzieningen in een groter, samengevoegd gebied.

Ook de mate van stedelijkheid (OAD) is herberekend en komt uit op gemiddeld 1.260 adressen per km², een gewogen gemiddelde over het hele grondgebied. De zogenoemde bodemfactor, die aangeeft hoe lastig of kostbaar de ondergrond is voor bouwen en voorzieningen, komt voor WOL uit op 1,20.

Daarmee lijkt er een lichte ‘plus’ te ontstaan, omdat vooral de centrumfunctie hoger uitvalt. Maar: het CBS verbindt hier geen bedragen of eindconclusies aan. Het gaat enkel om de waarden, niet om de financiële vertaling. Het is dus niet te zeggen of dit leidt tot een hogere of lagere bijdrage uit het gemeentefonds.

Adviesrapport

In het adviesrapport ‘Krachtig en Robuust’ door bureau & Van de Laar (februari 2025) worden wél conclusies getrokken. Volgens de onderzoekers pakt een fusie van Oostzaan, Landsmeer en Wormerland financieel nadelig uit. Bij een fusie vervalt de zogeheten vaste voet – een vaste bijdrage die iedere zelfstandige gemeente ontvangt simpelweg voor het feit dat zij bestaat. Voor WOL betekent dit dat er twee keer een vaste voet wegvalt, goed voor een structureel verlies van ongeveer 2,7 miljoen euro per jaar.

In het rapport wordt de herberekening van de uitkering na een fusie als ‘nihil’ ingeschat. Daarmee blijft de nieuwe gemeente financieel kwetsbaar, juist nu alle gemeenten vanaf 2026 te maken krijgen met het zogeheten ravijnjaar, waarin de algemene uitkering uit het fonds fors omlaag gaat.

Door Nick Boeske, met gegevens van het CBS en informatie uit eerder geschreven artikelen. Foto: Orkaan-archief.