Altijd in je achteruitkijkspiegel kijken of je gevolgd wordt. Niet meer de deur opendoen voor onbekenden. Zelfs thuis de deur driedubbel op slot draaien. Slapeloze nachten, gezondheidsklachten, klanten die afhaken.

Voor bewoners en ondernemers die te maken kregen met het interventieteam criminaliteit in Zaandam-Oost voelt de wijk allerminst veiliger. Integendeel: ze voelen zich opgejaagd in de buurt waar ze geboren en getogen zijn.

De inzet van het interventieteam moet zorgen voor een veilige buurt. Maar in de verhalen die bewoners met De Orkaan, Follow The Money (FTM) en NRC delen, overheerst het tegenovergestelde: onveiligheid, machteloosheid en wantrouwen richting de overheid.

Het artikel is geschreven op basis van gezamenlijk onderzoek dat door De Orkaan samen met FTM (paywall) en NRC is gedaan. Ook zij publiceren vandaag over de zaak.

Het patroon is opvallend vaak hetzelfde. Het begint met een adrescontrole door een groep die wel uit zo’n zeven personen kan bestaan. Wie de deur niet opendoet of weigert om het team binnen te laten, krijgt een waarschuwing: ‘Dan komen we terug. Met de politie.’ En dat gebeurt ook. Soms zelfs meerdere keren, tot de bewoner alsnog toegeeft en de deur opent. Eén van de ‘gecontroleerde’ bewoners: 

‘Ik was echt geschrokken, want ik heb nog nooit zoiets meegemaakt. Ik ben er nog steeds echt bang voor. Politie zou ook veilig moeten zijn. Ze zouden aan moeten bellen en netjes moeten vragen of ze naar binnen mochten komen. Nu gingen ze gewoon naar binnen en de politie schermde de deurbelcamera af. Dat is niet goed. Ik voel me echt onveilig, ben erg geschrokken. Mentaal gaat het heel slecht met me.’

Voor veel inwoners voelt dit niet als bescherming, maar als intimidatie. Ze geven aan dat hun dagelijks leven is veranderd. Buren kijken argwanend toe, kinderen voelen zich niet meer veilig thuis.

Toestemming of dwang?

Officieel zegt de gemeente dat binnentreden alleen gebeurt met toestemming van de bewoner, vastgelegd op een ‘informed consent’-formulier. Alleen met een machtiging van de burgemeester mag dat zonder toestemming. Bij de beantwoording van vragen van Stella Pieterson van de PvdD op 10 juli 2025 benadrukte burgemeester Hamming dat ook:

‘In het geval van binnentreden krijgt de hoofdbewoner de machtiging te zien en ontvangt hij achteraf de rapportage van de controle en daar staat ook expliciet onze klachtenprocedure in vermeld.’

In de praktijk gaat het vaak anders volgens bewoners. Politieagenten schermen de deurbelcamera af zodat er geen bewijs is van de manier waarop ze binnenkomen. De machtigingen of ‘informed consent’-formulieren worden zelden getoond, laat staan dat bewoners horen dat ze een foto van de machtiging mogen maken. Ook zeggen bewoners de beloofde rapportage niet te ontvangen.

Eenmaal binnen wordt het hele huis doorzocht. Tot in slaapkamers, badkamer en keukenkastjes. In sommige gevallen wordt gevraagd naar privé-bankafschriften. Het voelt niet als een controle, maar als een inval. Een van de bezochte inwoners:

‘En ze hebben zwarte petten op. Dan denk ik: als je voor de gemeente werkt, dan hoor je je toch wel een beetje formeel te presenteren. Maar een zwarte pet, zwarte jasjes, echt grote, hoge mannen. En dan agenten die ook met ze meekomen.’

Juristen wijzen erop dat dergelijke praktijken de grenzen van het wettelijk toelaatbare opzoeken. Het recht op privacy en huisvrede is stevig verankerd in de wet. Als bewoners het gevoel hebben geen ‘nee’ te kunnen zeggen, is toestemming nauwelijks nog vrijwillig te noemen.

Pionier

Zaanstad laat in een uitgebreide reactie op vragen van FTM, NRC en De Orkaan weten dat er voor de aanpak is gekozen omdat ‘enkel preventie in deze wijken niet gaat helpen’. De gemeente beschouwt zichzelf als ‘pionier’ in het aanpakken van ondermijning door georganiseerde, criminele netwerken. Maar ‘succes leidt echter ook tot weerstand. Niet in de minste plaats bij diegenen die het doelwit zijn van deze aanpak’. Bij die aanpak wordt de grens opgezocht, ‘maar evenzo belangrijk is dat we hierbij niet de grens mogen overgaan’.

