Het bestuur van vereniging de Zaansche Molen heeft in een bijzondere ledenvergadering toestemming gekregen om de plannen voor een nieuw ‘molenmuseum’ op de Zaanse Schans verder uit te werken.

Voorjaar 2016 krijgen de leden de gelegenheid om de eindbeslissing te nemen over de definitieve plannen voor ‘de beleving van de Wereld van Windmolens’. Dan kan het nieuwe museum in 2017 de deuren openen voor het publiek.

De zwaarste dobber voor het bestuur is het rond krijgen van de financiering. De Wereld van Windmolens vergt een investering van in totaal drie miljoen euro. De vereniging kan zelf ongeveer een miljoen bijdragen door de verkoop van het pand waarin het museum nu is gevestigd (zeven ton) en uit schenkingen. Voor de resterende twee miljoen moet dekking worden gezocht in de vorm van ondermeer subsidies, sponsorbijdragen, uitgifte van aandelen en de resultaten van crowdfunding.

Het bestuur gaat uit van een eenmalige en substantiële bijdrage van de gemeente Zaanstad als compensatie voor het stopzetten van de jaarlijkse subsidie (150.000 euro) met ingang van 1 januari 2016. De gemeente kent de plannen en heeft volgens voorzitter André Drost positief gereageerd op het concept businessplan.

molenmuseum binnenHet bestuur houdt een plan B achter de hand dat voorziet in een modernisering van het huidige museum als blijkt dat de risico’s van nieuwbouw te groot zijn.

50.000 bezoekers
Verenigingsmanager Henk Heijnen maakte duidelijk dat de Zaansche Molen een eigentijds museum moet worden op een plek waar veel publiek komt. Meer dan de tienduizend bezoekers die nu de weg vinden naar de Museumlaan. Voor het in standhouden en onderhoud van de molens (kost jaarlijks 300.00 euro)zijn meer inkomsten nodig, nu subsidies minder worden of wegvallen.

De Wereld van Windmolens richt zich op de 900.000 bezoekers aan de Zaanse Schans die daar langer dan een uur verblijven en geïnteresseerd zijn in verdieping van hun kennis over wind en molens. En op de 3700 leden en bewoners uit de regio. Het moet ook een levendig educatief centrum worden voor jong en oud.

De vereniging gaat in de begroting uit van 50.000 museumbezoekers in het eerste jaar en een jaarlijkse groei met 5000 bezoekers. De Zaanse Schans ziet de Wereld van Windmolens als een uitbreiding die toeristen stimuleert om langer te blijven.

Molenwerkplaats
Uitgangspunt voor de museale presentatie in de Wereld van Windmolens is de huidige collectie met het Molenpanorama van Frans Mars als trekpleister. Wel met wisselende presentaties. Het ontwerp van het museum is gebaseerd op een oude molenwerkplaats, een attractie die op de Zaanse Schans ontbreekt, maar het functioneert niet als een echte werkplaats. “We gaan daar geen grote dingen maken, zoals onderdelen van molens,” zei vice-voorzitter Martin Schaap. “Je kunt er hooguit een bouwplaat van een molen in elkaar zetten of een beetje knutselen.” Wat bij een van de leden de reactie opriep om met het aanbod aan activiteiten meer durf te tonen, “want we moeten straks concurreren met een Rijksmuseum”.

panorama frans mars

Volgens Henk Heijnen zal de invoering van een combikaart – voor 8,50 toegang tot het museum en twee molens – er niet toe leiden dat de overige molens minder bezoekers trekken. Het concept verplicht de vereniging wel om dagelijks drie molens in bedrijf te hebben. De Zaansche Molen kies met de Wereld van Windmolens voor een professioneel concept dat past “bij ons erfgoed van wereldformaat”. Niettemin blijft de vereniging een vrijwilligersorganisatie. De leden worden ook nadrukkelijk betrokken bij de werkgroepen die een bijdrage moeten leveren aan de uitvoering van de plannen (bouw, inrichting, fundraising en pr en marketing).

Kritische noot
Jaap Kamphuis kraakte tijdens de bijzondere ledenvergadering de meest kritische noot. Hij betwijfelde of de molenwerkplaats voldoende ruimte biedt voor de gehele collectie. Volgens hem houdt de architectuur geen rekening met een goede presentatie van de collectie. Hij zette ook vraagtekens bij de noodzaak van een verenigingskantoor en een filmzaal in de kelder (“als je zo weinig tijd hebt om de Zaanse Schans te bezoeken ga je toch geen film kijken?”). Zijn conclusie: “De Wereld van Windmolens is geen ode aan de windmolens maar aan horeca en de souvenirwinkel”. Hij kreeg applaus voor zijn standpunt, maar niet zo lang en luid als het bestuur voor zijn inzet. André Drost vond de kritiek voorbarig, want gebaseerd op een concept. “Wacht maar af totdat de definitieve plannen bekend zijn.”

Er is maandagavond in de Vermaning veel gezegd over de plannen voor de Wereld van Windmolens, maar tot een inhoudelijke discussie met de ongeveer tweehonderd leden is het nauwelijks gekomen. André Drost pareerde de reacties welwillend met twee standaard antwoorden: we nemen de suggestie mee en daar kunnen we pas wat over zeggen als de plannen zijn uitgewerkt.

door Jaap de Jong