Ik blijf hopen dat het een knullige fout is. Dat iemand op het stadhuis in Zaanstad op een maandagochtend iets te enthousiast riep: ‘Naar de drukker!’ Want als dit géén vergissing is, maar een weloverwogen besluit, dan is dat nog veel pijnlijker.

In een poging om zo’n € 190.000 aan mogelijk ten onrechte verstrekte bijstand terug te vorderen, heeft de gemeente de namen en geboortedata van 24 (oud-)inwoners openbaar gemaakt in de gemeentelijke bekendmakingen. Voor iedereen zichtbaar. Sommigen zouden tienduizenden euro’s moeten terugbetalen; de hoogste vordering bedraagt ruim een ton.

Maar zeker is dat niet. In de officiële tekst staat: ‘Het kan zijn dat u een schuld heeft.’ Ofwel: misschien wel, misschien niet. Maar laten we het voor de zekerheid maar vast publiceren – wie weet levert het nog iets op.

Lees: Zaanstad probeert bijna 2 ton bijstand terug te vorderen

Natuurlijk moet bijstandsfraude worden aangepakt. Maar als dit de manier is – halve zekerheden, volledige namen en rugnummers – dan zijn we iets kwijtgeraakt: rechtszekerheid, menselijkheid en fatsoen.

De actie voelt als symboolpolitiek en als groots falen. De gemeente richt haar pijlen op mensen die zich nauwelijks kunnen verdedigen. Zaanstad kiest voor de schandpaal. Mislukken alle andere manieren? De sociale wijkteams, schuldhulpverlening, straathoekwerkers, mensen die getraind zijn in contact maken, in het achterhalen van oorzaken, het maken van afspraken, het treffen van afbetalingsregelingen…

Met het stigmatiseren en vernederen van deze mensen gooi je de deur dicht.

En daarmee raakt de gemeente niet alleen geld, maar vooral haar geloofwaardigheid kwijt.

Door: Merel Kan

Zaanstad heeft getuige de tekst bij de namenlijst een brief gepubliceerd die naar de betrokkenen is gestuurd. Maar dit is geen brief maar een stuk in de krant, heeft hier toch iemand niet goed opgelet?