Klopt het dat er zonder toestemming te vragen of een ‘informed consent’-formulier te laten tekenen wordt binnengetreden door het interventieteam?

Zaanstad zegt het ‘Protocol Toezichthouder BRP’ van de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken te volgen, daarbij wordt ‘in de regel toestemming gevraagd aan de bewoner/eigenaar vóórdat de toezichthouder binnenkomt. Aanvullend wordt het Informed Consent-formulier in de woning ingevuld door toezichthouders samen met de bewoner(s).’

De standaard werkwijze is volgens de gemeente ‘in tweetallen’, maar ‘bij uitzondering is het een groter aantal. Alleen als er sprake is van integrale controles, zijn er ook ketenpartners zoals de politie en/of (zorg)partners’. Als de gemeente vermoedt ‘dat er bij een controle op een adres meer misstanden zijn dan enkel onjuiste inschrijvingen of kamerverhuur, kan er samenwerking met politie of Interventieteam worden opgezet’.

De ervaring bij de bewoners die wij spraken is anders: zij hebben geen tweetallen maar vooral volledige teams aan de deur gehad. Dat zou ‘zeer sporadisch’ zijn gebeurd volgens de gemeente, en: ‘ook hier is uitleg gegeven over de reden van de controle en is de woning na uitleg op basis van vrijwilligheid betreden. Hierbij is om mondelinge toestemming gevraagd.’ Waarom de woning werd bezocht zou ‘doorgaans’ ook worden gecommuniceerd.

Bewoners vertellen, onderbouwd, dat de enige reden ‘adrescontrole’ was en dat er gedreigd werd met politie terug te keren als ze niet binnen mochten komen.

Politie

De toezichthouders openen zelf geen kasten of deuren volgens de gemeente ‘maar zullen dit altijd de bewoners vragen te doen. De betreden ruimtes worden op het Informed Consent-formulier afzonderlijk benoemd’. Vragen over (privé)financiën of rekeningafschriften zouden geen standaard onderdeel van de procedure zijn.

Ook hier staat de beleving van bezochte bewoners haaks op de uitgangspunten van de gemeente.

Als bewoners toegang weigeren, krijgen ze te horen dat de gemeente terug zal komen, maar dan met de politie erbij voor een doorzoeking.

Zaanstad spreekt dit tegen: ‘deze werkwijze is ons niet bekend’. Terugkerend bezoek zoals onze bronnen meemaakten, gebeurt volgens Zaanstad alleen als er nieuwe meldingen zijn:

‘Het komt voor dat adressen meerdere keren per jaar worden gecontroleerd waarbij er telkens andere personen worden aangetroffen zonder juiste inschrijving.’

In geen van de gevallen die gemeld zijn bij De Orkaan is er overigens geconstateerd door Zaanstad dat er sprake zou zijn van foutieve adresgegevens of illegale onderhuur.

Glazenwassers

Sinds 2022 geldt in Zaanstad een vergunningplicht voor glazenwassers. Wie in Zaandam-Oost is gevestigd of in Zaanstad werkt moet een vergunning hebben. Het idee is: voorkomen dat criminele netwerken de branche gebruiken als dekmantel voor witwassen en afpersing. Innovatief volgens de gemeente, maar in de praktijk valt dat vaak geheel anders uit.

APV Zaanstad

Voor veel bewoners voelt het alsof adrescontroles vooral een excuus zijn om glazenwassers onder druk te zetten. Verschillende ondernemers zijn gestopt, ondanks dat ze menen dat de vergunningplicht niet op hen van toepassing is. Ze zijn niet in Zaandam gevestigd en werken niet in Zaanstad. Maar ook zij kregen te maken met huisbezoeken, controles en achtervolgingen tot in andere gemeenten, ondervragingen onder politiebegeleiding, zichtbaar voor klanten. Volgens Zaanstad zou het om ‘schijnconstructies’ gaan.

Ondernemers vertellen langdurig gevolgd te worden door onbekenden waarvan ze vermoeden dat die in dienst van de gemeente zijn. Ze beschouwen dat als intimidatie. Een glazenwasser, geboren in Zaandam maar van Turkse afkomst, die zijn bedrijf al acht jaar had, vertelt ermee gestopt te zijn. Hij bezweek onder de druk van het wantrouwen en handelen van Zaanstad. 

De vrouw van een andere glazenwasser vertelt:

‘ze zijn mijn man gaan achtervolgen, een uur rijden. Midden op straat allemaal vragen stellen. En ze zijn ook bij zijn broertje langsgegaan, terwijl alles zwart op wit staat. Ze doen echt alsof we criminelen zijn. Mijn man is degene die het inkomen in ons huis regelt, maar als ze zo doen, hoe kan mijn man dan gaan werken?’

