De laatste keer dat ik mijn juf van de kleuterschool tegenkwam was in de Westzijde in Zaandam, vlak bij de Zaanlandse Schoenhandel, tegenover de Zeemansstraat. Mijn moeder zag haar lopen en maakte een praatje. Juf Jansen, met haar lange zwarte haar, lachte naar mij.
“Hoe gaat het met jou op de grote school, Martin?”
Ik keek een beetje verlegen naar haar. Natuurlijk kende ik mijn kleuterjuf nog goed, maar ik had het ‘kippedrit’ inmiddels eeuwen achter me gelaten, ik zat al in de tweede of derde klas van de lagere school.
Ik vertel mijn herinnering aan de dame met het witte haar die tegenover me zit. “Je weet het natuurlijk niet meer”, zeg ik tegen haar. Ik reken even snel terug. “Het was begin jaren vijftig. Misschien negentientweeënvijftig, -drieënvijftig. Mijn moeder overleed korte tijd later, in negentienvijfenvijftig. Ze was vierenveertig jaar oud. Het is dus minstens zeventig jaar geleden.”
Toch een heel klein beetje jammer, denk ik, dat Fransina Schipper-Jansen zich deze ontmoeting met mijn moeder niet meer herinnert. Er leven nog maar zo weinig mensen die haar gekend hebben. Eigenlijk had het best gekund, juf Jansen weet bijna alles nog uit haar lange, lange leven. Dat ik ooit in haar kleuterklasje zat, weet ze niet meer, maar onze hernieuwde kennismaking herinnert ze zich nog heel goed.
Schooltje op het Vissershop
Want eigenlijk was die ontmoeting in de Westzijde van zeventig jaar geleden niet de allerlaatste keer dat ik mijn kleuterjuf heb gesproken. Een kleine tien jaar geleden kwam ik erachter dat ze nog leefde en waar ze woonde. Gewoon in Zaandam, in de Schildersbuurt. Een prachtige aanleiding om een verhaal te schrijven over mijn lang geleden verdwenen kleuterschooltje, dat was ondergebracht in een woning aan de Bleekersstraat op het Vissershop.Vijfennegentig jaar was ze toen, ze reed nog met haar auto door Zaandam en ze was geestelijk nog honderd procent fit.
Toen ze honderd werd, zocht ik haar opnieuw op. Het was in de coronatijd, ze was aan huis gebonden en daarom reed ze ook geen auto meer. Verder was ze nog steeds in perfecte conditie. En volgende week donderdag, 10 juli, wordt ze honderdvijf. Ze is een keer gevallen dus ze loopt nu wat moeilijker. Van de dokter mag ze niet in haar eentje naar buiten en ze mag ook de trap niet meer op. Maar verder is er niks mis met haar, ze krijgt de krant van de buren, leest hem uit, maakt de puzzel. Ze woont nog altijd helemaal zelfstandig in het huis waar ze zestig jaar geleden met haar man in trok.
Naar de kerk gaat ze niet meer. Ze kan gehaald en gebracht worden als ze wil, maar ze kan de meeste dominees niet meer verstaan. Nou ja, ze rekent er een beetje op dat de Heer haar dat wel zal vergeven. Ze kijkt trouwens op zondag wel naar een kerkdienst op de tv. “Dat zijn katholieke diensten. Protestantse kan ik er niet op krijgen.” En elke avond leest ze in de Bijbel. Terwijl de Zaandamse kerken leegliepen, heeft zij haar geloof behouden.
In het gebouw op het Vissershop was rond negentienvijftig niet alleen een kleuterschooltje gevestigd, maar werden ook op zondag gereformeerde kerkdiensten gehouden. Daar kwam een einde aan toen de Zuiderkerk aan de Dirk de Kortestraat werd geopend (tegelijk met de Noorderkerk aan de Heijermansstraat). Zaandam telde toen vier gereformeerde kerken, eind jaren zestig kwam er in Poelenburg nog een vijfde bij. “Nu is er nog maar eentje”, zegt Siene. “De Noorderkerk.”
Kleinkinderen en pleegkleinkinderen
Ze geniet nog altijd van het leven, zoals ze ook heeft genoten van haar werk als kleuterjuf. “Ik zou het zo weer opnieuw doen.” Eenzaam is ze allerminst. Haar kinderen wonen in de Zaanstreek of in de omgeving, ze krijgt wekelijks bezoek van hen. Ze brengen boodschappen en maaltijden; koken doet Siene niet meer voor zichzelf. Haar kleinkinderen – er zitten een paar pleegkleinkinderen bij, maar die beschouwt ze als haar eigen – vallen om de haverkap bij haar binnen.
Ze heeft heel veel mensen om zich heen verloren. “Mijn moeder was negenendertig toen ze stierf”, zegt ze. “Ze had een combinatie van drie ziektes, waaronder roodvonk. Negenendertig.”
Je moeder zou het niet geloofd hebben als ze zou weten dat jij straks honderdvijf wordt, zeg ik. Fransina snapt het zelf al helemaal niet. Ze wil best nog even doorgaan met leven. Als ze maar niet hoeft mee te maken, zegt ze, dat een van haar kinderen of kleinkinderen eerder zal overlijden dan zij. “Dat lijkt me zo verschrikkelijk.”
We kijken elkaar aan, we zijn het met elkaar eens. Dat hoopt niemand ooit mee te maken.

Driedaagse verjaardag
Siene Schipper doet het rustig aan met haar verjaardag. Ze viert het bij een van haar kinderen in ’t Kalf, en de visite wordt uitgesmeerd over drie dagen.
Haar kleindochter Eva heeft een verrassing voor haar in voorbereiding. Ze heeft via NH Nieuws iedereen in Noord-Holland opgeroepen haar om een felicitatiekaart te sturen. Orkaanlezers die Siene ook willen feliciteren, kunnen een gelukwens sturen naar het adres Oderweg 1-8577, 1043 AG Amsterdam, onder vermelding van ‘Oma 105’. Maar niet te lang wachten, donderdag 10 jukli is de grote dag.