‘Algemeen verhaal’

Klanten van een glazenwasser werden benaderd door een medewerkster die in opdracht van Zaanstad zou werken. Zij deelde beschuldigingen over de ondernemer en het bedrijf; ‘naming and shaming’. Dit had tot gevolg dat meerdere klanten het contract opzegden. Ze vertelt ook: 

‘We hebben ook haar nummer gekregen van een klant van mijn man die zei: ‘We krijgen verontrustende berichten dat jullie onveilig zijn.’ Ik kwam er niet uit: mag dit wel? Mag jij een klant van mijn man aanspreken dat ze moeten stoppen met diensten?’

Zaanstad stelt: ‘het is geen beleid van de gemeente om klanten erop te wijzen om van een specifieke glazenwasser geen diensten af te nemen’. Alhoewel: ‘in enkele gevallen hebben buurtonderzoeken plaatsgevonden, nadat was vastgesteld dat er sprake was van misstanden / overtredingen. In die betreffende gevallen is aan bewoners een algemeen verhaal geschetst over misstanden binnen de malafide glazenwassersbranche, waaronder de arbeidsuitbuiting en zwart werk.’

Enkele ondernemers die wij spraken kregen dwangsommen van € 20.000 opgelegd – soms zelfs meerdere keren. Maar omdat daar nog geen formeel schriftelijk besluit over was genomen, konden bezwaren niet in behandeling worden genomen. De dwangsommen blijven dus boven het hoofd van de ondernemers hangen. Zaanstad vraagt wel om onmiddellijke betaling en dreigt met extra incassokosten. Voor ondernemers voelt het als intimidatie. Sommigen hebben een advocaat in de arm genomen, maar niet iedereen kan dat betalen.

Het lijkt erop dat de zoektocht naar ‘rotte’ glazenwassers is omgeslagen naar een jacht op alle glazenwassers met een Turkse of Bulgaarse achtergrond. 

Twee teams, één overheid

Volgens Zaanstad zijn er twee aparte teams actief in Zaandam-Oost. Team Wijkgerichte Overlast (TWO) richt zich op adresfraude, huisvesting en openbare orde. Het Interventieteam Criminaliteit focust op ondermijning en criminele netwerken.

Op papier klinkt dat helder. Maar in de praktijk merken bewoners het verschil nauwelijks. Wie zeven tot tien mensen op de stoep krijgt (handhaving, politie, inspecties, gemeenteambtenaren) ervaart één overheid die met veel machtsvertoon binnenkomt. Een ‘gecontroleerde’ inwoner:

‘Ik zag bij de deur zeven mensen, twee politie en vijf mensen, grote brede mannen. Sommigen op de stoep en sommigen bij de deur, ze belden aan. Ik woon al 35 jaar in Zaandam, gelukkig heb ik nooit met de politie te maken gehad. Ze zeiden: “We zijn van de gemeente gekomen”. Ik was zo geschrokken dat ik was vergeten hoe ik Nederlands moest spreken.’

Waarom bepaalde adressen worden geselecteerd voor controle blijft onduidelijk. De gemeente verwijst naar ‘signalen’: retourbrieven, meldingen van corporaties, tips van buurtbewoners of Meld Misdaad Anoniem. Zelden wordt uitgelegd waarom juist dát adres wordt bezocht. Voor bewoners voelt het willekeurig, zij ervaren het als discriminatie. Zeker omdat opvallend veel gezinnen met een Turkse, Bulgaarse of Koerdische achtergrond aan de beurt komen. Deze ervaren selectiviteit voedt het wantrouwen. Een ‘gecontroleerde’ inwoner: 

‘Waarom altijd wij? Mijn Nederlandse buren zijn nooit bezocht.’ 

Een ander meldt: 

‘Het punt is: je bent geen crimineel, maar ze laten je wel zo voelen. Ik dacht op een gegeven moment: doe ik iets verkeerd? Of wat doe ik waardoor ik opval? Er zullen vast wel rotte appels zijn, maar dat heb je overal. Pak die aan, maar ga niet de echte broodverdieners onderdrukken.’

Sprintweken

In de zogeheten Sprintweken trok het interventieteam met grootschalige acties de wijk in. Met politie, toezichthouders en soms zelfs journalisten. Groepen van zeven tot tien mensen klopten aan bij bewoners.

Zaanstad noemde dit een ‘signaal van zichtbaarheid’. Maar na een evaluatie zijn de acties afgeschaald. Het lijkt een erkenning dat de aanpak te zwaar uitpakte en bewoners eerder intimideerde dan geruststelde.

Zaanstad benadrukt ook de zachtere kant van de aanpak van de problemen in Oost: extra schooltijd voor kinderen, tolken voor anderstaligen, een meldpunt voor arbeidsmigranten.

In de praktijk blijven vooral de harde maatregelen hangen: huisbezoeken, dwangsommen, controles. Bewoners die een klacht indienen moeten soms maanden wachten op een antwoord – als ze al antwoord krijgen. Een ‘aangepakte’ ondernemer: 

‘Ik wacht al meer dan een half jaar op reactie op mijn klacht. Ondertussen staan ze wéér voor de deur.’ 

Het gevolg: veel bewoners hebben het vertrouwen in de gemeente verloren. ‘Ons vertrouwen is weg. We voelen ons vreemden in onze eigen wijk’ en: ‘Zaanstad wil ons weghebben’. Sommigen, geboren en getogen in Poelenburg, overwegen te verhuizen. In een gesprek met de gemeente zien ze niets.

Diverse bewoners van Zaandam-Oost hebben inmiddels klachten bij de gemeente ingediend. In antwoord (10 juli 2025) op vragen van PvdD-raadslid Stella Pieterson liet burgemeester Hamming weten dat hij eerst klachten ‘feitelijk ging maken’ en diverse onderzoeken ging afwachten:

‘als er concrete zaken naar voren komen die we direct moeten oppakken dan doen we dat. Tot op heden zijn er geen signalen tot ons gekomen die zaken moet stopzetten’.

Bij het antidiscriminatiebureau-Zaanstreek Waterland (discriminatie.nl) bleef het tot nu toe stil. Na vragen van de Orkaan lieten zij weten de berichtgeving over mogelijke etnische profilering te hebben opgepikt. Naar aanleiding daarvan registreerde het bureau een interne melding om de situatie te monitoren. Er zijn tot dusver bij hen geen formele meldingen van bewoners ontvangen en er is geen extern onderzoek gestart.

Rechtvaardig?

Burgemeester Jan Hamming verdedigt de aanpak van zijn interventieteam. Volgens hem kan alleen met een stevige inzet de ondermijnende criminaliteit worden bestreden en kan de wijk veiliger worden gemaakt. Maar voor veel bewoners en ondernemers voelt het anders. Zij ervaren willekeur, intimidatie en discriminatie. Geen bescherming, maar vervolging.

Ook in de gemeenteraad groeit de twijfel. PvdA-raadslid Eylem Köseoglu sprak eerder al van een ‘blind vertrouwen’ in het interventieteam, terwijl bewoners zich juist door de politiek in de steek gelaten voelen.

De kernvraag blijft: hoe zorg je dat een aanpak tegen ondermijning en woonfraude rechtvaardig en proportioneel blijft? Hoe voorkom je dat bewoners die niets verkeerd doen, zich toch vreemden in hun eigen buurt gaan voelen?

De ambitie van Zaanstad is om de strijd tegen ondermijnende criminaliteit krachtig te voeren. Maar de praktijk laat zien, dat door de gekozen aanpak, bewoners en ondernemers zich bedreigd voelen. Achtervolgingen, binnentreden van woningen zonder duidelijke uitleg, Sprintweken die angst in plaats van vertrouwen achterlaten – het leidt tot de vraag of de gemeente haar eigen doel voorbijschiet. Een ‘gecontroleerde’ bewoner zegt:

‘Wat kan je daartegen doen? Mijn kinderen vragen mij: “Baba, wat heb je gedaan? Ben je crimineel?” Mijn kleine kind is nu bang voor de politie en mensen die hij niet kent. En de buren kijken raar naar me. Ik kan niet meer met ze praten. Mensen zeggen: “Jij bent crimineel, dus ik praat niet met jou”.’

De balans tussen veiligheid en rechtvaardigheid lijkt zoek. En terwijl de gemeente spreekt van pionieren, voelen bewoners zich vooral opgejaagd in hun eigen buurt.

Artikel is met name gebaseerd op een gesprek door journalisten van De Orkaan (Merel Kan en Piet Bakker), FTM (David Davidson) en NRC (Tan Tunali) met een groep van ruim tien inwoners van Zaandam-Oost die bezocht zijn door het Interventieteam. Extra informatie van mails en berichten van betrokkenen, Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken, documenten over het Interventieteam, Discriminatie.nl, artikel FTM, eerder nieuws op De Orkaan, vergaderingen Zaanstad Beraad. Ook FTM en NRC publiceren vandaag hun artikelen.